NL1019293C1 - Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1019293C1 NL1019293C1 NL1019293A NL1019293A NL1019293C1 NL 1019293 C1 NL1019293 C1 NL 1019293C1 NL 1019293 A NL1019293 A NL 1019293A NL 1019293 A NL1019293 A NL 1019293A NL 1019293 C1 NL1019293 C1 NL 1019293C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- bone
- knife
- extremity
- joint end
- trunk
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22C—PROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
- A22C21/00—Processing poultry
- A22C21/0069—Deboning poultry or parts of poultry
- A22C21/0076—Deboning poultry legs and drumsticks
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A22—BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
- A22C—PROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
- A22C21/00—Processing poultry
- A22C21/0069—Deboning poultry or parts of poultry
- A22C21/0084—Deboning poultry wings
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Processing Of Meat And Fish (AREA)
- Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
- Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
Description
5
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier .
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van een langwerpig bot uit een extremiteit van een slachtdier, in het bijzonder een extremiteit van een vogel, zoals een kip, kalkoen, eend of dergelijke, welk bot een rompgewrichtseinde 10 heeft dat deel uitmaakt van het gewricht tussen het bot en de romp van het slachtdier, en welk bot voorts een eerstvolgend einde heeft dat deel uitmaakt van het eerstvolgende gewricht van de extremiteit, welke werkwijze de stap omvat van het uit de extremiteit brengen van het bot aan genoemd eerstvolgende einde daarvan, waarbij de weefsel-15 verbinding tussen de extremiteit en het rompgewrichtseinde van het bot in hoofdzaak in stand blijft. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze. Onder een extremiteit wordt in het kader van de uitvinding een ledemaat, d.w.z. een poot of een vleugel verstaan, waarbij het 20 bedoelde bot een femur of een humerus is.
Een dergelijke werkwijze en een dergelijke inrichting voor het ontbenen van een poot van gevogelte zijn bijvoorbeeld bekend uit US-A-5 176 562. Ter voorbereiding van het ontbenen wordt met de hand een langssnede aangebracht langs het dijbot en het drumstickbot, aan 25 de binnenzijde van de poot, d.w.z. de zijde welke in de natuurlijk positie naar de bijbehorende andere poot is gekeerd. Verder wordt met de hand een dwarssnede aangebracht bij het kniegewricht, teneinde aldaar weefselverbindingen, d.w.z. pezen en spierverbindingen gedeeltelijk door te snijden. Vervolgens worden bij het kniegewricht 30 andere pezen en spierverbindingen mechanisch doorgesneden, en wordt het dijbot mechanisch aan het naar het kniegewricht gekeerde einde via de aangebrachte langssnede uit het dijvlees bewogen, waarna het naar het heupgewricht gekeerde einde van het dijbot nog door middel van weefselverbindingen met het dijvlees kan zijn verbonden. Het 35 dijbot wordt later losgemaakt van het dijvlees, indien dit nog niet het geval is. Nadat bij het tarsaalgewricht een insnijding is gemaakt, wordt het drumstickvlees van de drumstick van de poot geschraapt in de richting van het kniegewricht daarvan.
i 0 1 S 2 y 3 -2- ΕΡ-Α-0 763 326 beschrijft een soortgelijke bewerking, waarbij het dijbot met de hand uit het dijvlees wordt gesneden.
De bekende werkwijze en inrichting hebben als bezwaar dat het dijbot niet mechanisch met zekerheid verwijderd wordt van de poot.
5 Hierdoor is een handmatige controle en nabewerking noodzakelijk.
Het is een doel van de uitvinding een werkwijze en inrichting te verschaffen waarin een bot, zoals een dijbot, op gemechaniseerde wijze wordt gescheiden van een extremiteit, zoals een poot, in het kader van een ontbeenbewerking die zowel geheel gemechaniseerd als 10 ook gedeeltelijk handmatig kan plaatsvinden.
Een ander doel van de uitvinding is een ontbeenbewerking te verschaffen waarbij een optimale hoeveelheid vlees wordt gewonnen, d.w.z. bij het ontbenen een minimale hoeveelheid vlees verloren gaat.
Voor het bereiken van althans een van voornoemde doelen is de 15 werkwijze volgens de uitvinding gekenmerkt door de stappen van het van het bot af bewegen van vlees in het gebied van het rompge-wrichtseinde van het bot; en het verbreken van de weefselverbinding tussen de extremiteit en het bot. Aldus is het mogelijk het bot en het daarmee verbonden vlees op verschillende plaatsen in de ruimte te 20 brengen, waarbij het bot en het vlees uitsluitend door middel van een weefselverbinding met elkaar verbonden zijn. Deze weefselverbinding kan vervolgens zeer effectief verbroken worden, waarbij een minimale rest van de weefselverbinding op het rompgewrichtseinde van het bot achterblijft.
25 Als optionele voorbewerking van de extremiteit kan een langs- snede in de extremiteit worden aangebracht, welke langssnede zich ten minste uitstrekt tussen het rompgewrichtseinde van het bot en genoemd eerstvolgende gewricht, en een dwarssnede in de extremiteit worden aangebracht bij genoemd eerstvolgende gewricht voor het althans 30 gedeeltelijk doorsnijden van weefselverbindingen nabij genoemd eerstvolgende gewricht.
Bij voorkeur wordt althans een gedeelte van het bot in de langsrichting daarvan door een schraapinrichting bewogen in de richting van het rompgewrichtseinde, teneinde het vlees van het bot 35 af te bewegen in het gebied van het rompgewrichtseinde van het bot.
Bij voorkeur wordt de weefselverbinding tussen de extremiteit en het bot verbroken door lossnijden ter plaatse van de schraapinrichting, of door lostrekken. De eerstgenoemde optie heeft het -3- voordeel van een nauwkeurige bepaling van de plaats van verbreken, terwijl de tweede optie het voordeel van de eenvoud heeft.
Voor het bereiken van althans één van voornoemde doelen omvat een samenstel volgens de uitvinding voor het verwijderen van een 5 langwerpig bot uit een extremiteit van een slachtdier, welk bot een rompgewrichtseinde heeft dat deel uitmaakt van het gewricht tussen het bot en de romp van het slachtdier, en welk bot voorts een eerstvolgend einde heeft dat deel uitmaakt van het eerstvolgende gewricht van de extremiteit, middelen voor het uit de extremiteit 10 brengen van het bot aan genoemd eerstvolgende einde daarvan, waarbij de weefselverbinding tussen de extremiteit en het rompgewrichtseinde van het bot in hoofdzaak in stand blijft, en is het samenstel gekenmerkt door middelen voor het van het bot af bewegen van vlees in het gebied van het rompgewrichtseinde van het bot; en scheidingsmid-15 delen voor het verbreken van de weefselverbinding tussen de extremiteit en het bot.
Bij voorkeur omvatten de middelen voor het van het bot af bewegen van vlees in het gebied van het rompgewrichtseinde van het bot een schraapinrichting welke is bestemd om langs het bot te 20 schrapen tot voorbij het rompgewrichtseinde daarvan.
