NL8302883A - METHOD AND APPARATUS FOR FORMING NON-WOVEN COURSES - Google Patents

METHOD AND APPARATUS FOR FORMING NON-WOVEN COURSES Download PDF

Info

Publication number
NL8302883A
NL8302883A NL8302883A NL8302883A NL8302883A NL 8302883 A NL8302883 A NL 8302883A NL 8302883 A NL8302883 A NL 8302883A NL 8302883 A NL8302883 A NL 8302883A NL 8302883 A NL8302883 A NL 8302883A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wire mesh
opening
mixture
open wire
air
Prior art date
Application number
NL8302883A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
Armstrong World Ind Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US06/408,060 external-priority patent/US4435353A/en
Priority claimed from US06/408,059 external-priority patent/US4432714A/en
Application filed by Armstrong World Ind Inc filed Critical Armstrong World Ind Inc
Publication of NL8302883A publication Critical patent/NL8302883A/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04HMAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
    • D04H1/00Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres
    • D04H1/70Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of fibres
    • D04H1/72Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of fibres the fibres being randomly arranged
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04HMAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
    • D04H1/00Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres
    • D04H1/40Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres from fleeces or layers composed of fibres without existing or potential cohesive properties
    • D04H1/58Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres from fleeces or layers composed of fibres without existing or potential cohesive properties by applying, incorporating or activating chemical or thermoplastic bonding agents, e.g. adhesives
    • D04H1/60Non-woven fabrics formed wholly or mainly of staple fibres or like relatively short fibres from fleeces or layers composed of fibres without existing or potential cohesive properties by applying, incorporating or activating chemical or thermoplastic bonding agents, e.g. adhesives the bonding agent being applied in dry state, e.g. thermo-activatable agents in solid or molten state, and heat being applied subsequently

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Nonwoven Fabrics (AREA)
  • Laminated Bodies (AREA)
  • Preliminary Treatment Of Fibers (AREA)
  • Patch Boards (AREA)
  • Domestic Hot-Water Supply Systems And Details Of Heating Systems (AREA)
  • Input Circuits Of Receivers And Coupling Of Receivers And Audio Equipment (AREA)

Description

ï' * N/31.577-tM/id " * ; » i t. Werkwijze en inrichting voor het vormen van niet-geweven banen.* N / 31,577-tM / id "*; i t. Method and apparatus for forming non-woven webs.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het maken van niet-geweven banen of matten.The present invention relates to a method and apparatus for making non-woven webs or mats.

Technieken voor het vormen van niet-geweven 5 banen uit althans nagenoeg droge bestanddelen zijn reeds lang bekend; echter/ met de komst van hoge energiekosten is de wenselijkheid van toepassing van dergelijke technieken in plaats van natte vormprocessen*nog duidelijker geworden. Niettemin zijn aanzienlijke problemen ontmoet bij het 10 bereiden van droog gevormde baanmaterialen met een betrekkelijk gelijkmatige structuur. Deze uitvinding betreft zekere speciale inrichting en werkwijze die kunnen worden toegepast voor het bereiden van dergelijke gelijkmatige niet-geweven banen.Techniques for forming non-woven webs from at least substantially dry ingredients have long been known; however / with the advent of high energy costs, the desirability of using such techniques instead of wet molding processes * has become even more apparent. Nevertheless, significant problems have been encountered in preparing dry-formed web materials with a relatively uniform structure. This invention concerns certain special apparatus and method which can be used to prepare such uniform nonwoven webs.

15 Verschillende octrooien zijn bijzonder belang i in*.verband met de onderhavige uitvinding. Het Amerikaanse octrooischrift 3.356.780 beschrijft een inrichting voor het maken van doek. Een mengsel van vezeldeeltjes en bindmiddel wordt toegevoerd in een kamer waar het in contact wordt ge-20 bracht met een snel roterende cilinder en een onder druk staande luchtstroom. De snel roterende cilinder en de lucht werpen de vezels naar langzaam roterende geperforeerde cilinders waarvan in het inwendige een vacuum heerst. De vezels .. en het bindmiddel vormen een mat op de cilinders die samen-25 rollen om een gelaagd vezelmateriaal te vormen.Various patents are of particular interest in connection with the present invention. U.S. Patent 3,356,780 describes a cloth making apparatus. A mixture of fiber particles and binder is fed into a chamber where it is contacted with a rapidly rotating cylinder and a pressurized air stream. The rapidly rotating cylinder and the air throw the fibers into slowly rotating perforated cylinders, the interior of which has a vacuum. The fibers and binder form a mat on the cylinders which roll together to form a layered fiber material.

De Amerikaanse octrooischriften 4.097.209 en 4.146.564 betreffen een inrichting resp. werkwijze voor het vormen van een vezelplaatprodukt van mineraalwol. Een mengsel van minerale wolvezels en een bindmiddel wordt gereed-20 gemaakt en toegevoerd door een venturi in een luchtstroom van betrekkelijk hoge snelheid zodat het materiaalmengsel wordt meegesleurd en gevoerd naar een matvormzone. In de matvormzone wordt het materiaal neergelegd op convergerende open draadgazen door de lucht af te zuigen door de open 22 draadgazen. De draadgazen worden dan geconvergeerd om een vezelplaatprodukt van mineraalwol te verkrijgen. Op ongelukkige wijze bezitten de werkwijze en inrichting volgens 83 02 333 ! - 2 - * ' deze octrooischriften kenmerken waardoor ze in wezen beperkt zijn tot de produktie van betrekkelijk dikke materialen die zeer variabele basisgewichten hebben.U.S. Pat. Nos. 4,097,209 and 4,146,564 relate to a device, respectively. process for forming a mineral wool fiberboard product. A mixture of mineral wool fibers and a binder is prepared and fed through a venturi in an air stream of relatively high speed so that the material mixture is entrained and fed to a mat forming zone. In the mat forming zone, the material is deposited on converging open wire meshes by extracting air through the open 22 wire meshes. The wire meshes are then converged to obtain a mineral wool fiberboard product. Unfortunately, the method and device according to 83 02 333! These patents feature that they are essentially limited to the production of relatively thick materials having very variable basis weights.

Het doel van de onderhavige uitvinding is 5 derhalve het verschaffen van een werkwijze en een inrichting voor het produceren van niet-geweven banen met gelijkmatige basisgewichten. Dit doel wordt bereikt door de werkwijze die beschreven is in conclusie 1 en door de inrichting die beschreven in conclusie 2-8.The object of the present invention is therefore to provide a method and an apparatus for producing non-woven webs with uniform basis weights. This object is achieved by the method described in claim 1 and by the device described in claims 2-8.

10 Volgens de uitvinding wordt een mengsel van een bindmiddel en vezelmateriaal ingevoerd in bovenzones van een matvormzone. Het mengsel wordt gekruist door een horizontaal of opwaarts gerichte luchtstroom en daarin meegesleurd, dan neergelegd op tenminste ëën open draadgaas door 15 afzuiging van de meesleurlucht door dit open draadgaas of draadgazen. Door vermindering van de turbulentie en door het regelen van de manier waarop het deeltjesmateriaal wordt af-gezet op de open draadgazen,, kunnen gelijkmatige, niet-geweven banen worden verkregen die kunnen worden gebruikt op 20 velerlei manieren om veelsoortige bouwprodukten te vormen.According to the invention, a mixture of a binder and fiber material is introduced into top zones of a mat forming zone. The mixture is crossed by a horizontal or upwardly directed air stream and entrained therein, then deposited on at least one open wire mesh by suction of the entrained air through this open wire mesh or wire meshes. By reducing turbulence and controlling the way the particulate material is deposited on the open wire meshes, uniform, nonwoven webs can be obtained which can be used in many ways to form multifarious construction products.

De onderhavige uitvinding omvat een werkwijze voor het vormen van een niet-geweven baan, welke werkwijze de stappen omvat, waarbij een mengsel wordt bereid bestaande uit een bindmiddel en voornamelijk anorganisch vezelmate-25 riaal, dit mengsel wordt gevoerd in de bovenzones van een matvormzone bestaande uit een eerste beweegbare open draadgaas dat is aangebracht in de onderzone daarvan en, naar keuze, een tweede beweegbaar open draadgaas dat zo is aangebracht dat het convergeert met het eerste open draadgaas 30 aan een kneepopening die daartussen ligt, waarbij het mengsel wordt ingevoerd door een eerste opening zodat het valt in en wordt meegesleurd in een horizontaal of opwaarts gerichte luchtstroom, die wordt ingevoerd door een tweede opening in de matvormzone, waarbij de tweede opening daarmede 35 verbonden middelen heeft voor het regelen van de richting van de lucht die daardoorheen passeert, waarbij op instelbare wijze de meesleurlucht wordt afgezogen door het draadgaas of de draadgazen om selectief het mengsel daarop af te zetten, waarbij de tweede opening en het naar keuze aange-40 brachte tweede open draadgaas zo ten opzichte van het eerste 83 0:2033 - 3 - X ·*The present invention includes a method of forming a nonwoven web, which method comprises the steps of preparing a mixture consisting of a binder and predominantly inorganic fiber material, this mixture is fed into the upper zones of a mat forming zone from a first movable open wire mesh disposed in the lower zone thereof and, optionally, a second movable open wire mesh arranged to converge with the first open wire mesh 30 at a pinch opening therebetween, the mixture being introduced through a first opening so that it falls in and is entrained in a horizontally or upwardly directed air flow, which is introduced through a second opening in the mat-forming zone, the second opening having associated means for controlling the direction of the air passing therethrough, the adjustable entrainment air being extracted through the wire mesh or the wire in an adjustable manner meshes to selectively deposit the mixture thereon, with the second opening and the optionally applied second open wire mesh relative to the first 83 0: 2033 - 3 - X · *

VV

“ open draadgaas zijn aangebracht dat het mengsel dat wordt afgezet op het draadgaas of de draadgazen vrijwel gelijkmatig wordt afgezet, waarbij het afgezette mengsel wordt verstevigd om een niet-geweven materiaalbaan te vormen en 5 waarbij het materiaal wordt samengeperst en gehard.Open wire mesh are applied so that the mixture deposited on the wire mesh or wire meshes is deposited almost uniformly, the deposited mixture being stiffened to form a nonwoven web and the material compressed and cured.

