NL9301191A

NL9301191A - RAILWAY WITH SIDE DOORS.

Info

Publication number: NL9301191A
Application number: NL9301191A
Authority: NL
Original assignee: Costamasnaga Spa
Priority date: 1992-07-14
Filing date: 1993-07-07
Publication date: 1994-02-01
Also published as: IT226773Z2; FR2693697A3; NL193102C; FR2693697B3; NL193102B; DE9309603U1; ITMI920700U1; ITMI920700V0

Description

Korte aanduiding: Spoorwagon met zijdeuren.Short designation: Railway wagon with side doors.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een spoorwagon met een wagonbovenbouw, die is voorzien van draaistellen met op rails lopende wielen, welke wagonbovenbouw een opbouw voor het opnemen van goederen heeft, die in de opbouw worden geladen door zijdeuren, die op geleidingen kunnen worden bewogen door middel van hierop verschuifbare elementen.The present invention relates to a railway wagon with a wagon superstructure, which is provided with bogies with rail running wheels, which wagon superstructure has a superstructure for receiving goods, which are loaded in the superstructure by side doors, which can be moved on guides by by means of sliding elements thereon.

Zoals bekend is, bestaat bij een spoorwagon van de in de aanhef genoemde soort binnen de opbouw voor het opnemen van de goederen gewoonlijk de mogelijkheid de goederen op tenminste twee evenwijdige vlakken te plaatsen. Voor dit doel is een dergelijke wagon aan de binnenzijde van de opbouw voorzien van balken voor de ondersteuning van de op de vlakken geplaatste goederen.As is known, in the case of a railway wagon of the type mentioned in the opening paragraph, it is usually possible, within the superstructure for receiving the goods, to place the goods on at least two parallel surfaces. For this purpose, such a wagon is provided with beams on the inside of the superstructure for supporting the goods placed on the surfaces.

Verder is er bij de2e wagonbovenbouw in voorzien dat het centrale deel, d.w.z. het deel dat ligt tussen de beide einddelen, in het gebied waarvan de draaistellen zijn aangebracht, een groter opnamevermogen heeft dan de einddelen. Met andere woorden: de onderste vlakke bodem van de wagon, die in het gebied van dit middendeel ligt, is in een dichter bij de rails liggende (en daardoor verlaagde) positie aangebracht dan de onderste vlakke bodem van één van beide einddelen, waaronder een om een gebruikelijke as roterend draaistel is aangebracht.Furthermore, in the 2nd wagon superstructure, it is provided that the central part, i.e. the part which lies between the two end parts, in the area of which the bogies are fitted, has a greater absorption capacity than the end parts. In other words, the bottom flat bottom of the wagon, which lies in the area of this middle section, is arranged in a position closer to the rails (and therefore lowered) than the bottom flat bottom of either end section, including a a conventional axle rotating bogie is provided.

Bij een spoorwagon van de in de aanhef genoemde soort bestaat de noodzaak de zijdeuren in ieder geval tijdens hun beweging te geleiden. Wanneer aan deze zijdeuren, zoals vaak het geval is, beweegbare lichamen zijn aangebracht, die zowel de zijwand alsook het dak van de opbouw van de wagonbovenbouw bepalen (deze lichamen bewegen telescopisch in elkaar om de toegang in de opbouw mogelijk te maken), dan veroorzaakt de ongelijkmatigheid van de wagonbovenbouw vaak aanzienlijke problemen met betrekking tot de geleiding van de telescooplichamen langs de wagon.In the case of a railway wagon of the type mentioned in the preamble, it is necessary to guide the side doors at least during their movement. When, as is often the case, movable bodies are arranged on these side doors, which determine both the side wall and the roof of the superstructure of the wagon superstructure (these bodies move telescopically together to allow access in the superstructure), the unevenness of the wagon superstructure often presents considerable problems with regard to the guiding of the telescopic bodies along the wagon.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een spoorwagon, waarbij de zijdeuren of de telescooplichamen, die deze deuren bepalen, op een eenvoudige wijze in de geopende en de gesloten stand kunnen worden gebracht, onafhankelijk van de ongelijkmatigheid van de opbouw van de wagonbovenbouw.The object of the present invention is to provide a railway wagon, in which the side doors or the telescopic bodies defining these doors can be easily brought into the opened and closed positions, irrespective of the uneven construction of the wagon superstructure.