In de werkwijze en inrichting volgens de uitvinding wordt voor het verbreken van weefselverbindingen bij voorkeur gebruik gemaakt van een mes dat zich in hoofdzaak in een vlak uitstrekt en een eerste zijde en een tweede zijde heeft, en is voorzien van een eerste 25 snijvlak dat zich aan de eerste zijde van het mes onder een hoek van 8-15°, in het bijzonder onder een hoek van 10-11° met het vlak van het mes uitstrekt. Ter verhoging van de effectiviteit van het mes kan het zijn voorzien van een tweede snijvlak dat zich aan de eerste zijde van het mes onder een hoek van 20-40°, in het bijzonder onder 30 een hoek van 27-33° met het vlak van het mes uitstrekt. Ter verdere verhoging van de effectiviteit kan het mes zijn voorzien van een derde snijvlak dat zich aan de tweede zijde van het mes onder een hoek van 10-20°, in het bijzonder onder een hoek van 15° met het vlak van het mes uitstrekt.
35 Bij voorkeur is het mes cirkelvormig, en is het langs een om- treksrand daarvan voorzien van ten minste een radiale, in het bijzonder langwerpige uitsparing. De uitsparing is bij voorkeur in hoofdzaak U-vormig of V-vormig.
-4-
Bij voorkeur is althans het snijvlak voorzien van een laag TiN of CrN.
De messen volgens de uitvinding bezitten een goede effectiviteit, een lange standtijd, en een zeer gunstige standtijd/kosten-5 verhouding, terwijl de besmeuring tijdens gebruik acceptabel is.
Andere conclusies, kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van de bijgaande tekening, waarin niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden zijn getoond, waarbij: fig. 1 in perspectief een dijbotverwijderingsinrichting toont; 10 fig. 2a, 2b en 2c respectievelijk in perspectivisch vooraan zicht, in zijaanzicht en in perspectivisch achteraanzicht een di jbotverwijderingscomponent van de dijbotverwijderingsinrichting van fig. 1 tonen; fig. 3a en 3b in perspectief het overbrengen van het dijbot 15 naar de dijbotverwijderingscomponent van fig. 2a-2c illustreren; fig. 3c in zijaanzicht het lossnijden van het dijbot van een poot illustreert; fig. 4 in perspectief een variant van de dijbotverwijderingsinrichting van fig. 1 toont; 20 fig. 5 in perspectief een alternatieve dijbotverwijderingsin- richting toont; fig. 6a, 6b en 6c respectievelijk een vooraanzicht, een zijaanzicht en een detail in dwarsdoorsnede van een roteerbaar mes in een eerste uitvoeringsvorm tonen; 25 fig. 7a, 7b en 7c respectievelijk een vooraanzicht, een dwarsdoorsnede en een detail in dwarsdoorsnede van een roteerbaar mes in een tweede uitvoeringsvorm tonen; fig. 8a, 8b en 8c respectievelijk een vooraanzicht, een dwarsdoorsnede en een detail in dwarsdoorsnede van een roteerbaar mes 30 in een derde uitvoeringsvorm tonen; en fig. 9a, 9b en 9c respectievelijk een vooraanzicht, een dwarsdoorsnede en een detail in dwarsdoorsnede van een roteerbaar mes in een vierde uitvoeringsvorm.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwijzingscijfers 35 betrekking op gelijke onderdelen of onderdelen met een gelijke functie.
Fig. 1 toont een transporteur 2 met rails 4 waarlangs op zichzelf bekende haken 6 op niet nader getoonde, op zichzelf bekende • f .
-5- ί wijze worden voortbewogen in de richting van pijl 8, bijvoorbeeld door een aangedreven ketting waarmee elke haak 6 is verbonden. Elke haak 6 is bestemd om twee poten 10 van een slachtdier te dragen bij het tarsaalgewricht daarvan. Er kunnen overigens ook haken worden 5 toegepast die zijn bestemd om één poot of meer dan twee poten te dragen.
Onder de transporteur 2 is een transporteur 12 opgesteld, waarin door middel van door tandwielen 14 aangedreven kettingen 16 dijbotverwijderingscomponenten 18 worden voortbewogen in de richting 10 van pijl 20. Wanneer de dijbotverwijderingscomponenten 18 langs een rail 22 van de transporteur 12 bewegen, verplaatsen zij zich in hoofdzaak parallel aan, en synchroon met de haken 6.
Tenslotte is vast ten opzichte van de transporteur 12 een roteerbaar mes 23 opgesteld dat op niet nader getoonde wijze via een 15 as 25 wordt aangedreven.
De dijbotverwijderingscomponenten 18 die in fig. 1 en 2a-2c zijn getoond, omvatten elk een lichaam 24 dat is voorzien van klauwen 26 die zijn bestemd om de rail 22 te omgrijpen. Op het lichaaam 24 is een basisplaat 26 vast bevestigd, ten opzichte waarvan en een 20 stuurplaat 28 beweegbaar is in de richtingen van dubbele pijl 30. De stuurplaat 28 is voorzien van een nok of vrij roteerbaar wiel 32 dat in samenwerking met een geschikte geleiding 34 welke naast de baan van de dijbotverwijderingscomponent 18 is opgesteld zorgt voor de gewenste verplaatsing van de stuurplaat 28 ten opzichte van de 25 basisplaat 26. Op de basisplaat 26 zijn twee rond een as 36 in de richtingen van dubbele pijl 38 zwenkbare armen 40 aangebracht. Elke arm 40 bezit een in hoofdzaak halfcirkelvormige uitsparing 42 die behoort bij een in hoofdzaak halfcirkelvormige uitsparing 44 van de basisplaat 26 voor het vormen van een schraapopening 46. Een tussen 30 de basisplaat 26 en elke arm 40 werkzame veer 48, die aan de uiteinden daarvan is verbonden met genoemde respectieve onderdelen, zorgt ervoor dat elke arm 40 naar de basisplaat 26 wordt gedrongen voor het vormen van een gesloten schraapopening 46. Daarentegen zorgt het neerwaarts verplaatsen van de stuurplaat 28 ten opzichte van de 35 basisplaat 26 ervoor, dat de armen 40 tegen de terugstelkracht van de veer 48 in zwenken voor het van elkaar af bewegen van de uitsparingen 42 en 44 voor het openen van de schraapopening 46.
-6-
Op het lichaam 24 is een as 50 aangebracht die van uitsparingen 51 voorziene armen 52 draagt en zwenkbaar is in de richtingen van dubbele pijl 54. De as 50 is in het lichaam 24 verbonden met een as 56 die door een sleuf in de basisplaat 26 steekt en aan een uiteinde 5 een rol 58 draagt. Een op- of neergaande beweging van de rol 58, bijvoorbeeld door deze te leiden in een groef 60 (fig. 1) van een vast langs de baan van de dijbotverwijderingscomponent 18 opgestelde geleiding 62, leidt tot een zwenking van de as 50, en dientengevolge tot het bewegen van de uitsparingen 51 van de schraapopening 46 af 10 resp. daarnaartoe.