De onderhavige uitvinding omvat ook een inrichting voor het vormen van een niet-geweven baan, welke inrichting is voorzien van (A) bereidingsmiddelen voor het bereiden van een mengsel bestaande uit een bindmiddel en 10 voornamelijk anorganisch vezelmateriaal, (B) een matvormzone die wat de toevoer is betreft is verbonden met de bereidingsmiddelen zodat deze het mengsel opneemt, waarbij de matvormzone is voorzien van (1) een eerste opening in de bovenzones ervan, welke opening is voorzien van middelen voor het in-15 voeren van het mengsel daardoorheen, (2) een tweede opening die daarin zo is aangebracht dat lucht die wordt ingevoerd door de tweede opening horizontaal of opwaarts wordt verricht zodat deze het mengsel daarin kruist en meesleurt, waarbij de tweede opening is voorzien van daarmede verbonden 20 middelen om de richting van de lucht die daardoorheen passeert te regelen, (3) een eerste beweegbare open draadgaas dat is aangebracht in de onderzone van de matvormzone, waarbij dit draadgaas uit de matvormzone treedt door een kneep-opening en, naar keuze, een tweede beweegbaar open draad-25 gaas dat zo is aangebracht dat het convergeert met het eerste open draadgaas aan de kneepopening, waarbij het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas en de tweede opening zo ten opzichte van het eerste open draadgaas zijn aangebracht dat het mengsel vrijwel gelijkmatig wordt afgezet op deze 30 draadgazen, (4) middelen om op instelbare wijze de meesleur-lucht af te zuigen door de open draadgazen om selectief het mengsel daarop af te zetten en (5) middelen om het eerste open draadgaas en het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas te bewegen naar de kneepopening om een niet-gewe-35 ven materiaalbaan te vormen en (C) middelen voor het verstevigen van deze baan en het verharden van dit bindmiddel.The present invention also includes an apparatus for forming a nonwoven web, which apparatus comprises (A) preparation means for preparing a mixture consisting of a binder and mainly inorganic fiber material, (B) a mat forming zone which supply is related to the preparation means so that it absorbs the mixture, the mat forming zone having (1) a first opening in its upper zones, said opening having means for introducing the mixture therethrough, (2 a second opening arranged therein such that air introduced through the second opening is carried horizontally or upwardly so that it crosses and entrains the mixture therein, the second opening having means connected thereto to control the direction of air passes therethrough, (3) a first movable open wire mesh disposed in the lower zone of the mat forming zone, this wire mesh from the mat forming zone passes through a nip opening and, optionally, a second movable open wire mesh arranged to converge with the first open wire mesh at the nip opening, the optionally disposed second open wire mesh and the second apertures are arranged relative to the first open wire mesh so that the mixture is deposited almost evenly on these 30 wire meshes, (4) means for adjusting the entrainment air through the open wire meshes in an adjustable manner to selectively deposit the mixture thereon and (5) means for moving the first open wire mesh and the optionally applied second open wire mesh to the nip opening to form a nonwoven web of material and (C) means for stiffening and hardening this web binder.

De inrichting die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 is nuttig gebleken voor het produceren van mineraalwolprodukten met een dikte van onge-40 veer 2,5 cm of meer. Hoewel klompvorming van deeltjes en 8T f* η ·— -J a ± ü o o ·*.The apparatus described in U.S. Pat. No. 4,097,209 has proven useful in producing mineral wool products of about 2.5 cm or more in thickness. Although clump formation of particles and 8T f * η · - -J a ± ü o o · *.

' * - 4 - v ; de aanwezigheid van golfpatronen enige moeilijkheden hebben veroorzaakt, zijn deze moeilijkheden niet bijzonder belangrijk omdat het verkregen produkt een dikke maat moest hebben. Echter, wanneer produkten met dunnere maat gewenst zijn, 5 trèden problemen op door de aanwezigheid van de klompen en golven die vrijwel onoverkoombaar bleken te zijn.'* - 4 - v; the presence of wave patterns have caused some difficulties, these difficulties are not particularly important because the product obtained must have a thick size. However, when products of thinner size are desired, problems arise due to the presence of the clumps and waves which have been found to be virtually insurmountable.

Aanvraagster hierin hebben ontdekt dat de primaire oorzaak van deze problemen het achtereenvolgende proces van meesleuren van het deeltjesmateriaal in de lucht-10 stroom en dan vervolgens invoeren van het meegesleurde mengsel in de matvormzone is. Een snelle luchtstroom is nodig om de meesleuring te handhaven. Het toevoermechanisme dat de massa van vaste stoffen scheidt in afzonderlijke deeltjes en deze invoert in de luchtstroom tracht een statische la-15 ding op de deeltjes te ontwikkelen. De snelle luchtstroom in combinatie met de statische lading resulteert in turbulentie en klompvorming van de deeltjes. Kleine materiaal-klompen vormen zich aanvankelijk op de wanden van de venturi alsmede in de vormkamer. Als de klompen meer materiaal ver-20 zamelen worden twee effecten verkregen. Ten eerste breken de klompen periodiek los en worden ze afgezet op de open draadgazen. Ten tweede trachten de klompen de passerende lucht te kanaliseren en veroorzaken ze aldus een ongelijkmatig binnentreden van het deeltjesmateriaal in de matvorm-25 zone. Dit laatste effekt, in combinatie met het snelle binnentreden van het meegesleurde materiaal in de matvormzoneApplicants herein have discovered that the primary cause of these problems is the sequential process of entraining the particulate material in the air stream and then introducing the entrained mixture into the mat forming zone. Rapid airflow is required to maintain entrainment. The feed mechanism that separates the mass of solids into individual particles and introduces them into the air stream attempts to develop a static charge on the particles. The rapid airflow in combination with the static charge results in turbulence and lump formation of the particles. Small clogs of material initially form on the walls of the venturi as well as in the forming chamber. When the clogs collect more material, two effects are obtained. First, the clogs break off periodically and are deposited on the open wire mesh. Second, the clogs attempt to channel the passing air and thus cause an uneven entry of the particulate material into the mat-forming zone. The latter effect, in combination with the rapid entry of the entrained material into the mat-forming zone

8 TT P. Π r> f\ T8 TT P. Π r> f \ T

i - 5 - ‘ * „ en over de oppervlakken van de open draadgazen tracht onge lijkmatige afzetting en golfpatronen in het materiaal te vormen dat wordt afgezet op de draadgazen. Het meesleurpro-ces is aldus vrijwel uitgesloten wanneer gelijkmatige basis-5 gewichten gewenst zijn.i - 5 - "*" and across the surfaces of the open wire meshes, attempts to form uneven deposits and wave patterns in the material deposited on the wire meshes. The entrainment process is thus virtually excluded if uniform base weights are desired.

Op verrassende wijze hebben aanvraagsters ontdekt, dat opmerkelijke verbeteringen in de gelijkmatigheid van het basisgewicht kunnen worden bereikt door afzonderlijk het deeltjesmateriaal en de luchtstroom in te voeren 10 in de matvormzone en door andere belangrijke veranderingen aan te brengen in het bekende proces. Door op variabele wijze de luchtstroom horizontaal of bij voorkeur opwaarts te richten in het deeltjesmateriaal dat wordt toegevoerd door een opening die ligt in de bovenzones van de matvorm-15 zone, zodat het deeltjesmateriaal de luchtstroom kruist en daarin wordt meegesleurd en door de open draadgazen en de openingen ten opzichte van 'elkaar zodanig te plaatsen, dat de meegesleurde deeltjes niet trachten te passeren met hoge snelheid op evenwijdige wijze over de oppèrvlakken van de 20 open draadgazen voorafgaand aan de afzetting, worden de problemen van niet-gelijkmatige afzetting dramatisch gereduceerd. Als resultaat kunnen gelijkmatige banen met gelijkmatige basisgewichten en dikten in de orde van 1 mm op rou-tinebasis worden geproduceerd.Surprisingly, applicants have discovered that significant improvements in base weight uniformity can be achieved by separately introducing the particulate matter and airflow into the mat forming zone and making other important changes in the known process. By variably directing the airflow horizontally or preferably upwardly into the particulate material fed through an opening located in the upper zones of the mat-forming zone so that the particulate material crosses and is entrained in the airflow and through the open wire meshes and Placing the apertures relative to each other so that the entrained particles do not attempt to pass at high speed in parallel across the surfaces of the open wire meshes prior to deposition, the problems of non-uniform deposition are reduced dramatically. As a result, uniform webs with uniform basis weights and thicknesses of the order of 1 mm can be produced on a routine basis.

25 De onderhavige uitvinding zal duidelijk wor den uit de beschrijving van voorkeursuitvoeringen die volgen.The present invention will become apparent from the description of preferred embodiments that follow.

Fig. 1 illustreert een inrichting voor het bereiden van een niet-geweven baan volgens de onderhavige uitvinding, welke inrichting is voorzien van middelen voor het 30 bereiden van een mengsel bestaande uit een bindmiddel en vezelmateriaal, een matvormzone en middelen voor- het verwerken van de mat die is geproduceerd.Fig. 1 illustrates an apparatus for preparing a nonwoven web according to the present invention, which apparatus comprises means for preparing a mixture consisting of a binder and fiber material, a mat forming zone and means for processing the mat which is produced.

Fig. 2 illustreert een eindaanzicht van een matvormzone volgens de onderhavige uitvinding volgens de 35 lijn D-D van Fig. 1.Fig. 2 illustrates an end view of a mat forming zone according to the present invention taken along line D-D of FIG. 1.

Fig. 3 illustreert een bovenaanzicht van een bij voorkeur toegepaste opening waardoor lucht binnentreedt in de matvormzone.Fig. 3 illustrates a top view of a preferred aperture through which air enters the mat forming zone.

Fig. 4 illustreert een inrichting bestaande 40 uit twee matvormzones volgens de onderhavige uitvinding.Fig. 4 illustrates a device consisting of two mat forming zones according to the present invention.

8^* A r o o 'J -j 0 * > - 6 - s i8 ^ * A r o o 'J -j 0 *> - 6 - s i

De inrichting die bij voorkeur wordt toegepast om de onderhavige uitvinding uit te voeren is geïllustreerd in Fig. 1. Verschillende kenmerken daarvan zijn beschreven in het Amerikaahse octrooischrift 4.097.209, spe-5 ciaal de middelen voor het bereiden van het deeltjesmengsel • en de hardings- en afwerkmiddelen. Minerale wol wordt typisch ontvangen in balen 10 die voor het gebruik in stukken moeten worden verdeeld. Fig. 1 illustreert balen 10 die rusten op een transporteur 11. De balen worden gedeeltelijk in stukken 10 verdeeld bij 12, overgebracht naar de hellende transporteur 13 en dan gevoerd onder een vlegel 14 die een aanvankelijke scheiding van de balen 10 in vezels 15 veroorzaakt. Van de transporteur 13 vallen de vezels 15 op een transporteur 16 en ze worden dan gevoerd op een hellende van pennen voorziene 15 toevoertransporteur 17. Aan de bovenzijde van de transporteur 17 worden de vezels gekamd door een roterende kam 18 waardoor de toevoer wordt genivelleerd. Het toegevoerde materiaal wordt door de rol 19 geworpen in een gravimetrische toevoer-inrichting 20 die is voorzien van een goot 21, samenpersrol-20 len 22 en 23 en een stromingssnelheidsweegschaal 24. De inrichting 20 voert de vezels 15 door toevoerrollen 25 en 26 op een uitkamrol 27. De uitkamrol 27 laat de vezels 15 vallen op een transporteur 30 die ze onder een bindmiddeltoevoer-station. 31 voert. Het bindmiddeltoevoerstation 31 omvat ook 25 een gravimetrische toevoerinrichting (niet afgeheeld) en zet een gewenste hoeveelheid bindmiddel 32 af op de vezels.The preferred device used to practice the present invention is illustrated in FIG. 1. Several features thereof are described in United States Patent 4,097,209, especially the means for preparing the particulate mixture and the curing and finishing agents. Mineral wool is typically received in bales 10 which must be cut into pieces before use. Fig. 1 illustrates bales 10 resting on a conveyor 11. The bales are partially sectioned at 12, transferred to the inclined conveyor 13, and then fed under a flail 14 causing an initial separation of the bales 10 into fibers 15. From the conveyor 13, the fibers 15 fall onto a conveyor 16 and are then fed onto an inclined pin-fed feed conveyor 17. At the top of the conveyor 17, the fibers are combed by a rotary comb 18 whereby the feed is leveled. The supplied material is thrown through the roll 19 into a gravimetric feeder 20 which is provided with a trough 21, compression rollers 22 and 23 and a flow rate balance 24. The device 20 feeds the fibers 15 through feed rolls 25 and 26 on a combing roller 27. The combing roller 27 drops the fibers 15 onto a conveyor 30 which places them under a binder supply station. 31 performs. The binder feed station 31 also includes a gravimetric feeder (not sheared) and deposits a desired amount of binder 32 on the fibers.