Een ander doel is het verschaffen van een spoorwagon van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de beweging van elke deur of van elk telescooplichaam met gematigde kosten en met een zo gering mogelijke verandering van de bekende deuren en telescooplichamen kan worden bereikt.Another object is to provide a railway wagon of the type mentioned in the preamble, whereby the movement of each door or of the telescopic body can be achieved at a moderate cost and with the least possible change of the known doors and telescopic bodies.

Een volgend doel is het verschaffen van een spoorwagon van de in de aanhef genoemde soort, waarbij het openen van elke deur of van elk telescooplichaam op een betrouwbare wijze kan worden bereikt.A further object is to provide a railway wagon of the type mentioned in the preamble, in which the opening of each door or of each telescopic body can be reliably achieved.

Deze en andere, voor de vakman duidelijke doelen, worden bereikt met de spoorwagon van de in de aanhef genoemde soort, die wordt gekenmerkt doordat tenminste één van deze deuren een aantal van de verschuifbare elementen omvat, die op tenminste twee verschillende hoogten zijn aangebracht, waarbij de in hoofdzaak boven elkaar liggende elementen geschikt zijn langs geleidingen te lopen, die eveneens in twee evenwijdige hoogte-vlakken zijn aangebracht en tenminste gedeeltelijk ten opzichte van elkaar zijn verschoven.These and other objectives, which are clear to the skilled person, are achieved with the railway carriage of the type mentioned in the preamble, characterized in that at least one of these doors comprises a number of the sliding elements, which are arranged at at least two different heights, wherein the substantially superimposed elements are suitable for running along guides, which are likewise arranged in two parallel height planes and are at least partly offset from one another.

Voor een beter begrip van de onderhavige uitvinding wordt verwezen naar de bij wijze van voorbeeld en zonder beperking gegeven toelichting en de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een gedeeltelijk zijaanzicht van een wagon volgens de uitvinding, waarbij vanwege de duidelijkheid enige delen doorzichtig zijn getoond,* fig. 2 een doorsnede over de lijn 2-2 in fig. l; en fig. 3 een doorsnede over de lijn 3-3 in fig. l.For a better understanding of the present invention, reference is made to the exemplary and unrestricted explanation and drawing. In the drawing: Fig. 1 shows a partial side view of a wagon according to the invention, in which for the sake of clarity some parts are shown transparent, * Fig. 2 shows a cross-section over the line 2-2 in Fig. 1; and FIG. 3 is a section on line 3-3 in FIG. 1.

In de figuren is een spoorwagon met 1 aangeduid. De spoorwagon 1 bestaat uit een wagonbovenbouw 2, die van op 2ich bekende draaistellen 3 (in de tekening is er slechts één zichtbaar) met op rails 5 lopende gebruikelijke wielen 4 is voorzien. De wagonbovenbouw 2 heeft een inwendige 7 holle opbouw 6 voor het opnemen van goederen 8, die op gebruikelijke draagvlakken of pallets 10 zijn geplaatst. De pallets of draagvlakken worden door draagorganen of balken 12 en 13 ondersteund, die op tenminste twee verschillende hoogten in de ruimte 7 van de opbouw 6 zijn aangebracht. Een paar van deze draagorganen of balken, het paar 13, is het gebruikelijke paar onderste balken van de wagonbovenbouw 2 (in figuur 3 is er slechts één zichtbaar) .A railway wagon is indicated by 1 in the figures. The railway wagon 1 consists of a wagon superstructure 2, which is provided with bogies 3 known on 2ich (only one is visible in the drawing) with conventional wheels 4 running on rails 5. The wagon superstructure 2 has an internal 7 hollow structure 6 for receiving goods 8, which are placed on conventional carrying surfaces or pallets 10. The pallets or supporting surfaces are supported by supporting members or beams 12 and 13, which are arranged at least two different heights in the space 7 of the structure 6. A pair of these support members or beams, the pair 13, is the usual pair of lower beams of the wagon superstructure 2 (in Figure 3 only one is visible).