De werking van de inrichting volgens fig. 1 is als volgt. Aan de linkerzijde van de figuur worden poten 10 aangevoerd in de transporteur 2. De haken 6 waaraan de poten 10 hangen bewegen synchroon met de dijbotverwijderingscomponenten 18, waarbij elke poot 15 10 ter plaatse van een schraapopening 46 van een van de dijbotverwij- deringscomponenLen 18 bowoeyl. Voordat de poten 10 ter plaatse van de transporteur 12 zijn, of tijdens het bewegen van de poten 10 over de transporteur 12, wordt uit elke poot 10 het dijbot gedeeltelijk losgemaakt door de peesverbindingen bij het kniegewricht los te maken 20 en het dijbot neerwaarts te kantelen rond de althans nog gedeeltelijk intact zijnde verbinding tussen het dijbot en de poot ter plaatse van het heupgewricht. De schraapopening 46 wordt geopend door de armen 40 van de basisplaat 26 af te zwenken door het wiel 32 neerwaarts te bewegen ten opzichte van de basisplaat 26. Bij wijze van alternatief 25 kan het wiel 32 zover ten opzichte van de basisplaat 26 neerwaarts worden bewogen, dat de veerkracht van veer 48 in hoofdzaak wordt opgeheven, maar de schraapopening 46 nog gesloten blijft; de arm 40 kan nu met zeer weinig kracht ten opzichte van de basisplaat 26 worden gezwenkt. Zoals bij 70 en 72 is geïllustreerd, wordt elk 30 gedeeltelijk losgemaakte dijbot enerzijds in de uitsparingen 42 en 44 tussen een arm 40 en het corresponderende deel van de basisplaat 26 gelegd, en anderzijds in de uitsparing 51 van de arm 52 gelegd. De schraapopening 46 wordt vervolgens weer gesloten, c.q. de volledige veerkracht van de veer 48 wordt weer hersteld door het wiel 32 vrij 35 te geven.
De uitsparing 51 heeft zodanige dimensies, dat een uiteinde van het dijbot aan de kniegewrichtszijde daarvan de uitsparing 51 niet kan passeren. De schraapopening 46 heeft in hoofdzaak zodanige -7- dimensies, dat het dijbot daardoorheen kan passeren, inclusief het uiteinde van het dijbot aan de heupgewrichtszijde, waarbij de veer 48 ervoor zorgt dat de schraapopening 46 zich, indien nodig, kan verwijden om laatstgenoemd uiteinde van het dijbot te laten passeren.
5 De met het dijbot verbonden oester kan de schraapopening 46 niet passeren. Bij 74 is geïllustreerd, dat het vervolgens van de schraapopening 46 af bewegen van de armen 52 ertoe leidt dat de dijbotten in de lengterichting daarvan wordt verplaatst door de schraapopeningen 46, waarbij uiteindelijk de uiteinden van de 10 dijbotten aan de heupgewrichtszijde de schraapopening 46 passeren, en zich aan de naar de armen 52 gekeerde zijde van de armen 40 bevinden. De armen 52 bewegen in feite zover van de basisplaat 26 af, dat zelfs een dijbot met de grootst mogelijke lengte de schraapopening 46 met zekerheid zal passeren. Vervolgens worden de armen 52 over zodanige 15 afstand in tegengestelde richting bewogen, dat de uiteinden van de dijbotten, onverschillig de lengte daarvan, aan de heupgewrichtszijde tegen de basisplaat komen te liggen als gevolg van de spanning in de weefselverbindingen van de dijbotten met de rest van de poten. In deze toestand passeert de dijbotverwijderingscomponent 18 het mes 23, 20 en wordt het dijbot losgesneden van het dijvlees.
Fig. 3a en 3b illustreren een wijze waarop een dijbot met de hand gedeeltelijk kan worden losgemaakt uit een poot 10, en kan worden gepositioneerd in de dijbotverwijderingscomponent 18 (overeenkomstig fig. 1, bij 72. Als voorbewerking is reeds een langssnede 25 langs de gehele poot 10 aan de in de natuurlijke staat naar de andere poot toegekeerde zijde van de poot 10 aangebracht. Tevens is in de voorbewerking reeds een dwarssnede bij het kniegewricht aangebracht. Deze dwarssnede heeft slechts een beperkte diepte om ervoor te zorgen dat de knieschijf verbonden blijft met het drumstickbot, wanneer in 30 een later stadium de drumstick wordt ontbeend. Zoals fig. 3a in het bijzonder toont, wordt na de voorbewerking het uiteinde van het dijbot aan de kniegewrichtszijde daarvan met behulp van een door een persoon gehanteerd wizardmes 80 (een eindloos, bandvormig mes, dat in de lengterichting daarvan wordt aangedreven ten opzichte van een 35 handgreep) losgesneden en vastgegrepen. Het dijbot wordt vervolgens aan de kniegewrichtszijde uit de poot 10 getrokken, waarbij het dijbot kantelt rond de nog gedeeltelijk intact zijnde verbinding tussen het dijbot aan de heupgewrichtszijde en het dijvlees.
* r ·> .··,
.i·..· . A
. λ -8-
Vervolgens wordt het dijbot, zoals fig. 3b illustreert, in de uitsparing 51 en de schraapopening 4 6 gelegd met behulp van het wizardries 80. Vervolgens vindt de bewerking zoals in fig. 1 bij 74 is geïllustreerd plaats.
5 Fig. 3c illustreert in het bijzonder de bewerking die door het mes 23 (fig. 1) plaatsvindt, uitgaande van de positionering van een dijbot 82 die bij 74 in fig. 1 is bereikt. De basisplaat 26 passeert het mes 23 op zeer korte afstand, en snijdt daarbij in het gebied van de schraapopening 46 aan de zijde van de basisplaat 26 die naar de 10 armen 52 is gericht. Het is echter ook mogelijk, zoals in de figuur met onderbroken lijnen is aangegeven, het mes zodanig op te stellen, dat dit aan de tegenoverliggende zijde van de basisplaat 26 in het gebied van de schraapopening 46 snijdt. Het resultaat van de snijbewerking door het mes 23 is dat het dijbot 82 van de poot 10 is 15 gescheiden. Evenwijdig aan de baan van de dijbotverwijderingscompo-nent 18 kan een geleiding 83 zijn aangebraclit, die het dijbot 82 neerwaarts drukt voor een verbetering van de positionering van het tegen de basisplaat 26 rustende einde van het dijbot 82: aldus wordt voorkomen dat dit dijboteinde, dat een afgeronde vorm heeft, in de 20 schraapopening 46 steekt, en wordt door het mes 23 niet in het dijboteinde gesneden. De geleiding 23 zorgt er verder voor, dat loshangende vleesdelen worden weggehouden van het mes 23.
Het in de dijbotverwijderingscomponent 18 achterblijvende dijbot 82 wordt vervolgens op een geschikte wijze afgevoerd, zodat de 25 dijbotverwijderingscomponent 18 gereed is voor een volgend gebruik.