15 die worden aangevoerd op de transporteur 30. De gelaagde vezels 15 en het bindmiddel 32 worden gemengd door een uitkamrol 33 en dan gevoerd in een vervezelingsinrichting 34 van 30 een eerste opening 35 van een matvormzone 36. De vervezelingsinrichting 34 omvat toevoerrollen 40 en 41, een intrek-kerrol 42 en een afneemborstel 43.15 which are fed to the conveyor 30. The layered fibers 15 and the binder 32 are mixed by a comb roller 33 and then fed into a shredder 34 of a first opening 35 of a mat forming zone 36. The shredder 34 includes feed rolls 40 and 41, a retraction roller 42 and a pick-up brush 43.

De matvormzone 36 met uitzondering van draadgazen 45 en 46 is waar mogelijk geconstrueerd uit materiaal 35 dat althans nagenoeg elektrisch niet geleidend is zoals plexiglas. Hoewel sommige metalen onderdelen nodig zijn voor constructieve en andere doeleinden veroorzaken elektrisch geleidende oppervlakken het neerslaan van statisch geladen deeltjes op deze oppervlakken. Ze moeten dus waar mogelijk 40 worden vermeden. Open draadgazen die gewoonlijk zijn gecon-8 " ' Λ i λThe mat forming zone 36 with the exception of wire meshes 45 and 46 is constructed where possible from material 35 which is substantially electrically non-conductive such as plexiglass. Although some metal parts are required for constructional and other purposes, electrically conductive surfaces cause the deposition of statically charged particles on these surfaces. So they should be avoided whenever possible. Open wire meshes that are usually con-8 "'Λ i λ

V IV I

# I# I

% strueerd uit een geleidend materiaal en de toepassing van% constructed from a conductive material and the application of

dergelijk materiaal voor het onderste draadgaas 45 verdient de voorkeur. Echter is een ruimere keuze mogelijk bij het bovenste draadgaas 46 en dit kan zijn geconstrueerd uit niet 5 geleidend materiaal zoals kunststof. Lucht treedt binnen in de matvormzone 36 door een tweede opening 44 en sleurt het mengsel van minerale wol en bindmiddel mee. Het meegesleurde mengsel wordt dan vervilt op het eerste open draadgaas 45 en het tweede open draadgaas 46 zoals hierna wordt beschre- Isuch material for the lower wire mesh 45 is preferred. However, a wider choice is possible with the top wire mesh 46 and may be constructed of a non-conductive material such as plastic. Air enters the mat forming zone 36 through a second opening 44 and entrains the mineral wool / binder mixture. The entrained mixture is then felted on the first open wire mesh 45 and the second open wire mesh 46 as described below.

10 ven. De draadgazen 45 en 46 worden samengebracht aan een10 ven. The wire meshes 45 and 46 are brought together on one

kneepopening 47/ op welk punt het -vervilte mengsel wordt Ipinch opening 47 / at which point the felted mixture becomes I

verstevigd in een verstevigingszone 48. Alvorens uit te treden uit de verstevigingszone 48 aan de kneepopening 49 bevordert een bovenste aanstampinrichting 50 en een onderste 15 anti-statische inrichting 51 de scheiding van het verstevigde materiaal van de open draadgazen. Het verstevigde mate- Ireinforced in a reinforcing zone 48. Before exiting from the reinforcing zone 48 at the pinch opening 49, an upper tamping device 50 and a lower anti-static device 51 promote separation of the reinforced material from the open wire meshes. The reinforced mate- I

riaal passeert over overbrengrollen 52 in een oven 53 waar het kan worden gedroogd, gehard of dergelijke. Imaterial passes over transfer rollers 52 in an oven 53 where it can be dried, cured or the like. I

Hoewel de matvormzone 36 zoals afgebeeld een 20 eerste open draadgaas 45 en een tweede open draadgaas 46 bevat, hetgeen de voorkeur verdient, moet ook worden opgemerkt, dat in sommige gevallen het mogelijk kan zijn het tweede open draadgaas 46 weg te laten. Het draadgaas 46 zou aldus IAlthough the mat forming zone 36, as shown, includes a first open wire mesh 45 and a second open wire mesh 46, which is preferred, it should also be noted that in some cases it may be possible to omit the second open wire mesh 46. The wire mesh 46 would thus be I.

bijvoorbeeld kunnen worden vervangen door een paneel van 25 niet-geleidend materiaal of een dicht draadgaas. Niet-gewe-ven banen die worden geproduceerd met toepassing van de in-richting die slechts een open draadgaas omvat kunnen in sommige gevallen betrekkelijk meer willekeurige deeltjesgrootte—verdelingen hebben dan banen die worden geproduceerd 30 met toepassing van een inrichting die twee dergelijke draadgazen omvatten. Niettemin, in vele gevallen, en in het bijzonder bij de produktie van bouwplaten met een kern maakt de willekeurige verdeling van deeltjes weinig verschil in het uiteindelijke produkt.for example, can be replaced by a panel of non-conductive material or a dense wire mesh. Nonwoven webs produced using the device comprising only an open wire mesh may in some cases have relatively more random particle size distributions than webs produced using an apparatus comprising two such wire meshes. Nevertheless, in many cases, and especially in the production of core building boards, the random distribution of particles makes little difference in the final product.

35 Wanneer dergelijke wijzigingen worden toege past, zullen andere veranderingen aan de inrichting ook vereist zijn. Bijvoorbeeld, als het tweede draadgaas 46 wordt vervangen door een paneel, zou de versteviging van de vervilte baan op zeer geschikte wijze kunnen geschieden aan de 40 kneepopening 47 met toepassing van een afsluitrol. Verder 8302333 <► » — 3 — * ΐ s zou de afwezigheid van een bovenste draadgaas in de ver- stevigingszone 48 in de meeste gevallen de aanstampinrich-ting 50 overbodig maken, waarvan de primaire funktie is te zorgen voor het scheiden van de baan van dit bovenste draad-5 gaas.When such changes are applied, other changes to the device will also be required. For example, if the second wire mesh 46 is replaced by a panel, the reinforcement of the felted web could be done very suitably at the pinch opening 47 using a sealing roller. Furthermore, the absence of an upper wire mesh in the reinforcing zone 48 would in most cases obviate the ramming device 50, the primary function of which is to separate the web from this top wire-5 mesh.

Bij de voorkeursuitvoering die is afgebeeld in de Fig. passeert het draadgaas 45 in de richting A door de onderzone van de matvormzone 36, terwijl het draadgaas 46 binnentreedt in de matvormzone 36 door te passeren om de 10 draadgaasrol 58, en beweegt in de richting B naar de kneep-opening 47 en verlaat de matvormzone 36 door te passeren om de draadgaasrol 59. De open draadgazen 45 en 46 zijn voorzien van middelen 60 tot 63 om lucht af te zuigen door deze draadgazen. De matvormzone 36 omvat ook plafondsecties 15 64 en 65, een kap 66 waarin de verviltingsinrichting 34 is aangebracht, een achterpaneel 67 en zijpanelen 68 en 69 (Fig. 2).In the preferred embodiment shown in Figs. The wire mesh 45 in direction A passes through the lower zone of the mat forming zone 36, while the wire mesh 46 enters into the mat forming zone 36 by passing around the wire mesh roll 58, and moves in the direction B to the nip opening 47 and exits the mat forming zone 36 by passing around the wire mesh roll 59. The open wire meshes 45 and 46 are provided with means 60 to 63 for drawing air through these wire meshes. The mat forming zone 36 also includes ceiling sections 64 and 65, a hood 66 in which the felting device 34 is mounted, a rear panel 67 and side panels 68 and 69 (Fig. 2).

De tweede opening 44 is aangebracht in het achterpaneel 67 en is opwaarts gericht zodat de lucht die 20 wordt toegevoerd in de matvormzone 36 door deze opening in het algemeen passeert in de richting C. Het is ook mogelijk om de lucht te laten binnentreden door de opening 44 op een horizontale wijze; echter wordt een minder bevredigende ver-vilting bereikt met een horizontale uitvoering. Verder, 25 als waarschuwing, moet een neerwaarts richten van de lucht door de opening 44 worden vermeden omdat vaak uiterst slechte resultaten worden verkregen.The second opening 44 is provided in the rear panel 67 and is oriented upwardly so that the air supplied into the mat forming zone 36 through this opening generally passes in the direction C. It is also possible to allow the air to enter through the opening 44 in a horizontal manner; however, a less satisfactory felting is achieved with a horizontal embodiment. Furthermore, as a warning, downward directing of the air through the opening 44 should be avoided because extremely poor results are often obtained.

Hoewel de in de Fig. afgeheelde voorkeursuitvoering openingen 35 en 44 toont als individuele openin-30 gen, omvat de onderhavige uitvinding ook die inrichtingen, die om redenen van afmetingen of anders meervoudige openingen omvatten die het deeltjesmateriaal of lucht inlaten in de matvormzone. De toepassing van enkelvoudige terminologie hierin zal dus worden geacht een meervoud van de aangegeven 35 inrichting te omvatten.Although shown in Figs. preferred preferred embodiment shows openings 35 and 44 as individual openings, the present invention also encompasses those devices which, for reasons of dimensions or otherwise, comprise multiple openings which allow the particulate material or air into the mat forming zone. Thus, the use of single terminology herein will be understood to include a multiple of the indicated device.

Bij voorkeur zal de tweede opening 44 ook middelen omvatten om op variabele wijze de richting van de inkomende lucht te regelen terwijl deze binnentreedt in de matvormzone 36. Oscillerende bladen zijn speciaal geschikt 40 gebleken en afgebeeld in Fig. 2 en 3, waarbij Fig. 2 is 8302883 - 9 - 'Preferably, the second opening 44 will also include means for variably controlling the direction of the incoming air as it enters mat forming zone 36. Oscillating blades have been found particularly suitable 40 and shown in FIG. 2 and 3, wherein FIG. 2 is 8302883 - 9 - '

t It I

' genomen langs de lijnen D-D van Fig. 1 en Fig. 3 een boven- Itaken along lines D-D of FIG. 1 and FIG. 3 an upper I

aanzicht is van de tweede opening 44. Iis view of the second opening 44. I

De tweede opening 44 bestaat uit zijpanelen 73 en 74, een bovenpaneel 75 en een onderpaneel 76, waar- IThe second opening 44 consists of side panels 73 and 74, a top panel 75 and a bottom panel 76, I

5 bij de twee einden van deze opening open zijn. Binnen de I5 at the two ends of this opening are open. Within the I

opening is een rij bladen 77 aangebracht. De bladen 77 zijn Ia row of blades 77 is provided at the opening. Sheets 77 are I.

gemonteerd op pennen 78, die roterend aangrijpen op het Imounted on pins 78, which rotatably engage the I

bovenpaneel 75 en het onderpaneel 76 zodat de bladen 77 Itop panel 75 and bottom panel 76 so that blades 77 I

zwenken om de assen van de pennen 78. De einden van de bla- Iswivel about the axes of the pins 78. The ends of the blades I

10 den 77 die het verst liggen van de matvormzone 36 zijn verbonden met een bladoscillatieas door verbindingsorganen 80.The furthest from the mat forming zone 36 are connected to a blade oscillation axis by connectors 80.