Het laden van de goederen 8 en van de betreffende draagvlakken 10 op de opbouw 6 vindt zijdelings ten opzichte van de wagon 1 plaatst door een opening 15, waarin beweegbare deuren 16 zijn aangebracht. Deze deuren zijn in het bijzonder zijdelen 18 van de wagenbovenbouw, die (tenminste paarsgewijs) telescoopachtig in elkaar langs de wagonbovenbouw 2 van de wagon verschuifbaar zijn.Loading of the goods 8 and of the respective bearing surfaces 10 onto the superstructure 6 takes place laterally with respect to the wagon 1 through an opening 15 in which movable doors 16 are arranged. These doors are, in particular, side parts 18 of the wagon superstructure, which can be slid telescopically (at least in pairs) along the wagon superstructure 2 of the wagon.

De wagonbovenbouw 2 heeft bovendien een centraal deel 25, waarvan de onderste vlakke bodem 26 verlaagd is en dichter bij de rails 5 ligt dan de onderste vlakke bodem 27 van de einddelen 28 van deze wagonbovenbouw, in het gebied waarvan en waaronder de draaistellen 3 zijn aangebracht. De draaaistellen 3 kunnen op op zich bekende wijze om een centrale as of as 30 draaien.The wagon superstructure 2 also has a central part 25, the lower flat bottom 26 of which is lowered and is closer to the rails 5 than the lower flat bottom 27 of the end parts 28 of this wagon superstructure, in the area of which and under which the bogies 3 are arranged. . The bogies 3 can rotate in a manner known per se about a central axis or axis 30.

Elk telescooplichaam 18 heeft aan één van zijn einden een in doorsnede in hoofdzaak U-vormig uitgevoerde geleiding 34, die geschikt is met een einde van een console 38 samen te werken, die vanaf een in het gebied van het plafond 41 van de opbouw 6 aangebrachte balk uitsteekt. Deze balk is aan zijn einden aan vast aangebrachte verticale wanden 43 bevestigd, die bij het onderste paar balken 13 behoren.Each telescope body 18 has at one of its ends a substantially U-shaped cross-section guide 34, which is suitable for co-operating with one end of a bracket 38, which is arranged from a section arranged in the region of the ceiling 41 of the superstructure 6. bar. This beam is attached at its ends to fixed vertical walls 43 associated with the bottom pair of beams 13.

Een ander paar tussenbalken 47 is langs de wanden van de opbouw 6 aanwezig en strekt zich tenminste over een deel van de lengte daarvan uit.Another pair of intermediate beams 47 is present along the walls of the superstructure 6 and extends at least a portion of its length.

Elk telescooplichaam 18 resp. elke deur 16 draagt elementen 49, b.v. rollen, die lopen langs geleidingen 50, die aan elke balk 47, 13 (de laatstgenoemden zijn, afhankelijk van het feit of zij in het gebied van het deel 25 of van het deel 28 van de wagon 1 zijn aangebracht, op twee hoogten aangebracht) en de bevestiging 12 of aan de draagbalk voor een oplegvlak 10 zijn aangebracht.Each telescope body 18 resp. each door 16 carries elements 49, e.g. rollers running along guides 50 attached to each beam 47, 13 (the latter, depending on whether they are arranged in the region of part 25 or part 28 of wagon 1, are arranged at two heights) and the attachment 12 or are mounted on the support beam for a bearing surface 10.

In het bijzonder is in het inwendige van de ruimte 7 van de opbouw 6 op een wand 52 van de deur 16 (of van het lichaam 18) een aantal elementen 49 aangebracht, die langs evenwijdige, in evenwijdig en boven elkaar liggende vlakken gelegen lijnen zijn aangebracht. Elk element 49, dat bij een eerste lijn of vlak behoort, komt overeen met een element 49 behorende bij het tweede vlak. Zij zijn voorzien van vasthoudorganen 53, die star met de binnenwanden 52 van de deuren 16 zijn verbonden. In elk vasthoudorgaan 53 is telkens in een inwendige uitsparing 56 een element of rol 49 aanwezig. Het element of de rol 49 heeft een centrale ringvormige verdieping 58, waarmee elke rol 49 op de geleidingen ligt en daarop loopt.In particular, in the interior of the space 7 of the superstructure 6, on a wall 52 of the door 16 (or of the body 18), a number of elements 49 are arranged, which are along parallel, parallel and superimposed planes fitted. Each element 49, which belongs to a first line or plane, corresponds to an element 49 belonging to the second plane. They are provided with retaining members 53 which are rigidly connected to the inner walls 52 of the doors 16. In each holding member 53 an element or roller 49 is always present in an internal recess 56. The element or roller 49 has a central annular recess 58 with which each roller 49 rests and runs on the guides.