Fig. 4 komt in hoofdzaak overeen met fig. 1. Een functioneel verschil is de automatische werking van de inrichting volgens fig. 4. Een daartoe strekkend constructief verschil bestaat uit de toevoeging van geleidingen 84 ter zijwaartse ondersteuning van de langsbewegende 30 poten 10. Voorts is voorzien in een geleiding 86 die tegenover de geleidingen 84 is opgesteld. De geleidingen 84, 86 zijn op geschikte, niet nader getoonde wijze met een frame verbonden. De geleiding 86, die schuin neerwaarts is gericht, is aan zijn stroomopwaartse einde voorzien van een uitdrijfelement 88. Bij het transporteren van de 35 poten langs de geleidingen 84, 86 dringt het uitdrijfelement 88 in de poten achter de dijbotten. Voortgaand langs de geleiding 86 worden de dijbotten uit de poten gekanteld en in de uitsparingen 51 en de schraapopeningen 46 gepositioneerd, waarna de reeds aan de hand van -9- fig. 1 beschreven bewerkingen ter verdere verwijdering van de dijbotten uit de poten 10 plaatsvinden.
Fig. 5 toont een alternatieve inrichting voor dijbotverwijde-ring uit poten 10. Onder de transporteur 2 zijn twee stellen rond hun 5 lengteas roteerbare rollen 100, 101 opgesteld, die op niet nader getoonde wijze worden aangedreven. De rollen 100 draaien in onderling tegengestelde richtingen 104, evenals de rollen 101 die in onderling tegengestelde richtingen 106 draaien. De rollen 100, 101 zijn voorzien van nokken 108, bij voorkeur van een flexibel materiaal.
10 Daarnaast kan ten minste één rol van elk stel rollen zijn voorzien van middelen voor het in de lengterichting van de rollen 100, 101 transporteren van met de rollen in aanraking zijnde poten. Elk stel rollen 100, 101 begrenst een spleet, waarnaar een geleiding 110 leidt. Boven de rollen 100, 101 zijn messen 112 resp. 114 opgesteld, 15 die zijn bestemd om werkzaam te zijn boven de spleet van het bijbehorende stel rollen. De messen 112, 114 worden door respectieve motoren 116, 118 via respectieve overbrengingen 120, 122 roterend aangedreven.
De werking van de inrichting volgens fig. 5 is als volgt. Van 20 links naar rechts gaande in de figuur in de richting 8 van transport van de poten 10, worden in eerste instantie de dijbotten losgemaakt uit het dijvlees met behulp van een handmatige bewerking met een wizardmes 80 (vergelijk fig. 3a). Vervolgens worden de dijen van de poten 10 via de geleiding 110 naar de spleten tussen de rollen 100 25 resp. 101 geleid. In elke spleet wordt het dijvlees door de nokken 108 op de rollen 100, 101 aangegrepen, en opwaarts gestuwd door de spleet tussen de rollen 100, 101 door. De dijbotten kunnen de spleet tussen de rollen 100 resp. 101 niet passeren, waardoor de resterende verbindingen tussen de dijbotten en het dijvlees onder voorspanning 30 komen te staan, en in voorkomende gevallen worden verbroken.
Verbindingen die niet als gevolg van de werking van de nokken 108 worden verbroken, worden doorgesneden door de messen 112, 114. In beide gevallen worden de weefselverbindingen tussen de dijbotten en de rest van de poten uiteindelijk verbroken, en worden de dijbotten 35 verder afgevoerd, bijvoorbeeld via een goot 120. De van dijbotten ontdane poten vervolgen hun weg in de transporteur 2.
De hiervoor beschreven werking van elk stel rollen 100, 101 kan ook worden verkregen in een inrichting waarin een van de rollen glad T9' y -10- is uitgevoerd, of is vervangen door een statische geleiding die zich evenwijdig aan de andere rol uitstrekt.
De in de inrichtingen volgens fig. 1, 4 en 5 getoonde messen kunnen zijn uitgevoerd zoals hierna is beschreven.
5 Fig. 6a, 6b en 6c tonen een mes 160, in het bijzonder cirkel vormig, met gaten 161 en 162 ter bevestiging van het mes 160 met behulp van bijvoorbeeld schroeven of dergelijke op een niet nader getoonde aandrijfconstructie, zoals een as en/of een flens, voor het rond een centrale rotatieas loodrecht op het vlak van het mes 160 10 roteren daarvan. Een ringvormig eerste gebied of snijvlak 163 langs de omtreksrand van het mes 160 is onder een hoek a van 8-15°, in het bijzonder 11°, met het vlak van het mes 160 geslepen, en een ringvormig tweede gebied of snijvlak 164 langs de omtreksrand van het mes 160 is onder een hoek β van 30-40°, in het bijzonder 32,5°, met 15 het vlak van het mes 160 geslepen. Het slijppatroon is bij 165 aangegeven. Het mes 160, in het bijzonder ue snijvlakken 163, 164, wordt voorzien van een titaniumnitride (TiN) of chroomnitride (CrN) coating. Indien het gehele mes 160 is voorzien van de coating, verdwijnt bij het naslijpen van het mes 160 na gebruik slechts aan 20 één zijde van het mes 160 de coating. Het mes 160 wordt voor het maken van insnijdingen in delen van slachtdieren gebruikt, in het bijzonder voor het afsnijden van een heupbot van een poot van een slachtdier of voor het snijden van borstkappen, magen , dijvel of nekvel van gevogelte.
