Oosterschelde
Oosterschelde | |
Land | Nederland |
Classificatie | voormalige zeearm (1985) |
Gebiedsnummer | 118 |
Richtlijn | Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn |
Sitecode | NL3009016 |
Km2 | 369,76 km² |
Locatie | Zeeland |
Dichtbij | Schouwen-Duiveland, Tholen, Zuid-Beveland en Noord-Beveland |
Gesticht | 16 februari 2010 als Natura 2000 gebied |
Website | Oosterschelde (Natura 2000-gebied) |
Oosterschelde | |
Ligging van de Oosterschelde | |
Portaal Biologie Lijst Natura 2000 |
De Oosterschelde is een (voormalige) zeearm in de provincie Zeeland en een klein stukje van Noord-Brabant bij Bergen-op-Zoom, en wordt omgeven door de eilanden Schouwen-Duiveland, Tholen, Zuid-Beveland en Noord-Beveland. Sinds 8 mei 2002 is de Oosterschelde onder de naam Nationaal Park Oosterschelde een nationaal park, het grootste van Nederland. Het is tevens een natuurgebied en een Natura 2000-gebied. De Oosterschelde staat in half-open verbinding met de Noordzee door middel van de afsluitbare Stormvloedkering Oosterschelde en was oorspronkelijk een aftakking en uitmonding van de rivier de Schelde. Door middel van een aantal "schuiven" kan de Oosterschelde bij zware storm afgesloten worden. Rijkswaterstaat beslist dan of de Stormvloedkering Oosterschelde dicht gaat. De Oosterschelde is niet helemaal afgesloten omdat er dan geen getijde verschil meer zou zijn en dat is slecht voor de vissen en alles wat in het water leeft.
Ook zouden zo de mosselen en mosselkwekerijen niet hoeven te verdwijnen. Behalve dat dat jammer zou zijn, zijn die zeer belangrijk voor de werkgelegenheid en dus de economie van Zeeland.
Stormvloedkering
De Oosterscheldekering is een waterkering die de zee tegenhoudt, bij storm wordt hij dichtgezet zodat het land niet kan overstromen door de opkomende golven
Nadelen
Een nadeel van de Oosterscheldekering is dat de zandplaten verdwijnen (zandplaten zijn zandgebieden die bij vloed boven water komen) doordat de kering geen zand binnen laat. Voor de watersnoodramp in 1953 spoelde er nog zand binnen en schoven de platen nog. In de Westerschelde waar er geen dijk en kering is schuiven de zandplaten nog wel.
Om de Oosterschelde over te kunnen steken is er de Zeelandbrug.