Hoewel de afgeheelde bladuitvoering bijzonder geschikt is IAlthough the sectioned blade design is particularly suitable I

gebleken om de richting van de luchtstroom te regelen, kunnen andere stroomregelmiddelen die zijn aangebracht in of jhas been found to control the direction of the air flow, other flow control means provided in or j

15 achter de tweede opening 44 of in de matvormzone 36 ook met I15 behind the second opening 44 or in the mat forming zone 36 also with I.

voordeel worden toegepast. Al deze luchtregelmiddelen worden Iadvantage be applied. All these air control means become I.

dus beoogt door de onderhavige uitvinding. Ithus contemplated by the present invention. I

Tijdens de werking worden het eerste open IDuring operation, the first open I

draadgaas 45 en het tweede open draadgaas' 46 bewogen in de Iwire mesh 45 and the second open wire mesh '46 moved in the I.

20 richting A resp. B (Fig. 1), zodat deze convergeren aan de I20 direction A resp. B (Fig. 1), so that they converge at the I

kneepopening 47. Afzuigmiddelen 60, 61 en 62 zuigen lucht Ipinch opening 47. Suction means 60, 61 and 62 suck air I

uit de matvormzone 36 door het eerste open draadgaas en af- Ifrom the mat forming zone 36 through the first open wire mesh and off

zuigmiddelen 63 zuigen lucht door het tweede open draadgaas.suction means 63 suck air through the second open wire mesh.

De afgezogen lucht wordt vervangen door lucht die binnen-25 treedt in de matvormzone door de tweede opening 44. Aldus wordt een onderdruk altijd gehandhaafd in de matvormzone 36.The extracted air is replaced by air entering the mat forming zone through the second opening 44. Thus, an underpressure is always maintained in the mat forming zone 36.

Mineraalwol is het bij voorkeur toegepaste anorganische vezelmateriaal voor het uitvoeren van de onderhavige uitvinding, maar andere vezels kunnen ook worden toe-30 gepast. Voorbeelden van dergelijk materiaal zijn anorganische vezels van glas, keramisch materiaal en wollastoniet, natuurlijke vezels zoals katoen, houtvezels of andere cellulose-houdende materialen en organische vezels zoals polyester of polyolefinen. Verder kunnen andere materialen zoals per-35 liet en verschillende kleisoorten ook worden toegepast.Mineral wool is the preferred inorganic fiber material for practicing the present invention, but other fibers can also be used. Examples of such material are inorganic fibers of glass, ceramic material and wollastonite, natural fibers such as cotton, wood fibers or other cellulosic materials and organic fibers such as polyester or polyolefins. Furthermore, other materials such as perlate and different clays can also be used.

Wanneer een mengsel van bindmiddel en voor- IWhen a mixture of binder and pres I

namelijk anorganisch vezelmateriaal wordt ingevoerd door de eerste opening 35 wordt het gekruisd door de opwaarts gerichte lucht die binnentreedt door de tweede opening 44. De 40 bladeninrichting van de tweede opening 44 kanaliseert op 83 0 2 3 3 3 " fc - 10 - > * variabele wijze de lucht en de opening 44 is bij voorkeur zo gericht, dat de lucht het mengsel van materiaal onmiddellijk onder de eerste opening 35 kruist. Het resulterende meegesleurde mengsel van materiaal wordt afgezet op de eerste 5 en tweede open draadgazen 45 en 46 als de meesleurlucht wordt afgezogen door deze draden. De manier waarop de lucht wordt afgezogen door deze draden kan worden gevarieerd naar wens door de vakman om produkten met verschillende eigenschappen te verkrijgen. Hoewel een enkel afzuigmiddel kan worden toe-10 gepast achter elk draadgaas illustreren de Fig. meerdere af-zuigmiddelen 60/ 61 en 62/ die zijn aangebracht onder het eerste open draadgaas 45. De luchtafzuiging kan aldus op twee manieren worden gevarieerd, namelijk door het variëren van de hoeveelheid die wordt afgezogen door de verschillende 15 zones van een enkel draadgaas, bijvoorbeeld, via de middelen 60, 61 en 62 en door het variëren van de relatieve hoeveelheden die worden afgezogen door de bovenste en onderste draadgazen 46 en 45.namely, inorganic fiber material is introduced through the first opening 35, it is crossed by the upwardly directed air entering through the second opening 44. The 40 blade arrangement of the second opening 44 channels at 83 0 2 3 3 3 "fc - 10 -> * variable mode the air and the opening 44 is directed such that the air crosses the mixture of material immediately below the first opening 35. The resulting entrained mixture of material is deposited on the first 5 and second open wire meshes 45 and 46 as the entrainment air. is extracted by these threads The manner in which the air is extracted by these threads can be varied as desired by those skilled in the art to obtain products with different properties Although a single aspirator may be used behind each wire mesh, Figs. extraction means 60/61 and 62 / which are arranged under the first open wire mesh 45. The air extraction can thus be performed in two ways and varied, namely by varying the amount extracted by the different zones of a single wire mesh, for example, through means 60, 61 and 62 and by varying the relative amounts extracted by the top and bottom wire meshes 46 and 45.

Fijne deeltjes die lichter' zijn dan grote 20 deeltjes trachten de luchtstroom te volgen en worden vandaar vervilt op die delen van de draadgazen waardoorheen het grootste deel van de lucht wordt afgezogen. Dus, bijvoorbeeld, als 90% van de lucht wordt afgezogen door één draadgaas, zullen de meeste fijne deeltjes op dat draadgaas 25 worden afgezet. De laagvorming en de basisgewichtregeling zal ook worden beinvloed door op variabele wijze de lucht af te zuigen door verschillende delen van een enkel draadgaas. Het zal derhalve duidelijk zijn, dat als dunne banen gewenst zijn, een variabele afzuiging van de lucht via de , 30 middelen 60, 61 en 62 zeer voordelig is. Onder deze omstan digheden wordt het grootste deel van de lucht bij voorkeur afgezogen door het draadgaas 45 naar de achterzijde van de matvormzone door toepassing van het afzuigmiddel 62, terwijl kleinere hoeveelheden worden afgezogen door toepassing 35 van de afzuigmiddelen 60 en 61. Variabele afzuiging is een andere manier om turbulente passage van het meegesleurde materiaal te vermijden over het oppervlak van het draadgaas 45 bij de kneepopening 47, waarvan de gevolgen hieronder worden aangeduid.Fine particles lighter than large particles try to follow the airflow and are therefore felted on those parts of the wire mesh through which most of the air is extracted. Thus, for example, if 90% of the air is extracted through one wire mesh, most of the fine particles will be deposited on that wire mesh. Layering and basis weight control will also be affected by variable suction of air through different parts of a single wire mesh. It will therefore be clear that if thin strips are desired, variable extraction of the air via means 60, 61 and 62 is very advantageous. Under these conditions, most of the air is preferably extracted through the wire mesh 45 to the rear of the mat forming zone by using the suction means 62, while smaller amounts are extracted by using the suction means 60 and 61. Variable suction is a another way to avoid turbulent passage of the entrained material across the surface of the wire mesh 45 at the pinch opening 47, the consequences of which are indicated below.

40 Variabele luchtafzuiging verschaft ook een _ 3 y i ό 3 o - li - - alternatief voor de vervanging van het tweede open draadgaas 46 door een paneel of een gesloten draadgaas. Door het af-zuigmiddel achter het draadgaas 46 af te zetten zal dus vrijwel alle lucht worden afgezogen door het eerste open draad-5 gaas 45. Dit alternatief is echter niet geheel bevredigend omdat zelfs als alle lucht passeert door het draadgaas 45 een deel van het deeltjesmateriaal zal plakken aan het draadgaas 46, hetgeen leidt tot enige diktevariatie in het resulterende produkt.40 Variable air extraction also provides a 3 y i ό 3 o - li - alternative for replacing the second open wire mesh 46 with a panel or closed wire mesh. Thus, by depositing the suction means behind the wire mesh 46, almost all air will be extracted through the first open wire mesh 45. However, this alternative is not entirely satisfactory because even if all the air passes through the wire mesh 45, part of the particulate material will stick to the wire mesh 46, leading to some thickness variation in the resulting product.

10 Een belangrijk nadeel van de inrichting die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 was het gebrek aan gelijkmatigheid van het verkregen mate-, riaal. Een aantal faktoren die bijdragen tot de ongelijkmatigheid zijn boven uiteengezet; echter, een andere faktor 15 die niet genoemd is, is de smalle invalshoek tussen de convergerende open draadgazen. Ten gevolge van deze smalle hoek, wanneer het meegesleurde materiaal binnentreedt in de mat-vormzone, strijkt het deeltjesmateriaal m§t grote snelheid over de oppervlakken van de open draadgazen. Deze turbulente 20 passage ging samen met de statische ladingen die aanwezig zijn op het meegesleurde materiaal met als gevolg golfpatronen in het gedeponeerde materiaal.A major drawback of the device described in US Pat. No. 4,097,209 was the lack of uniformity of the material obtained. A number of factors contributing to the unevenness have been explained above; however, another factor not mentioned is the narrow angle between the converging open wire meshes. Due to this narrow angle, as the entrained material enters the mat forming zone, the particulate material streaks across the surfaces of the open wire meshes at high speed. This turbulent passage coincided with the static charges present on the entrained material, resulting in wave patterns in the deposited material.

Om deze redenen moet de hoek tussen de draadgazen 45 en 46 aan de kneepopening 46 zodanig zijn dat een 25 turbulente passage van het meegesleurde materiaal over de oppervlakken van deze draadgazen wordt vermeden. De hoek die geïllustreerd is aan de kneepopening van de inrichting die is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 is ongeveer 12°? echter is volgens de onderhavige uitvinding 30 gebleken dat hoeken van niet minder dan ongeveer 20° de voorkeur verdienen. Verder moet de hoek niet te groot zijn omdat materiaal dat wordt afgezet op het draadgaas 46 de neiging heeft om te barsten of van het draadgaas af te vallen wanneer het passeert om de draadgaasrol 59 speciaal als 35 dikke matten worden geproduceerd. Een maxixum hoek van niet meer dan ongeveer 55° verdient dus de voorkeur.For these reasons, the angle between the wire meshes 45 and 46 at the pinch opening 46 should be such that turbulent passage of the entrained material across the surfaces of these wire meshes is avoided. The angle illustrated at the pinch opening of the device described in U.S. Pat. No. 4,097,209 is about 12 ° however, according to the present invention, it has been found that angles of not less than about 20 ° are preferred. Furthermore, the angle should not be too great because material deposited on the wire mesh 46 tends to crack or fall off the wire mesh as it passes around the wire mesh roll 59 specially produced as 35 thick mats. Thus, a maximum angle of not more than about 55 ° is preferred.

Naast de horizontale of opwaartse toevoer van lucht door de tweede opening 44, waarnaar eerder werd verwezen, is een andere faktor die de manier beïnvloedt 40 waarop het deeltjesmateriaal wordt afgezet op deze open 83 0 2 3 3 3 .....In addition to the horizontal or upward supply of air through the second opening 44 referred to previously, another factor that influences the way in which the particulate material is deposited on this open 83 0 2 3 3 3 .....

- ΙΛ -- ΙΛ -

Μ VΜ Q

*.*.

4 . draadgazen de plaats waar de tweede opening 44 is aange bracht in het achterpaneel 67. Als het punt van kruising van de inkomende lucht en het deeltjesmateriaal te ver onder de opening 35 ligt, kan een geschikte meesleuring niet 5 optreden en kan het deeltjesmateriaal met een betrekkelijk vlakke hoek passeren over het eerste open draadgaas 45. De beide effekten bevorderen golfpatronen en ongelijkmatigheid. Het verdient dus de voorkeur dat de tweede opening 44 is aangebracht in de bovenste delen van het achterpaneel 67.4. wire mesh the place where the second opening 44 is made in the rear panel 67. If the point of intersection of the incoming air and the particulate material is too far below the opening 35, an appropriate entrainment cannot occur and the particulate material with a relatively flat angle pass over the first open wire mesh 45. Both effects promote wave patterns and unevenness. Thus, it is preferable that the second opening 44 is provided in the upper parts of the back panel 67.