25 Fig. 7a, 7b en 7c tonen een mes 170, in het bijzonder cirkel vormig, met een gat 171 ter bevestiging van het mes 170 met behulp van bijvoorbeeld schroeven of dergelijke op een niet nader getoonde aandrijfconstructie, zoals een as en/of een flens, voor het rond een centrale rotatieas loodrecht op het vlak van het mes 170 roteren 30 daarvan. Een ringvormig eerste gebied of snijvlak 172 langs de omtreksrand van het mes 170 en aan de voorzijde daarvan is onder een hoek a van 8-15°, in het bijzonder 10°, met het vlak van het mes 170 geslepen, en een ringvormig tweede gebied of snijvlak 173 langs de omtreksrand van het mes 170 en aan de achterzijde daarvan is onder 35 een hoek β van 10-20°, in het bijzonder 15°, met het vlak van het mes 170 geslepen. Het slijppatroon is bij 174 aangegeven. Langs de omtreksrand van het mes 170 zijn vier langwerpige radiale uitsparingen 175 aangebracht, die in het bijzonder een lengte hebben die -11- groter is dan de breedte van het gebied 172. Er kunnen naar behoefte meer of minder uitsparingen 175 worden aangebracht, naar behoefte regelmatig of onregelmatig langs de omtrek verdeeld, en naar behoefte van onderlinge gelijke of ongelijke lengte of breedte. Het mes 170, 5 in het bijzonder de snijvlakken 172, 173, wordt voorzien van een titaniumnitride (TiN) of chroomnitride (CrN) coating. Het mes 170 wordt voor het maken van insnijdingen in delen van slachtdieren gebruikt, in het bijzonder voor het afsnijden van een heupbot van een poot van een slachtdier of voor het snijden van dijvel van gevogelte. 10 Fig. 8a, 8b en 8c tonen een mes 180, in het bijzonder cirkel vormig, met een gat 181 ter bevestiging van het mes 180 met behulp van bijvoorbeeld schroeven of dergelijke op een niet nader getoonde aandrijfconstructie, zoals een as en/of een flens, voor het rond een centrale rotatieas loodrecht op het vlak van het mes 180 roteren 15 daarvan. Een ringvormig eerste gebied of snijvlak 182 langs de omtreksrand van het mes 180 en aan de voorzijde daarvan is onder een hoek α van 8-15°, in het bijzonder 10°, met het vlak van het mes 180 geslepen, en een ringvormig tweede gebied of snijvlak 183 langs de omtreksrand van het mes 180 en aan de achterzijde daarvan is onder 20 een hoek β van 10-20°, in het bijzonder 15°, met het vlak van het mes 180 geslepen. Het slijppatroon is bij 184 aangegeven. Langs de omtreksrand van het mes 180 zijn vier langwerpige, in hoofdzaak V-vormige radiale uitsparingen 185 aangebracht, die in het bijzonder een lengte hebben die in hoofdzaak gelijk is aan de breedte van het 25 gebied 182. Het naar de rotatieas van het mes 180 gekeerde einde van elke uitsparing is onder een hoek γ van 20-35°, in het bijzonder 27°, ten opzichte van het vlak van het mes 180 geslepen. Er kunnen naar behoefte meer of minder uitsparingen 185 worden aangebracht, naar behoefte regelmatig of onregelmatig langs de omtrek verdeeld, naar 30 behoefte van onderlinge gelijke of ongelijke lengte, en naar behoefte met onderling gelijke of ongelijke hoek tussen de tegenover elkaar liggende zijden van de uitsparingen. Het mes 180, in het bijzonder de snijvlakken 182, 183, wordt voorzien van een titaniumnitride (TiN) of chroomnitride (CrN) coating. Het mes 180 wordt voor het maken van 35 insnijdingen in delen van slachtdieren gebruikt, in het bijzonder voor het afsnijden van een heupbot van een poot van een slachtdier of voor het snijden van vleugels of filets van gevogelte.
-12-
Fig. 9a, 9b en 9c tonen een mes 190, in het bijzonder in hoofdzaak cirkelvormig, met gaten 191 en 192 ter bevestiging van het mes 190 met behulp van bijvoorbeeld schroeven of dergelijke op een niet nader getoonde aandrijfconstructie, zoals een as en/of een 5 flens, voor het rond een centrale rotatieas loodrecht op het vlak van het mes 190 roteren daarvan. Een ringvormig eerste gebied of snijvlak 193 langs de omtreksrand van het mes 190 en aan de voorzijde daarvan is onder een hoek a van 8-15°, in het bijzonder 10°, met het vlak van het mes 190 geslepen, en een ringvormig tweede gebied of snijvlak 194 10 langs de omtreksrand van het mes 190 en aan de achterzijde daarvan is onder een hoek β van 20-35°, in het bijzonder 27,5°, met het vlak van het mes 190 geslepen. Het slijppatroon is bij 195 aangegeven. Langs de omtreksrand van het mes 190 zijn vierentwintig langwerpige, in hoofdzaak U-vormige radiale uitsparingen 196 aangebracht, die in het 15 bijzonder een lengte hebben die kleiner is dan de breedte van het nobi pH 193. Het Π8.ΒΙΓ de irotetiees vsn het mes 190 cjekeeircie einde ven elke uitsparing is onder een hoek γ van 20-35°, in het bijzonder 27°, ten opzichte van het vlak van het mes 190 geslepen. Er kunnen naar behoefte meer of minder uitsparingen 196 worden aangebracht, naar 20 behoefte regelmatig of onregelmatig langs de omtrek verdeeld, en naar behoefte van onderlinge gelijke of ongelijke lengte. Het mes 190, in het bijzonder de snijvlakken 193, 194, wordt voorzien van een titaniumnitride (TiN) of chroomnitride (CrN) coating. Het mes 190 wordt voor het maken van insnijdingen in delen van slachtdieren 25 gebruikt, in het bijzonder voor het afsnijden van een heupbot van een poot van een slachtdier of voor het snijden van magen of poten van gevogelte.
Hoewel de uitvinding in het voorgaande is geïllustreerd aan de hand van poten voor het verwijderen van het dijbot daaruit, kunnen op 30 soortgelijke wijze vleugels worden bewerkt voor het verwijderen van de humerus daaruit. Voorts is het niet noodzakelijk de extremiteiten voorafgaand aan de botverwijdering los te maken van de romp van het betreffende slachtdier: indien het rompgewricht voorafgaand aan de botverwijdering wordt ontwricht en omringende weefselverbindingen 35 althans gedeeltelijk worden verbroken, kan de botverwijdering ook plaatsvinden terwijl de extremiteit nog met de romp van het slachtdier is verbonden.
Claims (20)
1. Werkwijze voor het verwijderen van een langwerpig bot uit een extremiteit van een slachtdier, welk bot een rompgewrichtseinde heeft 5 dat deel uitmaakt van het gewricht tussen het bot en de romp van het slachtdier, en welk bot voorts een eerstvolgend einde heeft dat. deel uitmaakt van het eerstvolgende gewricht van de extremiteit, welke werkwijze de stap omvat: uit de extremiteit brengen van het bot aan genoemd eerstvolgen-10 de einde daarvan, waarbij de weefselverbinding tussen de extremiteit en het rompgewrichtseinde van het bot in hoofdzaak in stand blijft; welke werkwijze is gekenmerkt door de stappen: van het bot af bewegen van vlees in het gebied van het rompgewrichtseinde van het bot; en 15 verbreken van de weefselverbinding tussen de extremiteit en het bot.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de stap van het van het bot af bewegen van vlees in het gebied van het rompge- 20 wrichtseinde van het bot de stap omvat: bewegen van althans een gedeelte van het bot in de langsrich-ting daarvan door een schraapinrichting in de richting van het rompgewrichtseinde.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de weefsel verbinding tussen de extremiteit en het bot wordt verbroken door lossnijden ter plaatse van de schraapinrichting.
4. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, 30 dat de weefselverbinding tussen de extremiteit en het bot wordt verbroken door lostrekken. 1 Samenstel voor het verwijderen van een langwerpig bot uit een extremiteit van een slachtdier, welk bot een rompgewrichtseinde heeft 35 dat deel uitmaakt van het gewricht tussen het bot en de romp van het slachtdier, en welk bot voorts een eerstvolgend einde heeft dat deel uitmaakt van het eerstvolgende gewricht van de extremiteit, welk samenstel omvat: -14- middelen voor het uit de extremiteit brengen van het bot aan genoemd eerstvolgende einde daarvan, waarbij de weefselverbinding tussen de extremiteit en het rompgewrichtseinde van het bot in hoofdzaak in stand blijft; 5 welk samenstel is gekenmerkt door: middelen voor het van het bot af bewegen van vlees in het gebied van het rompgewrichtseinde van het bot; en scheidingsmiddelen voor het verbreken van de weefselverbinding tussen de extremiteit en het bot. 10
6. Samenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de middelen voor het van het bot af bewegen van vlees in het gebied van het rompgewrichtseinde van het bot een schraapinrichting omvatten welke is bestemd om langs het bot te schrapen tot voorbij het rompge- 15 wrichtseinde daarvan.