In figuur 3 is getoond dat de balk 13 ook de geleiding 50 voor de elementen 49 draagt, die bij de in het gebied van de andere, in figuur 1 niet getoonde eindzóne aangebrachte deur 16 behoren.In Figure 3 it is shown that the beam 13 also carries the guide 50 for the elements 49 associated with the door 16 disposed in the region of the other end zone (not shown in Figure 1).

Uit figuur 3 blijkt verder dat de geleidingen 50, die eveneens paarsgewijs in twee evenwijdige en boven elkaar liggende vlakken zijn aangebracht, onderling verschoven zijn (telkens paarsgewijs), zodat een geleiding van de openingsbeweging van de betreffende deuren (of van het betreffende telescooplichaam) bij elke verschoven stand daarvan naar de geopende stand (of de gesloten stand) mogelijk wordt.Figure 3 further shows that the guides 50, which are also arranged in pairs in two parallel and superimposed surfaces, are mutually displaced (in pairs each time), so that a guiding of the opening movement of the respective doors (or of the respective telescope body) is any shifted position thereof to the open position (or the closed position) becomes possible.

Bij wijze van toelichting wordt nu een toestand aangenomen zoals in de figuren is getoond, d.w.z. met gesloten deuren (of telescooplichamen). Verder wordt aangenomen dat draagvlakken 10 in de laadruimte 7 van de opbouw 6 van de wagonbovenbouw 2 van de spoorwagon naar binnen moeten worden geschoven.By way of explanation, a state as shown in the figures is now assumed, i.e. with closed doors (or telescopic bodies). It is further assumed that the supporting surfaces 10 must be pushed into the loading space 7 of the superstructure 6 of the wagon superstructure 2 of the railway wagon.

Om dit te bewerkstelligen worden (bijvoorbeeld) allereerst de zich in het in de figuren weergegeven einddeel 28 bevindende deuren geopend. Voor dit doel worden op op zich bekende wijze de bij de deur 16 (of het telescooplichaam 18) behorende elementen 49 langs de geleidingen 50 (in figuur 1 de onderste in part 28) verschoven. Tijdens deze beweging, die naar het deel 25 van de wagonbovenbouw 2 toe plaatsvindt, ontkoppelen op een bepaalde plaats de elementen 49 van de betreffende geleiding, waarbij daarentegen andere elementen 49 (die boven de hiervoor genoemde liggen) gaan samenwerken met de geleiding 50, die boven in het gebied van het deel 25 van de wagonbovenbouw 2 van de wagon 1 is aangebracht. Bij het verder openen komen alle elementen 49, die zich boven aan de binnenwand 52 van de betreffende deuren 16 bevinden, op de geleiding 50 van het deel 25, zodat, zoals in figuur 2 met streeplijnen is weergegeven, een volledige opening van de deur 16 plaatsvindt.To accomplish this, first, for example, the doors located in the end part 28 shown in the figures are opened. For this purpose the elements 49 associated with the door 16 (or the telescopic body 18) are moved in known manner along the guides 50 (the lower one in part 28 in Figure 1). During this movement, which takes place towards the part 25 of the wagon superstructure 2, the elements 49 of the relevant guide uncouple at a certain location, while other elements 49 (which lie above the aforementioned) start to cooperate with the guide 50, which at the top in the region of the part 25 of the wagon superstructure 2 of the wagon 1. Upon further opening, all elements 49, which are located at the top of the inner wall 52 of the respective doors 16, come on the guide 50 of the part 25, so that, as shown in dashed lines in Figure 2, a complete opening of the door 16 takes place.

Een analoge beweging volgt de deur (of het telescoop-lichaam), die gewoonlijk in het gebied van het andere einddeel 28 van de wagonbovenbouw 2 van de wagon 1 (niet weergegeven) aanwezig is.An analogous movement follows the door (or telescope body), which is usually present in the region of the other end portion 28 of the wagon superstructure 2 of the wagon 1 (not shown).