10 Soortgelijke problemen kunnen ook optreden als de tweede opening 44 omlaag is gericht in het deeltjesmateriaal of als deze te ver afligt van de eerste opening 35. Voor een inrichting die is geconstrueerd zoals geïllustreerd in de Fig. en bij benadering de afmeting heeft zoals hierna is 15 beschreven, is gebleken dat de beste resultaten worden verkregen als de afstand tussen de eerste opening 35 en het eerste open draadgaas 45 niet kleiner is dan 90 cm en als de afstand tussen het binneneind van de tweede opening 44 en het punt waar de omhoog gerichte luchtstroom het materiaal-20 mengsel kruist ongeveer 60 cm is.Similar problems can also arise if the second opening 44 is facing down into the particulate material or if it is too far from the first opening 35. For a device constructed as illustrated in Figs. and having an approximate size as described below, it has been found that the best results are obtained if the distance between the first opening 35 and the first open wire mesh 45 is not less than 90 cm and if the distance between the inner end of the second opening 44 and the point where the upwardly directed airflow crosses the material-mixture is about 60 cm.

Hoewel deze resultaten enigszins kunnen worden gevarieerd door vergroting van de hoek aan de kneepope-ning 47, kunnen deze hoek en de ligging van de tweede opening 44 beide worden gevarieerd om hetzelfde resultaat te 25 bereiken. Men moet dus in gedachten houden dat het gewenst is dat het deeltjesmateriaal de oppervlakken van de open draadgazen 45 en 46 op een niet-turbulente en bij benadering niet-paralleJewijze nadert.While these results can be varied somewhat by increasing the angle on the pinch opening 47, this angle and the location of the second opening 44 can both be varied to achieve the same result. Thus, it should be borne in mind that it is desirable for the particulate material to approach the surfaces of the open wire meshes 45 and 46 in a non-turbulent and approximately non-parallel manner.

De bladen die zijn aangebracht in de tweede 30 opening 44 leveren een bijzonder waardevolle bijdrage aan de onderhavige uitvinding. Het opbouwen van golfpatronen met de tijd in de vroegere inrichting was gedeeltelijk te wijten aan kanalisatie die wordt veroorzaakt door de statisch geïnduceerde afzetting van de deeltjesmaterialen in ver-35 schillende delen van de passage waardoor het meegesleurde materiaal passeert, en ten dele aan de wijze waarop het meegesleurde materiaal passeert over het materiaal dat eerder is vervilt op de open draadgazen. De bladen 77 trachten dit probleem op te heffen door heen en weer te oscilleren. Als 40 de as 79 heen en weer oscilleert in het algemeen langs de TT Λ Λ jWj 07 Ö v \J $ «3The blades disposed in the second opening 44 make a particularly valuable contribution to the present invention. The build-up of wave patterns with time in the prior device was due in part to channeling caused by the statically induced deposition of the particulate materials in different parts of the passage through which the entrained material passes, and in part in the manner in which the entrained material passes over the material previously felted on the open wire mesh. The blades 77 attempt to overcome this problem by oscillating back and forth. If 40 axis 79 oscillates back and forth generally along the TT Λ Λ jWj 07 Ö v \ J $ «3

-<· ψ I- <· ψ I

- 13 -- 13 -

i Ii I

baan EF (Fig. 3) worden de bladen eerst gericht naar een ' Ilane EF (Fig. 3), the blades are first directed to an 'I.

zijde van de matvormzone 36 en dan naar de andere zijde van Iside of the mat forming zone 36 and then to the other side of I.

deze zone. Als resultaat is er weinig kans op kanalisatie Ithis zone. As a result, there is little chance of channeling I.

en het deeltjesmateriaal dat wordt afgezet op de open draad- Iand the particulate material deposited on the open wire

5 gazen 45 en 46 is veel gelijkmatiger. I5 gauzes 45 and 46 is much more even. I

Het voordeel van de onderhavige uitvinding IThe advantage of the present invention I

is duidelijk te zien aan de aard van het materiaal dat wordt Ican be clearly seen from the nature of the material that I

geproduceerd met de onderhavige inrichting volgens de onderhavige werkwijze. Zoals eerder is aangegeven konden slechts 10 betrekkelijk dikke produkten worden verkregen met toepassing Iproduced with the present device according to the present method. As indicated previously, only 10 relatively thick products could be obtained using Application I.

van de vroegere inrichtingen. Bijvoorbeeld, wanneer een meng- Iof the former establishments. For example, when a mix I

sel van bindmiddel en minerale wolvezel wordt meegesleurd in Ibinder and mineral wool fiber is entrained in I.

een luchtstroom en geleid in de matvormzone die is beschre- Ian air flow and conducted into the mat forming zone described I

ven in het Amerikaanse octrooischrift 4.097.209 werden ma- IIn U.S. Pat. No. 4,097,209, I

15 terialen met een dikte van ongeveer 2,5 cm of meer en met I15 materials with a thickness of about 2.5 cm or more and with I.

vele ongelijkmatige zones verkregen. Dikke produkten kunnen Imany uneven zones obtained. Thick products can I

ook worden verkregen volgens de onderhavige uitvinding maar Ialso obtained according to the present invention but I

deze kunnen worden geproduceerd met hoge ,lijnsnelheid en Ithese can be produced with high line speed and I.

zij hebben geen van de klompen of golfpatronen die eigen Ithey have none of the clogs or wave patterns that I own

20 zijn aan de produkten volgens de bekende stand van de tech- I20 to the products of the prior art

niek. jniek. j

Als ander voorbeeld van het voordeel van de IAs another example of the advantage of the I

onderhavige uitvinding waren pogingen volgens de bekende Ipresent invention were attempts according to the known I.

stand van de techniek om dunnere materialen te verkrijgen 25 totaal zonder succes ten gevolge van de klompen die werden Istate of the art to obtain thinner materials totally unsuccessfully due to the clogs being used

gevonden in het eindprodukt. Dergelijke moeilijkheden treden Ifound in the finished product. Such difficulties arise I.

niet op bij de onderhavige uitvinding. Niet-geweven banen Inot with the present invention. Non-woven webs I

met gelijkmatige basisgewichten en dunne uitvoering zijn Iwith uniform basis weights and thin design are I.

verkregen met toepassing van de onderhavige inrichting waar- Iobtained using the present device wherein I

30 in de onderhavige werkwijze wordt uitgevoerd. De voordelen I30 is performed in the present method. The benefits I.

van deze dunne materiaallagen zijn opmerkelijk. Bijvoorbeeld Iof these thin material layers are remarkable. For example I

door toepassing van twee matvormzones zoals hierin is be- Iby using two mat forming zones as described herein

schreven, is het mogelijk sandwichachtige bouwprodukten te Iit is possible to produce sandwich-like construction products

vormen met dunne buitenlagen en een centrale kern. Een voor- Ishapes with thin outer layers and a central core. An advance I

35 beeld van een dergelijke inrichting is geïllustreerd in IThe image of such a device is illustrated in I.

Fig. 4, waarin de middelen voor het bereiden van het deeltjes- IFig. 4, wherein the means for preparing the particulate I

mengsel en de hardings- en afwerkmiddelen niet zijn afge- Imixture and the curing and finishing agents are not finished. I

beeld. Istatue. I

Een onderste matvormzone 83 en een bovenste IA lower mat forming zone 83 and an upper I.

4,0 matvormzone 84 zijn geconstrueerd zoals eerder is beschreven, I4.0 mat forming zone 84 are constructed as previously described, I.

o v w cl ö j Io v w cl ö j I

i - 14 - en zoals bij de individuele matvormzones, kunnen ze naar wens één of twee open draadgazen bevatten. Aan elke zone worden mengsels van bindmiddel en een geschikt vezelmate-riaal toegevoerd die worden omgezet in materiaalbanen zoals 5 eerder is beschreven. De banen treden uit de zones 83 en 84 aan de kneepopeningen 85 resp. 86. De onderbaan 87 wordt van de transporteur 88 gevoerd over overbrengrollen 89 op de transporteur 90. Een kernafzetstation 91 zet dan een kern-mengsel 92 af op de baan 87 en een diktemal 93 nivelleert het 10 kernmateriaal. Het station 91 omvat een gravimetrische toe-voerinrichting (niet afgebeeld) zoals die welke eerder is beschreven.i - 14 - and as with the individual mat forming zones, they can contain one or two open wire meshes as desired. Mixtures of binder and a suitable fiber material are supplied to each zone and are converted into webs of material as described previously. The webs exit from zones 83 and 84 at the pinch openings 85, respectively. 86. The bottom web 87 is fed from the conveyor 88 over transfer rollers 89 to the conveyor 90. A core deposition station 91 then deposits a core mixture 92 on the web 87 and a thickness gauge 93 levels the core material. Station 91 includes a gravimetric feeder (not shown) such as that previously described.

Ondertussen treedt de bovenhaan 94 uit de kneepopening 86, passeert over overbrengrollen 95 op de 15 transporteur 96 en omlaag langs de glijbaan 97 die deze afzet op de bovenzijde van het genivelleerde kernmengsel. Het losse samengestelde materiaal kan dan worden samengeperst door een voorsamenpersingssamenstel 98, ip welk geval het uittreedt uit de kneepopening 99 als een structuur die een 20 voldoende sterkte heeft om deze te kunnen transporteren door verdere verwerkings- en hardingsstappen zonder belangrijke beschadiging te ondergaan.Meanwhile, the top cock 94 exits the pinch opening 86, passes over transfer rollers 95 on the conveyor 96 and down the chute 97 depositing it on the top of the leveled core mixture. The loose composite material can then be compressed by a pre-compression assembly 98, ip in which case it exits from the pinch opening 99 as a structure of sufficient strength to be able to transport it through further processing and curing steps without undergoing significant damage.

Een brede verscheidenheid van produkten kan worden verkregen door de toepassing van deze inrichting. Bij-25 voorbeeld, als een mengsel van geexpandeerde perliet en bindmiddel wordt gebruikt als het kernmengsel kunnen de geproduceerde produkten worden gevarieerd van die welke goede acous-tische eigenschappen hebben tot die welke hoge breukwaarden hebben. Verder wordt de plaat geproduceerd in een bewerking 30 met een enkele passage, hetgeen bijzonder is. De bekende stand van de techniek leert dat sommige sandwichachtige produkten kunnen worden geproduceerd door afzonderlijk de buitenlagen te maken en ze dan vast te hechten op een kernmateriaal met een laag plakmiddel. De onderhavige uitvinding 35 is opmerkelijk gunstiger, niet alleen vanwege zijn eenvoud bij het vermijden van de plakmiddellagen maar ook omdat de aard van het proces een differentiële verdichting van het produkt mogelijk maakt zonder dat men zijn toevlucht moet nemen tot afzonderlijke lamineer- en persbewerkingen.A wide variety of products can be obtained by using this device. For example, if a mixture of expanded perlite and binder is used as the core mixture, the products produced can be varied from those having good acoustic properties to those having high fracture values. Furthermore, the plate is produced in a single pass operation 30, which is special. The prior art teaches that some sandwich-like products can be produced by separately making the outer layers and then adhering them to a core material with a layer of adhesive. The present invention is remarkably more favorable not only because of its simplicity in avoiding the adhesive layers but also because the nature of the process allows differential compaction of the product without resorting to separate laminating and pressing operations.