7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de scheidingsmiddelen een mes omvatten dat werkzaam is ter plaatse van de schraapinrichting. 20
8. Samenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het van het bot af bewegen van vlees een combinatie van twee evenwijdige rollen omvatten.
9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de afstand tussen de rollen kleiner is dan de dwarsafmetingen van het bot.
10. Samenstel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het van het bot af bewegen van vlees een combinatie van een rol 30 en een aan de rol evenwijdige geleiding omvatten.
11. Samenstel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de afstand tussen de rol en de geleiding kleiner is dan de dwarsafmetingen van het bot. 35
12. Samenstel volgens een van de conclusies 8-11, met het kenmerk, dat althans één rol is voorzien van nokken. -15-
13. Mes voor het maken van een insnijding in een deel van een slachtdier, welk mes zich in hoofdzaak in een vlak uitstrekt en een eerste zijde en een tweede zijde heeft, en is voorzien van een eerste snijvlak dat zich aan de eerste zijde van het mes onder een hoek van 5 8-15°, in het bijzonder onder een hoek van 10-11° met het vlak van het mes uitstrekt.
14. Mes volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het mes is voorzien van een tweede snijvlak dat zich aan de eerste zijde van het 10 mes onder een hoek van 20-40°, in het bijzonder onder een hoek van 27-33° met het vlak van het mes uitstrekt.
15. Mes volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat het mes is voorzien van een derde snijvlak dat zich aan de tweede zijde van het 15 mes onder een hoek van 10-20°, in het bijzonder onder een hoek van 15° met het vlak van het mes uitstrekt.
16. Mes volgens een van de conclusies 13-15, met het kenmerk, dat het mes cirkelvormig is. 20
17. Mes volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het mes langs een omtreksrand daarvan is voorzien van ten minste een radiale uitsparing.
18. Mes volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de uitsparing langwerpig is.
19. Mes volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de uitsparing in hoofdzaak U-vormig is. 30
20. Mes volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de uitsparing in hoofdzaak V-vormig is.
21. Mes volgens een van de conclusies 13-20, met het kenmerk, dat 35 althans het snijvlak is voorzien van een laag TiN of CrN. % ; - S* * k \_>·
Priority Applications (17)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1019293A NL1019293C1 (nl) | 2001-11-05 | 2001-11-05 | Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier. |
US10/495,052 US7232365B2 (en) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Method and device for removing a bone from an extremity of a slaughter animal |
BRPI0213852-2A BR0213852B1 (pt) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | método e dispositivo para remoção de osso de aves abatidas. |
DK02773038T DK1441594T3 (da) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Fremgangsmåde til fjernelse af en knogle fra en ekstremitet på et slagtedyr |
EP08075142.3A EP1929874B1 (en) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Method and device for removing a bone from an extremity of a slaughter animal |
PCT/NL2002/000696 WO2003039262A2 (en) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Method and device for removing a bone from an extremity of a slaughter animal |
ES10175434T ES2390651T3 (es) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Dispositivo de extracción de un hueso de una extremidad de un animal de matadero |
EP10175434A EP2329721B1 (en) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Device for removing a bone from an extremity of a slaughter animal |
EP02773038A EP1441594B1 (en) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Method for removing a bone from an extremity of a slaughter animal |
ES08075142T ES2424367T3 (es) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Sistema para retirar un hueso de una extremidad de un animal de matanza |
DE60229280T DE60229280D1 (de) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Verfahren zum entfernen eines knochens aus einem tierglied |
AT02773038T ATE410063T1 (de) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Verfahren zum entfernen eines knochens aus einem tierglied |
DK08075142.3T DK1929874T3 (da) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Fremgangsmåde og indretning til fjernelse af en knogle fra en ekstremitet på et slagtedyr |
JP2003541368A JP4319036B2 (ja) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | 食肉処理動物の肢部から骨を除去する方法及びアセンブリ |
DK10175434.9T DK2329721T3 (da) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Indretning til fjernelse af en knogle fra en ekstremitet på et slagtedyr |
ES02773038T ES2314104T3 (es) | 2001-11-05 | 2002-11-01 | Procedimiento para sacar un hueso de una extremidad de un animal de matanza. |
US11/808,389 US7530888B2 (en) | 2001-11-05 | 2007-06-08 | Method and device for removing a bone from an extremity of a slaughter animal |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1019293A NL1019293C1 (nl) | 2001-11-05 | 2001-11-05 | Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier. |
NL1019293 | 2001-11-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1019293C1 true NL1019293C1 (nl) | 2003-05-07 |
Family
ID=19774253
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1019293A NL1019293C1 (nl) | 2001-11-05 | 2001-11-05 | Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US7232365B2 (nl) |
EP (3) | EP1929874B1 (nl) |
JP (1) | JP4319036B2 (nl) |
AT (1) | ATE410063T1 (nl) |
BR (1) | BR0213852B1 (nl) |
DE (1) | DE60229280D1 (nl) |
DK (3) | DK1929874T3 (nl) |
ES (3) | ES2424367T3 (nl) |
NL (1) | NL1019293C1 (nl) |
WO (1) | WO2003039262A2 (nl) |
Families Citing this family (49)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CA2546456A1 (en) * | 2003-06-20 | 2004-12-29 | Mayekawa Mfg. Co., Ltd. | Method and apparatus for separating thigh meat and oyster meat |
