Regen (neerslag)
Regen is een vorm van neerslag. Voor regen heb je wolken nodig. Er vallen dan druppels water uit de wolken. Dit maakt onderdeel uit van de waterkringloop. Regen bestaat uit water. Hagelen Sneeuwzijn ook een soort van Neerslag.
Soorten regen
Er zijn verschillende soorten regen, 3 om precies te zijn. Eerst moet uitgelegd worden hoe regen ontstaat. Regen begint bij verdamping, als water warm wordt verdampt het en stijgt het op, denk maar eens aan je waterkoker. Dus als water opwarmt stijgt het op en verandert het in waterdamp, de gasvorm van water, maar als het water weer afkoelt veranderd het weer in de water, de vloeibare vorm. Als het nog kouder wordt verandert water in sneeuw of ijs. Het water verdampt dus en vormt een wolk, doordat de wolk hoger komt wordt de waterdamp op een gegeven moment te koud en valt er regen.
Frontale regen
Dit is de regen die meestal in Nederland voorkomt. Uit het Noorden en het Noordelijke poolgebied komt koude lucht onze kant opgewaaid, terwijl uit het Zuiden bij de evenaar een warme lucht komt waaien. Rond Nederland botsen die 2 winden op elkaar, zoals je misschien al weet: warme lucht is lichter dan koude lucht dus de warme lucht stijgt op. Omdat de warme lucht lichter is gaat die lucht omhoog over de koude lucht heen, die naar beneden gaat. Doordat de warme lucht hoger komt koelt de lucht weer af waardoor er regen valt. (In die lucht zit dus waterdamp hè, dat zit altijd in de lucht)
Stijgingsregen
Deze regen komt voor rond het tropisch regenwoud, zoals je misschien weet is de lucht daar warm en heel vochtig (er zit dus veel waterdamp in de lucht) doordat de lucht echt heel warm is stijgt de lucht helemaal omhoog waarna het weer afkoelt en er regen valt. Daarom regent het ook zo veel in het tropisch regenwoud, een andere reden waarom het veel regent is dat er veel water is in het regenwoud en het ook nog heel warm is, hierdoor verdampt er veel water.
Stuwingsregen
Deze regen ontstaat in gebergtes aan zee. Als het water van de zee verdampt ontstaat er een wolk, als deze wolk richting het land drijft komt ie op een gegeven moment een gebergte tegen. De wolk kan natuurlijk niet door de berg heen dus stijgt de wolk omhoog en drijft over de berg heen. Op die berg is het natuurlijk heel koud dus valt er allemaal regen. Een probleem hiervan is dat er voor het gebied achter de bergen geen regen meer overblijft waardoor het daar heel droog is.