40 Het bovengenoemde, van een perlietkern voor- 8 ’ï» 0 -- £ q v V V# W ii, ij *3 - 15 - * - ί « ziene produkt vormt een bijzonder goed voorbeeld van dit verschijnsel. De buitenlagen van mineraalwol en bindmiddel hebben een lage druksterkte, terwijl de geexpandeerde per-lietkern een betrekkelijk hoge druksterkte heeft. Wanneer 5 de samengestelde structuur wordt samengeperst/ werkt de kern als een aambeeld waartegen de buitenlagen worden samengeperst. Dit leidt tot verdichting van de buitenlagen, maar vrijwel geen verdichting van de kern. Tegelijkertijd neemt de kern onregelmatigheden in de buitenlagen op, waardoor gladde 10 buitenvlakken met gelijkmatige dichtheid worden verkregen.The aforementioned product, which is of a perlite core, is a particularly good example of this phenomenon. The outer layers of mineral wool and binder have a low compressive strength, while the expanded plating core has a relatively high compressive strength. When the composite structure is compressed, the core acts as an anvil against which the outer layers are compressed. This leads to compaction of the outer layers, but virtually no compaction of the core. At the same time, the core absorbs irregularities in the outer layers, whereby smooth outer surfaces with uniform density are obtained.

Een andere methode van differentiële verdichting van de samengestelde structuur omvat het achtereenvolgens harden van de kern en de buitenlagen. Bijvoorbeeld, als een samengestelde structuur wordt vervaardigd met 15 een kern met een bindmiddel dat een lagere hardingstempera-tuur heeft dan het bindmiddel voor de buitenlagen en het samengestelde materiaal wordt gevoerd door een convectie-oven die is ingesteld op een temperatuur yraarbij het kern-biüdmateriaal hard wordt maar niet het buitenlaagbindmate-20 riaal, wordt een structuur verkregen met ongeharde buitenlagen. Als deze buitenlagen dan worden samengeperst tegen de kern en gehard, kunnen zeer dichte buitenlagen worden verkregen. Evenzo kan hetzelfde effekt worden verkregen door het toepassen van bindmiddelen met soortgelijke har-25 dingseigenschappen maar waarbij een noodzakelijke hardings-component is weggelaten uit het buitenlaagbindmiddel. Wanneer de noodzakelijke component vervolgens wordt toegevoegd en het samengestelde materiaal wordt samengeperst en gehard, worden weer dichte harde buitenlagen verkregen. Een voor-30 beeld van het laatste alternatief is de toepassing van een bindmiddel zoals een novalakfenolformaldehydehars waaruit het dwarsbindmiddel, hexamethyleentetramine is weggelaten.Another method of differential compaction of the composite structure involves successively curing the core and the outer layers. For example, if a composite structure is made with a core with a binder that has a lower curing temperature than the binder for the outer layers, and the composite is passed through a convection oven set at a temperature close to the core material hardening but not the outer layer bonding material, a structure is obtained with uncured outer layers. If these outer layers are then pressed against the core and cured, very dense outer layers can be obtained. Likewise, the same effect can be obtained by using binders with similar curing properties but with a necessary curing component omitted from the outer layer binder. When the necessary component is then added and the composite material is compressed and cured, dense hard outer layers are again obtained. An example of the latter alternative is the use of a binder such as a novalak phenol formaldehyde resin from which the cross binder hexamethylene tetramine has been omitted.

Deze en een verscheidenheid van andere structuren met verschillende karakteristieken kunnen worden ge-35 produceerd volgens de onderhavige uitvinding. Andere voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nog duidelijker worden met verwijzing naar de volgende voorbeelden.These and a variety of other structures with different characteristics can be produced according to the present invention. Other advantages of the present invention will become even more apparent with reference to the following examples.

Voorbeeld IExample I

Dit voorbeeld illustreert de bereiding van 40 een produkt met ongeveer 87% mineraalwol en 13% poedervor- 8332883 . . . - 16 - V t mig fenolbindmiddel, waarbij het verkregen produkt een dikte heeft van ongeveer 3,8 cm en een dichtheid van ongeveer' 96 kg/m . Het produkt werd vervaardigd met toepassing van de inrichting met dubbele bakvormzones zoals is afgebeeld in 5 Fig. -4. Verwijzingscijfers verwijzen naar de cijfers die zijn gebruikt in de Fig. De onderste matvormzone 83 die werd toegepast voor dit en de volgende voorbeelden was geconstrueerd uit plexiglas zodat de afstand tussen de kneepopening 47 en het achterpaneel 67 ongeveer 272 cm is, de zonebreedte 10 gemeten tussen de zijpanelen 68 en 69 was ongeveer 65 cm en de hoogte gemeten verticaal tussen het draadgaas 45 en het middenpunt van de intrekkerrol 42 was ongeveer 105 cm. De hoek van de kneepopening 47 was ongeveer 25°. De bovenste matvormzone 84 had een afstand tussen de kneepopening 47 en 15 het achterpaneel 67 van ongeveer 210 cm, de breedte en de hoogte waren ongeveer hetzelfde als voor de matvormzone 83.This example illustrates the preparation of a product with about 87% mineral wool and 13% powder 8332883. . . The phenolic binder, wherein the product obtained has a thickness of about 3.8 cm and a density of about 96 kg / m. The product was manufactured using the dual baking mold zone device as shown in FIG. -4. Reference numbers refer to the numbers used in Figs. The lower mat forming zone 83 used for this and the following examples was constructed from plexiglass so that the distance between the pinch opening 47 and the back panel 67 is about 272 cm, the zone width measured between the side panels 68 and 69 was about 65 cm and the height measured vertically between the wire mesh 45 and the center point of the retractor roller 42 was about 105 cm. The angle of the pinch opening 47 was about 25 °. The top mat forming zone 84 had a distance between the pinch opening 47 and 15 the rear panel 67 of about 210 cm, the width and the height were about the same as for the mat forming zone 83.

De hoek aan de kneepopening 47 was ongeveer 48°.The angle at the pinch opening 47 was about 48 °.

Voor elke matvormzone 83 en 84 werden minerale wolvezels gescheiden en toegevoerd op de transporteur 20 30 met een snelheid van 3,44 kg per minuut met toepassing van een Vectroflo gravimetrische toevoerinrichting. De fenol-hars werd toegevoerd op de vezel door het station 32 met een snelheid van 1,02 kg per minuut. Dit materiaal werd samenger mengd door de uitkamrol 33 en toegevoerd aan de verschillen-25 de vervezelingsinrichtingen 34.For each mat forming zone 83 and 84, mineral wool fibers were separated and fed to the conveyor 20 at a rate of 3.44 kg per minute using a Vectroflo gravimetric feeder. The phenolic resin was fed to the fiber through the station 32 at a rate of 1.02 kg per minute. This material was mixed together by the comb roller 33 and fed to the various shredders 34.

De draadgazen in de betreffende kamers werden geconvergeerd met ongeveer 3 m per minuut en lucht werd toegevoerd aan de betreffende kamers met een volume van ongeveer 142 m3 per minuut en afgezogen door de vormdraden 45 en 30 46. De druk binnen elke vormkamer was ongeveer 5,3 cm water onder de atmosferische druk, gemeten met toepassing van een Dwyer meter. In de onderste vormkamer werd ongeveer 90% van de meesleurlucht afgezogen door het onderste vormdraadgaas 45, waarbij het grootste deel van deze lucht werd afgesloten 35 door het afzuigmiddel 62. In de bovenste vormkamer werd ongeveer 60% van de lucht afgezogen door het bovenste vormdraadgaas 46 waarbij geen poging werd gedaan om op variabele wijze de lucht af te zuigen. De bladen 77 werden geoscilleerd binnen elke opening 44 met ongeveer 30 cycli per minuut.The wire meshes in the respective chambers were converged at about 3 m per minute and air was supplied to the respective chambers at a volume of about 142 m3 per minute and extracted through the forming wires 45 and 46. The pressure within each forming chamber was about 5. 3 cm of water under atmospheric pressure, measured using a Dwyer meter. In the lower molding chamber, approximately 90% of the entraining air was extracted through the lower molding wire mesh 45, with most of this air being occluded by the suction means 62. In the upper molding chamber, approximately 60% of the air was aspirated through the upper molding wire mesh 46 with no attempt to variably extract the air. The blades 77 were oscillated within each opening 44 at about 30 cycles per minute.

40 De matvormige materialen werden geconvergeerd 3302883 * i - 17 - ·· " „ aan de kneepopeningen 47 en verstevigd in de verstevigings- zones 48. Onmiddellijk voorafgaand aan het uittreden uit de verstevigingszones 48 werden de samengestelde materialen tegelijkertijd aangestampt door de aanstampinrichtingen 50 5 en blootgesteld aan de anti-statische inrichtingen 51. De aanstampinrichtingen 50 werden ingesteld om de achterzijde van de draadgazen 46 ongeveer 30 maal per minuut te treffen waardoor de matten afwisselend samengeperst en vrijgelaten werden. Deze inrichtingen bevorderen het verminderen van het 10 mechanisch vasthechten. De anti-statische inrichtingen 51 waren gebruikelijke alfadeeltjes—üitzendorganen die de ladingen van de vezelmatten verwijderen en de statische aanhechting verminderen. Wanneer deze inrichtingen afzonderlijk » of helemaal niet werden toegepast, werd een volle scheiding 15 van de matvormige materialen van de draadgazen niet verkregen. Het gelijktijdig toepassen van deze inrichtingen heeft echter een goede scheiding opgeleverd, hetgeen leidt tot produkten van hoge kwaliteit.40 The mat materials were converged 3302883 * i - 17 - ·· "" at the pinch openings 47 and reinforced in the reinforcement zones 48. Immediately prior to exit from the reinforcement zones 48, the composite materials were simultaneously rammed by the ramming devices 50 and exposed to the anti-static devices 51. The ramming devices 50 were adjusted to hit the back of the wire mesh 46 approximately 30 times per minute, alternately compressing and releasing the mats, which assist in reducing mechanical adhesion. Static devices 51 were conventional alpha particles emitting devices which remove the charges from the fiber mats and reduce static adhesion. When these devices were used individually or not at all, complete separation of the mat materials from the wire meshes was not obtained. to apply however, these devices have produced good separation, resulting in high quality products.

De afzonderlijke banen die uittreden uit de 20 matvormzones 83 en 84 werden geconvergeerd en vooraf samengeperst met toepassing van het voorsamenpersingssamenstel 98. Deze inrichting werd zo ingesteld dat de kneepopening zeer licht in contact komt met de verstevigde baan. Het verstevigde materiaal werd dan gevoerd in een doorloopcon-25 vectiedrogeroven (TCD) en blootgesteld aan de lucht die was verhit op ongeveer 205° C gedurende ongeveer 3 minuten. Tijdens deze blootstellingstijd werd het harsachtige bindmiddel gesmolten en althans nagenoeg gehard. De afstand tussen de druktransporteurs van de TCD-oven was ongeveer 3,9 cm; der-30 halve, wanneer de plaat uittrad uit de TCD-over in een enigszins plastische toestand werd deze nagekalibreerd en afgekoeld. Het nakalibreren stelde de dikte van de plaat in op ongeveer 3,8 cm en het tegelijk afkoelen met de omgevingslucht verminderde de plaattemperatuur tot iets min-35 der dan 121° C. Het op deze manier geproduceerde produkt zonder de toepassing van een nakalibreerinrichting bleek een diktevariatie van ± 1 mm te hebben, terwijl materiaal dat werd geproduceerd met toepassing van de nakalibreerinrichting een diktevariatie van ± 0,25 mm bleek te hebben.The individual webs exiting from the mat forming zones 83 and 84 were converged and pre-compressed using the pre-compression assembly 98. This device was adjusted so that the pinch opening contacts the reinforced web very lightly. The stiffened material was then fed into a continuous convection dryer oven (TCD) and exposed to the air heated at about 205 ° C for about 3 minutes. During this exposure time, the resinous binder was melted and at least substantially cured. The distance between the pressure conveyors of the TCD oven was about 3.9 cm; therefore, when the plate emerged from the TCD-over in a slightly plastic state, it was recalibrated and cooled. Post-calibration adjusted the thickness of the plate to about 3.8 cm and cooling with the ambient air simultaneously reduced the plate temperature to slightly less than 121 ° C. The product produced in this way without the use of an after-calibration device was found to be a thickness variation of ± 1 mm, while material produced using the post-calibrator was found to have a thickness variation of ± 0.25 mm.