US7635294B2 (en) * | 2006-07-28 | 2009-12-22 | Tyson Foods, Inc. | Method and apparatus to load and remove bones from primals |
ES2624182T3 (es) * | 2006-12-20 | 2017-07-13 | Robotic Technologies Limited | Extractor y método para su uso en el deshuesado o corte de canales de animales |
US7806753B2 (en) * | 2008-02-12 | 2010-10-05 | Stork Townsend Inc. | Skin-on ham deboning method |
US8591298B1 (en) * | 2008-02-21 | 2013-11-26 | Three Dick Farms, Inc. | Poultry wing deboning apparatus and method |
US8272927B2 (en) * | 2009-10-21 | 2012-09-25 | Remington Holdings Llc | Poultry shoulder and neck skinner |
US8632380B2 (en) | 2010-01-26 | 2014-01-21 | Foodmate B.V. | Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends |
US8157625B2 (en) | 2010-01-26 | 2012-04-17 | Foodmate Bv | Method and apparatus for collecting meat from an animal part |
US8235774B2 (en) * | 2010-03-29 | 2012-08-07 | Mcbrayer Donald Edward | Poultry wing portioner |
NL2004573C2 (en) | 2010-04-19 | 2011-10-20 | Foodmate B V | Turning block alignment. |
US8757354B2 (en) | 2010-04-19 | 2014-06-24 | Foodmate Bv | Turning block alignment |
NL2004574C2 (en) | 2010-04-19 | 2011-10-20 | Foodmate B V | Rotatable article support for a conveyor. |
US8789684B2 (en) | 2010-04-19 | 2014-07-29 | Foodmate Bv | Rotatable article support for a conveyor |
NL2006075C2 (en) | 2011-01-26 | 2012-07-30 | Foodmate B V | Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station. |
JP5399330B2 (ja) * | 2010-06-29 | 2014-01-29 | 東洋自動機株式会社 | ダブル型製品袋取出装置 |
NL2005027C2 (en) | 2010-07-05 | 2012-01-09 | Meyn Food Proc Technology Bv | A method and device for slitting a chicken leg. |
US8727839B2 (en) | 2011-01-21 | 2014-05-20 | Foodmate Bv | Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines |
EP2667728B1 (en) | 2011-01-26 | 2015-07-29 | Foodmate B.V. | Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat there from and apparatus for performing the method |
US8267241B2 (en) | 2011-01-26 | 2012-09-18 | Foodmate Bv | Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station |
US8882571B2 (en) | 2011-01-26 | 2014-11-11 | Foodmate Bv | Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method |
US8430728B2 (en) | 2011-02-14 | 2013-04-30 | Foodmate Bv | Special cut poultry wing cutter |
US8888569B2 (en) * | 2011-09-26 | 2014-11-18 | Tyson Foods, Inc. | Big poultry cut-up method |
NL2007506C2 (en) * | 2011-09-29 | 2013-04-02 | Meyn Food Proc Technology Bv | Poultry processing device and method for poultry processing. |
US8500523B1 (en) * | 2012-06-07 | 2013-08-06 | Marel Meat Processing Inc. | Cutting system and method of cutting meat parts using the same |
NL2009033C2 (en) | 2012-06-19 | 2013-12-23 | Foodmate B V | Weighing method and apparatus. |
JP6185579B2 (ja) * | 2012-07-04 | 2017-08-23 | マレル・ミート・プロセッシング・ベー・フェー | 四肢屠畜動物の枝肉または枝肉の部位を運搬するためのシステム |
US8535124B1 (en) | 2012-10-17 | 2013-09-17 | Remington Holdings Llc | Poultry tender tendon clipper |
US8808068B2 (en) | 2012-10-29 | 2014-08-19 | Foodmate Bv | Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity |
NL2009718C2 (en) | 2012-10-29 | 2014-05-01 | Foodmate B V | Method of mechanically removing skin from animal parts. |
NL2009717C2 (en) * | 2012-10-29 | 2014-05-01 | Foodmate B V | Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity. |
ES2661642T3 (es) * | 2013-04-26 | 2018-04-02 | Marel Meat Processing Inc. | Un sistema para el tratamiento de partes de carcasa |
US9078453B2 (en) | 2013-11-01 | 2015-07-14 | Foodmate B.V. | Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom |
US8961274B1 (en) * | 2013-12-18 | 2015-02-24 | Foodmate Bv | Selective tendon cutter and method |
NL2012007C2 (en) * | 2013-12-20 | 2015-06-26 | Meyn Food Proc Technology Bv | Method and apparatus for harvesting thigh meat and oyster meat from a poultry thigh. |
EP3102040B1 (de) * | 2014-02-07 | 2018-06-20 | Linco Food Systems A/S | Positioniervorrichtung zum positionieren von in förderrichtung längs einer förderstrecke in reihe geförderten geflügelbeinen sowie das positionieren umfassendes verfahren zum entfernen des oberschenkelfleisches von geflügelbeinen |
NL2013018B1 (en) * | 2014-06-18 | 2016-07-05 | Marel Stork Poultry Proc Bv | System and method for removing a thigh bone from a defeathered whole leg poultry product. |
EP3157342B1 (en) | 2014-06-18 | 2018-08-15 | Marel Stork Poultry Processing B.V. | System and method for removing a thigh bone from a defeathered whole leg poultry product |
US9596863B2 (en) * | 2015-07-24 | 2017-03-21 | Marel Meat Processing Inc. | Automatic leg skinner |
USD796940S1 (en) * | 2016-01-21 | 2017-09-12 | Go Steady, Llc | Meat boning hook |
NL2020988B1 (en) * | 2017-05-26 | 2019-04-11 | Foodmate Bv | Cutting unit for cutting meat parts from suspended previously eviscerated poultry carcasses |
BR112019025953B1 (pt) * | 2017-06-30 | 2022-08-09 | Nordischer Maschinenbau Rud. Baader Gmbh + Co. Kg | Dispositivo de transporte; aparelho para recuperação de filetes de corpos de aves de corte; método para transportar continuamente corpos de aves de corte e método para obter filetes de corpos de aves de corte |
EP3603404B1 (en) | 2017-12-25 | 2022-03-16 | Mayekawa Mfg. Co., Ltd. | System for processing bone-in leg meat and method for producing separated meat |
US10595539B2 (en) * | 2018-01-03 | 2020-03-24 | Prime Equipment Group, Llc | Apparatus and method for deboning poultry breasts |
CN108391709B (zh) * | 2018-03-01 | 2020-05-12 | 岳西神农氏农业科技有限公司 | 一种鸡爪脱骨系统 |
CN109380491B (zh) * | 2018-11-16 | 2020-11-24 | 山东圣和塑胶发展有限公司 | 一种鸡腿去骨装置 |
NL2022804B1 (en) * | 2019-03-25 | 2020-10-02 | Meyn Food Processing Tech Bv | Method and apparatus for providing a drumstick from a poultry's leg |
NL2022799B1 (en) * | 2019-03-25 | 2020-10-02 | Meyn Food Processing Tech Bv | Apparatus and method for harvesting meat from poultry thighs |
BR112022017683A2 (pt) | 2020-03-04 | 2022-11-16 | Foodmate Us Llc | Método e aparelho para remover pele de partes animais |
JP2023538632A (ja) | 2020-08-31 | 2023-09-08 | マレル・ミート・ベスローテン・フェンノートシャップ | 4本脚食肉動物の枝肉脚部の骨から肉を取り除くための枝肉脚部の脱骨の方法及びシステム |