Elke deur 16 die gewoonlijk in het gebied van het deel 25 van de wagon 1 is aangebracht, beweegt zich daarentegen bij voorkeur naar het naast gelegen deel 28. In dit geval gaan de elementen 49, die eerst met de onderste geleiding 50 van het deel 25 van de wagon 1 hebben samengewerkt, samenwerken met de overeenkomstige geleiding 50 van het deel 28 van de wagon, waardoor een volledige opening van de deuren (of van de telescooplichamen), zoals dit met streeplijnen in figuur 2 is getoond, mogelijk wordt.Each door 16, which is usually arranged in the region of the part 25 of the wagon 1, on the other hand preferably moves to the adjacent part 28. In this case the elements 49, which first go with the lower guide 50 of the part 25 of the wagon 1 cooperate with the corresponding guide 50 of the wagon part 28, allowing full opening of the doors (or of the telescopic bodies), as shown by dashed lines in Figure 2.

Opgemerkt wordt dat elke deur 16 (of elk telescoopli-chaam 18), die in het gebied van het deel 25 van de wagon 1 ligt, zich aan de buitenzijde beweegt van de deuren 16 die zich in de eindzóne 28 van de wagon bevinden.It should be noted that each door 16 (or any telescopic body 18) located in the region of the portion 25 of the wagon 1 moves on the outside of the doors 16 located in the end zone 28 of the wagon.

De uitvinding maakt het mogelijk de deuren of de telescooplichamen van wagons met zijdelingse belading op eenvoudige en betrouwbare wijze te bewegen. Deze beweging wordt op betrouwbare wijze bereikt.The invention makes it possible to move the doors or the telescopic bodies of wagons with side loading in a simple and reliable manner. This movement is reliably achieved.

Hierboven werd een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding beschreven. Er zijn echter andere uitvoeringsvormen (zoals b.v. die waarbij elk element 49 op verschillende plaatsen, op een bepaalde en traploze wijze, aan de binnenwand van elke deur of van elk telescooplichaam kan worden aangebracht) mogelijk, die als binnen het kader van de onderhavige uitvinding liggend, worden beschouwd.A preferred embodiment of the invention has been described above. However, other embodiments (such as, for example, where each element 49 can be mounted on the inner wall of each door or of each telescope body in different locations, in a determined and infinitely variable manner) are possible, which are within the scope of the present invention , are considered.

Claims

1. Railway wagon with a wagon superstructure, which is provided with bogies with wheels running on rails, which wagon superstructure has a superstructure for receiving goods, which are loaded in the superstructure by side doors, which can be moved on guides by means of sliding elements on them and optionally forming part of conventional telescopic-like movable parts of this movable construction part, characterized in that at least one of these doors (16) comprises a number of the sliding elements (49), which are mounted on at least two different heights are arranged, wherein the substantially superimposed elements (49) are arranged to run along guides (50), which are also arranged in two parallel height planes and are at least partly offset from each other.

Railway wagon according to claim 1, characterized in that the sliding elements (49) are rotating members, which have an annular recess (58), through which the members interact with the respective guides (50), the members (49) being provided with accompanying; retaining elements (53) connected to the inner walls (52) of the doors (16).

Railway wagon according to claim 2, characterized in that the guides on conventional longitudinal beams (13), intermediate beams (47), which are in the region of the walls of the superstructure (6) of the wagon superstructure (2) of the wagon (1) ) and are arranged along at least a part of the wagon 2i, and are mounted on supports (12) for the goods (7).

Railway wagon according to claim 1, characterized in that the wagon superstructure (2) has a part (25) thereof, the associated lower flat bottom (26) of which is lowered and lies in the vicinity of the rails (5), and that in at least one subsequent part (28) the associated bottom flat bottom (27) is spaced from the rails (5).

Railway wagon according to claim 4, characterized in that it has two bottom parts (28) with a bottom flat bottom (27) at a distance from the rails (5), which parts in the region of opposite ends of the wagon superstructure (2) of the wagon and placed above the bogies (3) of the wagon (1).

Railway wagon according to claim 1, characterized in that the displaceable elements (49) located in one height plane correspond to the displaceable elements (49) in the parallel plane.

Railway wagon according to claims 1 and 2, characterized in that the sliding elements (49) can be adjusted in suitable positions on the inner walls of the doors (16).

Railway wagon according to claims 1 and 2, characterized in that the slidable elements (49) can be infinitely adjusted with respect to the inner walls (52) of the doors (16).