40 De acoustische prestatie van produkten die op deze Λ Τ' Λ " > » Ö νί V * a v Q ö - , - ———i - ΊΟ -i manier zijn gevormd was: geluidsisolatieklasse (NIC) van 20 en geluidsreductiecoëfficient (NRC) van 95. Aldus was het geschikt voor een verscheidenheid van acoustische toepassingen met hoge prestatie.40 The acoustic performance of products formed in this way was: sound insulation class (NIC) of 20 and sound reduction coefficient (NRC) of 95. Thus, it was suitable for a variety of high performance acoustic applications.

5 Voorbeeld IIExample II

Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging van een sandwichachtig produkt met een totale samenstelling alsvolgt;This example illustrates the manufacture of a sandwich-like product with an overall composition as follows;

Gewichtspercent 10 Ingrediënt (vaste-stoffenbasis) mineraalwol - 24,21 poedervormig fenolbindmiddel 1,82 geexpandeerd perliet 64,35 vloeibaar fenolhars . 9,62 15 De buitenlagen bestonden uit 93 % mineraalwol en 7% poedervormig fenolbindmiddel, terwijl het kernmengsel bestond uit 87% geexpandeerde perliet en 13% vloeibare fenolhars.Weight Percent 10 Ingredient (solids base) mineral wool - 24.21 powdered phenolic binder 1.82 expanded perlite 64.35 liquid phenolic resin. 9.62 The outer layers consisted of 93% mineral wool and 7% powdered phenolic binder, while the core mixture consisted of 87% expanded perlite and 13% liquid phenolic resin.

Mineraalwolvezels werden toegevoerd op de transporteur 30 van de bovenste en onderste vormsysternen 20 83 en 84 met een snelheid van 1,12 kg per minuut. Poeder vormig fenolhars werd dan toegevoerd op de transporteur 30 via station 32 met een snelheid van 0,084 kg per minuut. Dit materiaal werd samengemengd met de uitkamrol 33 en toegevoerd naar vervezelingsinrichtingen 34 van elke matvormzone. Be-25 halve zoals onder vermeld waren de werkparameters hetzelfde als die welke zijn uiteengezet in voorbeeld I.Mineral wool fibers were fed to the conveyor 30 of the upper and lower molding systems 83 and 84 at a rate of 1.12 kg per minute. Powdered phenolic resin was then fed to the conveyor 30 through station 32 at a rate of 0.084 kg per minute. This material was mixed together with the combing roller 33 and fed to shredders 34 of each mat forming zone. Except as noted below, the operating parameters were the same as those set forth in Example I.

De mineraalwolbindmiddelsamenstellingen werden toegevoerd aan de betreffende matvormzones en vervilt op de open draadgazen 45 en 46 vrijwel zoals beschreven in voor-30 beeld I. In dit geval werd echter de lucht afgezogen met verschillende snelheden door de open draadgazen in de onderkamer; aldus werd ongeveer 75% van de lucht afgezogen door het onderste vormdraadgaas 45 van de zone 83 en werd ongeveer 25% afgezogen door het bovenste vormdraadgaas 46. De statische 35 druk in elk van déze kamers was ongeveer 4,5 cm water onder de atmosferische druk, gemeten met toepassing van een Dwyer meter.The mineral wool binder compositions were fed to the respective mat forming zones and felt on the open wire meshes 45 and 46 substantially as described in Example I. In this case, however, the air was extracted at different rates through the open wire meshes in the lower chamber; thus, approximately 75% of the air was extracted through the lower mold wire mesh 45 from zone 83 and approximately 25% was extracted through the upper mold wire mesh 46. The static pressure in each of these chambers was approximately 4.5 cm of water under atmospheric pressure , measured using a Dwyer meter.

De matten werden geconvergeerd aan de betreffende kneepopeningen 47, verstevigd in samenperszones 48, 40 behandeld met aanstampinrichtingen 50 en anti-statische in- 83 02 083 --------^ i - 19 - richting 51 en dan gevoerd naar de voorsamenpersrollen 98. Nadat de onderste mat was overgebracht op de transporteur 90 werd een mengsel van 23% vloeibare fenolhars en 77% geëxpandeerde perliet afgezet via het toevoegstation 91 op de 5 ondermat met een snelheid van 4,3 kg per m2 (natte basis). Het kernmengsel werd genivelleerd met de afstrijkmal 93, gecombineerd met de bovenmat 94 en verstevigd met toepassing van de voorsamenperrollen 98. De hoogte van de voorsamenpersrollen aan het ingangspunt was ongeveer 3,3 cm boven de 10 transporteur 98, terwijl aan de openingkneep 99 de hoogte ongeveer 1,4 cm was. Dit veroorzaakte dat het uittredende materiaal werd- geextrudeerd door de smalle kneepopening.The mats were converged at the respective pinch apertures 47, reinforced in compression zones 48, 40 treated with ramming devices 50 and anti-static in direction 51 and then fed to the pre-compression rollers 98. After the bottom mat was transferred to the conveyor 90, a mixture of 23% liquid phenolic resin and 77% expanded perlite was deposited through the addition station 91 on the sub-mat at a rate of 4.3 kg per m2 (wet base). The core mixture was leveled with the scraper mold 93, combined with the top mat 94 and reinforced using the pre-compression rollers 98. The height of the pre-compression rollers at the entry point was about 3.3 cm above the conveyor 98, while the opening nip 99 had the height about 1.4 cm. This caused the exiting material to be extruded through the narrow pinch opening.

De dikte van het verkregen vooraf samengestelde materiaal was ongeveer 1,8 cm.The thickness of the pre-assembled material obtained was about 1.8 cm.

15 De voorsamenpersing diende om aan de ver kregen onverharde plaat een voldoende sterkte en randvorming mede te delen zodat de plaat kon worden getransporteerd door de volgende voorverwarmings- en hardingsbewerkingen zonder verlies van perliet uit de kern of beschadiging van het sa-20 mengestelde materiaal. Na de voorsamenpersing werd de plaat overgebracht naar een TCD-inrichting zoals die welke is geïllustreerd in Fig. 1; echter werden de bovenste samenpersmiddelen niet gebruikt bij het vervaardigen van het van een kern voorziene produkt. Het doel van de TCD-inrichting was 25 het voorverhitten van het van een kern voorziene produkt met een neerwaartse luchtstroom, en aldus een aanzienlijke droging en harding van het kernmengsel te veroorzaken terwijl de buitenlagen vrijwel ongehard werden gelaten.The pre-compression served to impart to the resulting unpaved sheet a sufficient strength and edge formation so that the sheet could be conveyed by the following preheating and curing operations without loss of perlite from the core or damage to the composite material. After pre-compression, the plate was transferred to a TCD device such as that illustrated in Fig. 1; however, the top compressors were not used in the manufacture of the cored product. The purpose of the TCD device was to preheat the cored product with a downward flow of air, thus causing significant drying and curing of the core mixture while leaving the outer layers virtually uncured.

De temperatuur van de lucht in de TCD-oven 30 bleef dus onder 149° C, een temperatuur waarbij het buiten-laagbindmiddel niet hard werd. Een periode van ongeveer 2 minuten werd toegepast voor het voorverwarmen.Thus, the temperature of the air in the TCD oven 30 remained below 149 ° C, a temperature at which the outer layer binder did not set. A period of about 2 minutes was used for preheating.

Volgens de voorverwarmingsstap werd de plaat gesneden in stukken en door een versnellingstranspor-35 teur toegevoerd aan een pers met een plat bed. Ten gevolge van de gewenste dikte van ongeveer 1,6 cm voor het produkt werden geschikte aanslagen gebruikt in de pers om te verzekeren dat geen overmatige samenpersing optrad. De uiteindelijke hardingstemperatuur was 232° C, hoewel variaties tus-40 sen 177° C en 288° C konden worden toegepast. Verblijfstij- 8502083 - 20 - ..In the preheating step, the plate was cut into pieces and fed through an accelerator conveyor to a flat bed press. Due to the desired thickness of about 1.6 cm for the product, suitable stops were used in the press to ensure that no excessive compression occurred. The final cure temperature was 232 ° C, although variations between 177 ° C and 288 ° C could be used. Residence time- 8502083 - 20 - ..

\ .\.

4 den in de pers varieerden van ongeveer 15 seconden tot ongeveer 15 minuten, hoewel een samenperstijd van 1 minuut en 30 seconden goede resultaten bij 232° C. Naar keuze kon een handpers ook zijn toegepast voor de uiteindelijke hardings-5 en persstappen.Fourths in the press ranged from about 15 seconds to about 15 minutes, although a compression time of 1 minute and 30 seconds gave good results at 232 ° C. Optionally, a hand press could also be used for the final curing and pressing steps.

De verkregen plaat had een totale lengte van 1,6 cm en een dichtheid van 317 kg/m3. De dikte van elk van de boven- en onderhuiden was bij benadering 0,1 cm en de kerndikte was 1,4 cm. De dichtheid van de bui.tenlaag was bij 10 benadering 550 kg/m3, terwijl de kerndichtheid bij benadering 252 kg/m3 was.The obtained sheet had a total length of 1.6 cm and a density of 317 kg / m3. The thickness of each of the top and bottom skins was approximately 0.1 cm and the core thickness was 1.4 cm. The density of the outer layer was approximately 550 kg / m3, while the core density was approximately 252 kg / m3.

Voorbeeld IIIExample III

Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging van.een ingedrukte sandwichachtige bouwplaat. Het produkt 15 werd vervaardigd op precies dezelfde manier als beschreven is in voorbeeld II tot aan het punt waar de ongeharde plaat uittreedt uit de voorsamenpersrollen 98. In dit geval werd het materiaal getransporteerd in de TCD-inrichting en lucht werd gevoerd door de plaat van de onderzijde naar de boven-20 zijde. Ten gevolge van de omgekeerde stroming is het bovenste samenpersmiddel ingesteld om het bovenvlak van de plaat licht aan te raken om het oplichten of knikken ten gevolge van de opwaartse druk van de luchtstroom te verhinderen.This example illustrates the manufacture of a pressed sandwich-like building board. The product 15 was manufactured in exactly the same manner as described in Example II up to the point where the uncured sheet emerges from the pre-compression rollers 98. In this case, the material was transported into the TCD device and air was passed through the sheet of the bottom to the top-20 side. Due to the reverse flow, the top compression means is set to lightly touch the top surface of the plate to prevent lifting or kinking due to the upward pressure of the airflow.