Family Cites Families (17)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4480353A (en) * | 1983-03-28 | 1984-11-06 | Foodcraft Equipment Co., Inc. | Leg splitting machine |
JPS6027333A (ja) | 1983-07-22 | 1985-02-12 | 株式会社前川製作所 | 屠体の脱骨方法 |
CA1322438C (en) | 1988-10-31 | 1993-09-28 | Jacobus E. Hazenbroek | Revolving poultry thigh deboner |
US4893378A (en) | 1988-10-31 | 1990-01-16 | Systemate Holland B.V. | Revoving poultry thigh deboner |
US4993113A (en) * | 1989-04-03 | 1991-02-19 | Hazenbroek Jacobus E | On-line thigh deboner |
DK39090D0 (da) * | 1990-02-14 | 1990-02-14 | Slagteriernes Forskningsinst | Fremgangsmaade til at loesne og udtraekke knogler fra en slagtekrop og apparat til brug ved fremgangsmaaden |
US5176562A (en) * | 1991-04-26 | 1993-01-05 | Foodcraft Holdings, Inc. | Dark meat deboner with leg scraper |
NL194692C (nl) * | 1992-07-30 | 2004-02-10 | Maekawa Seisakusho Kk | bij een bout,zoals afkomstig van een dierpoot. twee onderling door een gewricht verbonden botten Werkwijze voor het verwijderen van het vlees van |
NL9300564A (nl) * | 1992-09-29 | 1994-04-18 | Stork Protecon Bv | Werkwijze en inrichting voor het ontbenen van pootstukken van slachtdieren. |
JPH0779609B2 (ja) | 1992-10-28 | 1995-08-30 | ゴーデックス株式会社 | 食鳥の骨付もも肉の骨抜き装置 |
US5277649A (en) * | 1992-12-01 | 1994-01-11 | Systemate Holland B.V. | Method and apparatus for removing meat from poultry legs and thighs |
NL1001226C2 (nl) * | 1995-09-18 | 1997-03-20 | Stork Pmt | Werkwijze en inrichting voor het ontbenen van een poot. |
US5976004A (en) * | 1996-01-23 | 1999-11-02 | Systemate Holland, B.V. | Partially deboned poultry product and process |
US6007417A (en) * | 1996-01-23 | 1999-12-28 | Dapec, Inc. | Expandable poultry deboner with improved stripper disk |
US7004830B2 (en) * | 1998-07-16 | 2006-02-28 | Stork Pmt B.V. | Method and device for processing poultry |
NL1010656C2 (nl) * | 1998-11-26 | 2000-05-30 | Stork Pmt | Inrichting en werkwijze voor het detecteren van botbreuk bij geslachte dieren, in het bijzonder gevogelte. |
NL1012703C2 (nl) | 1999-04-06 | 2000-10-09 | Stork Pmt | Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een gevogeltepoot. |
-
2001
- 2001-11-05 NL NL1019293A patent/NL1019293C1/nl not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-11-01 EP EP08075142.3A patent/EP1929874B1/en not_active Expired - Lifetime
- 2002-11-01 JP JP2003541368A patent/JP4319036B2/ja not_active Expired - Fee Related
- 2002-11-01 DE DE60229280T patent/DE60229280D1/de not_active Expired - Lifetime
- 2002-11-01 DK DK08075142.3T patent/DK1929874T3/da active
- 2002-11-01 EP EP10175434A patent/EP2329721B1/en not_active Expired - Lifetime
- 2002-11-01 AT AT02773038T patent/ATE410063T1/de not_active IP Right Cessation
- 2002-11-01 US US10/495,052 patent/US7232365B2/en not_active Expired - Lifetime
- 2002-11-01 DK DK10175434.9T patent/DK2329721T3/da active
- 2002-11-01 ES ES08075142T patent/ES2424367T3/es not_active Expired - Lifetime
- 2002-11-01 WO PCT/NL2002/000696 patent/WO2003039262A2/en active Application Filing
- 2002-11-01 DK DK02773038T patent/DK1441594T3/da active
- 2002-11-01 BR BRPI0213852-2A patent/BR0213852B1/pt not_active IP Right Cessation
- 2002-11-01 EP EP02773038A patent/EP1441594B1/en not_active Expired - Lifetime
- 2002-11-01 ES ES02773038T patent/ES2314104T3/es not_active Expired - Lifetime
- 2002-11-01 ES ES10175434T patent/ES2390651T3/es not_active Expired - Lifetime
-
2007
- 2007-06-08 US US11/808,389 patent/US7530888B2/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DK1441594T3 (da) | 2009-01-12 |
BR0213852B1 (pt) | 2012-02-22 |
JP4319036B2 (ja) | 2009-08-26 |
EP2329721A1 (en) | 2011-06-08 |
US20050059333A1 (en) | 2005-03-17 |
BR0213852A (pt) | 2004-12-28 |
ES2390651T3 (es) | 2012-11-15 |
EP1441594A2 (en) | 2004-08-04 |
ES2424367T3 (es) | 2013-10-01 |
EP1929874A2 (en) | 2008-06-11 |
DK2329721T3 (da) | 2012-10-01 |
DK1929874T3 (da) | 2013-08-12 |
JP2005507263A (ja) | 2005-03-17 |
WO2003039262A3 (en) | 2003-12-18 |
DE60229280D1 (de) | 2008-11-20 |
EP2329721B1 (en) | 2012-07-25 |
ES2314104T3 (es) | 2009-03-16 |
US7530888B2 (en) | 2009-05-12 |
EP1929874B1 (en) | 2013-07-10 |
EP1929874A3 (en) | 2008-09-10 |
WO2003039262A2 (en) | 2003-05-15 |
EP1441594B1 (en) | 2008-10-08 |
US7232365B2 (en) | 2007-06-19 |
US20080064315A1 (en) | 2008-03-13 |
ATE410063T1 (de) | 2008-10-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1019293C1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van een bot uit een extremiteit van een slachtdier. | |
EP1346639B1 (en) | Method for filleting slaughtered poultry | |
NL1012703C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het bewerken van een gevogeltepoot. | |
JPH04211323A (ja) | 屠殺した動物の脚の膝関節の近傍で正確な切断操作を行うための方法及び装置 | |
US5961383A (en) | Method and device for boning a leg | |
EP0695506B2 (en) | Method and apparatus for filleting the body of slaughtered poultry | |
US4041572A (en) | Anatomical section de-boning machine | |
NL1012683C2 (nl) | Werkwijze voor het winnen van een binnenfilet van een gevogeltekarkasdeel, en inrichting voor het bewerken van het gevogeltekarkasdeel. | |
CN106572667B (zh) | 用于将大腿骨从去掉羽毛的整个腿家禽产品去除的系统和方法 | |
US5697837A (en) | Poultry breast filleting apparatus | |
BRPI0622404B1 (pt) | dispositivo e método para processar uma parte da carcaça da ave abatida | |
KR102166227B1 (ko) | 동물 사지로부터 고기를 자동으로 제거하기 위한 방법 및 시스템 | |
NL9001246A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het van een rompdeel scheiden van de poten van geslacht gevogelte. | |
US5176562A (en) | Dark meat deboner with leg scraper | |
NL2013018B1 (en) | System and method for removing a thigh bone from a defeathered whole leg poultry product. | |
NL2013017B1 (en) | Method and system for harvesting knee meat together with thigh meat from a poultry leg. | |
NL2013019B1 (en) | Method and system for processing a defeathered whole leg poultry product. | |
NL9000228A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van het vlees van een dijbeen van een geslachte vogel. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Discontinued due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20071105 |