Accordeon
Een accordeon (ook wel trekharmonica of trekzak genoemd) is een aerofoon muziekinstrument wat werkt op luchtstromen (aerofoon). Net als bij een mondharmonica wordt de lucht langs een metalen plaatje (tong) gezogen of geblazen zodat het plaatje gaat trillen en een toon geeft. Dat werkt ongeveer hetzelfde als je stemband, alleen kan die door spiertjes korter en langer worden gemaakt. Om verschillende tonen te krijgen bij een mondharmonica of accordeon heb je korte en langere plaatjes nodig (zie afbeelding van mondharmonica).
Om een luchtstroom te kunnen maken heb je bij een accordeon een blaasbalg. De balg dichtdrukken geeft blaaslucht en de balg opentrekken geeft zuiglucht. Vaak klinkt dat iets verschillend. Moet je bij een mondharmonica je mond langs de gaatjes verplaatsen en je tong gebruiken om de gaatjes open en dicht te maken, zo heb je bij een accordeon kleppen. Deze zitten met stangetjes verbonden met de toetsen of knoppen. De kant waarop je de melodie speelt, kan bestaat uit een pianoklavier (toetsen) of een knoppenklavier. De kant waarop je de bas begeleiding en het ritme speelt bestaat vaak uit (kleinere) knoppen. Ook wel de bassen genoemd. Het trillen van de lipjes klinkt vaak wat schel (scherp). Bij de duurdere accordeons heb je dan een extra klankkast wat de scherpe klank wat zachter of 'ronder' maakt. De sterkte van het geluid kun je aanpassen door harder of zachter te duwen en trekken met de blaasbalg.
Klankkleur
Een andere manier om het geluid (de klankkleur) te veranderen is door gebruik te maken van registers. Achter elke klep die aan een toets of knop verbonden is, zitten meerdere openingen. Deze kunnen open en dicht gezet worden door op een registerknop te drukken. Stel er zijn drie openingen, dan kun je de bovenste, de middelste en de onderste afzonderlijk open zetten of een combinatie ervan (boven + midden, midden + onder of alle drie). Achter elke opening zit zo'n metalen plaatje (tong) die met de andere twee een meer-klank of akkoord vormt. Vandaar de naam accordeon. Bij de melodiekant is dat altijd in majeur.
Bassen
Bij de bassen-kant zijn er meerdere rijen knopjes. De kleinere 48 bas accordeons hebben vier rijen en de grote 120 bas accordeons hebben er zes. De rij die het dichtste bij de blaasbalg zit zijn de wissel-bassen. Dan volgen de grond-bassen. Vervolgens de akkoord-bassen in majeur en dan de akkoord-bassen in mineur. Als extra kun je een rij septime akkoord-bassen hebben. Bij de hele grote accordeons heb je een zesde rij met 'verminderde septime' akkoord-bassen. De hele kleine accordeons van 8 en 12 bassen hebben alleen een rijtje grond bassen en een rijtje akkoord-bassen in majeur. De 24 bas accordeon heeft er nog een rijtje mineur-bassen bij.
Herkomst
Het is niet helemaal duidelijk wie de accordeon heeft uitgevonden. Wél is bekend dat in 1821 Friedrich Buschmann uit Friedrichsroda in Thüringen (Duitsland) op het idee kwam om meerdere doorslaande tongen van metaal zó op een klankhout vast te maken, dat je deze met de mond kon aanblazen om het te kunnen gebruiken als stemapparaat. Gitaristen en koordirigenten gebruiken dergelijke apparaatjes nog steeds. Later in 1822 combineerde Buschmann zo'n apparaatje met een blaasbalg en kleppen aan toetsen om de blaasgaatjes af te dichten: de voorloper van de accordeon. Die zou voor het eerst gebouwd worden in 1831 door Cyrillis Demian uit Wenen (Oostenrijk). Toen nog met hooguit 5 toetsen. Iedere toets gaf twee verschillende tonen. Een bij het uittrekken en een bij het induwen van de balg. Daardoor had een accordeon met vijf kleppen een toonomvang van tien tonen. Bij elk van deze tonen hoorde een akkoord als begeleiding. Naarmate het instrument groter werd, kon het met riemen over de schouders voor de borst gedragen worden.
Gebruik
De accordeon was van begin af aan een instrument wat redelijk goedkoop was. Daardoor kon het gewone volk zo'n instrument aanschaffen. Daarmee werd het ook een instrument voor volksmuziek. Het werd tot rond 1980 veel gebruikt bij bruiloften, partijen, op kermissen en in kroegen om het publiek te vermaken. Vanaf dan neemt de populariteit van de accordeon af. Je ziet ze nog wel eens gebruikt worden door folkgroepen als de Nederlandse Rowwen Hèze en bij Ierse folkgroepen. In het jeugdprogramma "De film van ome Willem" (1974-1989) zie je de (toen) bekende accordeonist Harry Mooten (1928-1996). Verdere bekende Nederlandse accordeonisten zijn Johnny Meijer (1912-1992) en John Woordhouse (1922-2001). Ook bij volksdansgroepen en Shantykoren wordt de accordeon veel gebruikt. Verder kom je het instrument veel tegen bij Oost-Europese muziek. Ook de Franse musette zoals in La Valse d'Amélie van Yann Tiersen (YouTube) wordt gespeeld op een (musette) accordeon.
Diversen
In Malden was er een accordeon- en harmonicamuseum. Dat is in mei 2020 na 22 jaar gesloten.
Soms tref je een accordeon aan op een draaiorgel. Deze wordt dan door middel van het orgelboek en de blaasbalg van het draaiorgel aangestuurd.