Als resultaat van deze behandeling trad een harding op vanaf 25 de onderzijde van de plaat opwaarts en de omstandigheden werden zo ingesteld, dat de harding optrad tot binnen 1,6 mm - 6,4 mm van het bovenvlak van het kernmateriaal.As a result of this treatment, curing occurred from the bottom of the plate upward and conditions were set so that the curing occurred within 1.6 mm - 6.4 mm of the top surface of the core material.

Volgend op de voorverwarmingsstap werd de plaat gesneden in stukken en toegevoerd aan een pers met een 30 plat bed, waarbij de bovenplaat van de pers was voorzien van een indrukplaat. De pers werd zo ingesteld dat de indruk-plaat slechts in de bovenste ongeharde zone van de plaat binnendrong. Zoals beschreven voor voorbeeld II werd een temperatuur van 232°C toegepast voor een verblijfstijd van 1 35 minuut en 30 seconden. De waarden van de dichtheid en het basisgewicht waren vrijwel hetzelfde als voor het produkt van voorbeeld II.Following the preheating step, the plate was cut into pieces and fed to a flat bed press, the top plate of the press being provided with an insertion plate. The press was set so that the indentation plate penetrated only into the top uncured zone of the plate. As described for Example II, a temperature of 232 ° C was used for a residence time of 1 minute and 30 seconds. The density and basis weight values were almost the same as for the product of Example II.

Voorbeeld IVExample IV

Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging 40 van een sandwichachtig produkt met een dun vochtbestendig 83 C 333 4 - 21 - > c inwendige van hoge dichtheid. De totale samenstelling was alsvolgt:This example illustrates the manufacture 40 of a sandwich-like product with a thin moisture-resistant 83 C 333 4-21 -> c interior of high density. The total composition was as follows:

GewichtspercentWeight percent

Ingrediënten (vaste-stoffenbasis) 5 mineraalwol 34,14 poedervormig fenolbindmiddel 6,10 cementkwaliteit perliet 50,76 ureum-formaldehydehars 9,00Ingredients (solids base) 5 mineral wool 34.14 phenolic binder powder 6.10 cement grade perlite 50.76 urea-formaldehyde resin 9.00

De buitenlagen bestonden uit 85% mineraalwol en 15% poeder-10 vormig fenolbindmiddel, terwijl het kernmengsel bestond uit 85% perliet van cementkwaliteit en 15% ureum-formaldehyde-hars.The outer layers consisted of 85% mineral wool and 15% powder-phenolic binder, while the core blend consisted of 85% cement grade perlite and 15% urea-formaldehyde resin.

De plaat werd vervaardigd vrijwel zoals beschreven in voorbeeld II, maar omdat de gewenste uiteinde-15 lijke dikte 4,76 mm was werden de aanslagen in de voorsamenpersinrichting ingesteld op 4,56 mm. De verkregen plaat had een dichtheid van 673 kg/m3 en een basisgewicht van 3,21 kg/m2 .The plate was manufactured almost as described in Example II, but because the desired final thickness was 4.76 mm, the stops in the pre-compression device were set at 4.56 mm. The obtained sheet had a density of 673 kg / m3 and a basis weight of 3.21 kg / m2.

Het gewicht van de buitenlagen was 1,92 kg/m2.The weight of the outer layers was 1.92 kg / m2.

Voorbeeld VExample V

20 Dit voorbeeld illustreert de vervaardiging van een tegen beschadiging bestendige plaat met houtvezel-materiaal. De totale samenstelling van de plaat was alsvolgt:This example illustrates the manufacture of a damage resistant board with wood fiber material. The total composition of the record was as follows:

GewichtspercentWeight percent

Ingrediënten (vaste-stoffenbasis) 25 mineraalwol 22,17 poedervormig fenolbindmiddel 3,87 geexpandeerde perliet 48,10 ontscheept espenhoutvezel 11,08 vloeibaar fenolhars 14,78 30 Deze plaat werd geproduceerd op dezelfde manier als beschreven in voorbeeld II om een produkt te beschrijven met een dikte van 1,59 mm en een dichtheid van 317 kg/m3. Het totale gewicht van de buitenlagen was 1,32 kg/m2. De aanwezigheid van de houtvezel in dit produkt had het effekt van het ver-35 groten van de taaiheid van de plaat en het verminderen van de invloeden van stootbeschadiging.Ingredients (solids base) 25 mineral wool 22.17 powdered phenolic binder 3.87 expanded perlite 48.10 de-sapwood fiber 11.08 liquid phenolic resin 14.78 30 This board was produced in the same manner as described in Example II to describe a product with a thickness of 1.59 mm and a density of 317 kg / m3. The total weight of the outer layers was 1.32 kg / m2. The presence of the wood fiber in this product had the effect of increasing the toughness of the board and reducing the effects of impact damage.

Voorbeeld VIExample VI

Dit voorbeeld, waarin twee alternatieve wijzigingen worden beschreven, illustreert verder de tech- 8502833 i - 22 - u i niek van het achtereenvolgend harden. De basisprocedure was vergelijkbaar met die welke werd toegepast in voorbeeld II, behalve dat (1) het fenolhars geen hexamethyleentetramine-hardingsmiddel bevatte en (2) het eerder toegepaste kern-5 bindmiddel werd vervangen door een zetmeelpoeder.This example, describing two alternative changes, further illustrates the technique of sequential curing. The basic procedure was similar to that used in Example II except that (1) the phenolic resin did not contain a hexamethylene tetramine curing agent and (2) the previously used core-5 binder was replaced with a starch powder.

De totale samenstelling van de plaat, berekend op droge basis,, was alsvolgt:The total composition of the plate, calculated on a dry basis, was as follows:

GewichtspercentWeight percent

Ingrediënt (vaste-stoffenbasis) 10 mineraalwol 24,21 poedervormig novalac fenolbindmiddel plus hexamethyleentetramine 1,82 geexpandeerde perliet 64,35 poedervormig zetmeelbindraiddel 9,62 15 De buitenlagen bestonden uit 93% mineraalwol en 7% bindmiddel, gebaseerd op de boven aangegeven verhoudingen van de ingrediënten, terwijl het droge kernmengsel bestond uit 87% geexpandeerde perliet en ,13% poedervormig zetmeel.Ingredient (solids base) 10 mineral wool 24.21 powdered novalac phenol binder plus hexamethylene tetramine 1.82 expanded perlite 64.35 powdered starch binder 9.62 15 The outer layers consisted of 93% mineral wool and 7% binder based on the proportions indicated above. ingredients, while the dry core mixture consisted of 87% expanded perlite and 13% powdered starch.

20 De boven- en onderlagen werden geproduceerd zoals beschreven in voorbeeld II behalve dat het poedervormige bindmiddel werd toegevoegd met een snelheid van 0,077 kg/minuut ten gevolge van de afwezigheid van het hardingsmiddel. Voorafgaand aan het toevoegen van het kernmengsel 25 werd het bevochtigd met water op een niveau van 19% gebaseerd op het gewicht van het natte mengsel. Het bevochtigde kernmengsel werd dan toegevoegd via het kernafzetstation 91 met een niveau van 4,8 kg/m2, waarbij het verschil ten opzichte van de hoeveelheid die is vermeld in voorbeeld II 30 te wijten is aan het toegevoegde vocht.The top and bottom layers were produced as described in Example II except that the powdery binder was added at a rate of 0.077 kg / minute due to the absence of the curing agent. Before adding the core mixture 25, it was wetted with water at a level of 19% based on the weight of the wet mixture. The wetted core mixture was then added through the core depositor 91 at a level of 4.8 kg / m2, the difference from the amount reported in Example II 30 being due to the added moisture.

Nadat het toegevoegde materiaal was genivelleerd met de afstrijkmal 93; werden de samengestelde materialen verstevigd met de bovenste mat met gebruikmaking van de voorsamenpersrollen 98. Het samengestelde materiaal werd 35 dan overgebracht naar een TCD-inrichting die, anders dan de inrichting in voorbeeld II was voorzien van een stoominrich-ting. De stoominrichting was geplaatst aan de ingang van de TCD-inrichting en bestond uit een stoomverdeelleiding die boven de plaat lag en een vacuüminrichting die onder de 40 plaat lag, onder TCD-transporteur.After the added material was leveled with the smoothing template 93; the composite materials were reinforced with the top mat using the pre-compression rollers 98. The composite material was then transferred to a TCD device which, unlike the device in Example II, was steam-powered. The steam device was placed at the entrance of the TCD device and consisted of a steam distribution pipe above the plate and a vacuum device below the 40 plate under the TCD conveyor.

817 r, --', η ^ -j ..ü ^ O 0 /Γ - 23 - t817 r, - ', η ^ -j ..ü ^ O 0 / Γ - 23 - t

Als de plaat passeerde in de TCD-oven, werd de stoominrichting gebruikt om stoom te zuigen in de plaat met een snelheid die voldoende was om de temperatuur van het water in het kernmengsel te verhogen boven 82° C, waar-5 door het zetmeel geleerde. De plaat liep verder door de TCD-inrichting, waar de kern werd gedroogd en voorverwarmd op de gebruikelijk wijze. Echter was het in dit geval mogelijk om temperaturen hoger dan 149° C toe te passen, omdat het bindmiddel in de buitenlagen niet het hardingsmiddel be-10 vatte .As the plate passed in the TCD oven, the steaming device was used to draw steam into the plate at a rate sufficient to raise the temperature of the water in the core mixture above 82 ° C, where the starch gelled . The plate passed through the TCD device, where the core was dried and preheated in the usual manner. However, in this case it was possible to use temperatures higher than 149 ° C, because the binder in the outer layers did not contain the curing agent.

Volgens op de geleer- en droogstappen werd de plaat in stukken gesneden en toegevoerd in een sproei-cabine. In deze cabine werd een 10%-oplossing van hexa-methyleentetramide aangebracht op de boven- en ondervlakken 15 van de plaat met een snelheid van 65 g/m2. De plaat werd dan vervoerd door een versnellingstransporteur naar een pers met een plat bed en gehard zoals beschreven in voorbeeld II.Following the gelling and drying steps, the plate was cut into pieces and fed into a spray booth. In this booth, a 10% solution of hexamethylene tetramide was applied to the top and bottom surfaces of the plate at a rate of 65 g / m2. The plate was then conveyed by an accelerator conveyor to a flat bed press and cured as described in Example II.

Onder de werking van de pers viel de hexamethyleentetramine uit elkaar om het formaldehyde-hardingsmiddel vrij te maken, 20 waardoor de hars werd gehard. De fysische eigenschappen van de plaat waren vrijwel gelijk aan die welke zijn gemeten voor het produkt van voorbeeld II.Under the action of the press, the hexamethylene tetramine disintegrated to release the formaldehyde curing agent, thereby setting the resin. The physical properties of the plate were almost the same as those measured for the product of Example II.

Ingedrukte produkten kunnen ook worden vervaardigd op dezelfde manier en zij verschaffen het aanvul-25 lende voordeel dat de gedeeltelijke voorhardingstap zoals uiteengezet in voorbeeld III wordt vermeden. Wanneer de boven- en onderlagen worden gehard in de aanwezigheid van de hexamethyleentetramine-oplossing, maakt het water dat verdampt dus het zetmeelkernbindmiddel zacht, waardoor het kan 30 worden vervormd tot de gewenste ingedrukte vorm.Pressed products can also be manufactured in the same manner and they provide the additional advantage of avoiding the partial pre-curing step set forth in Example III. Thus, when the top and bottom layers are cured in the presence of the hexamethylene tetramine solution, the water that evaporates softens the starch core binder, allowing it to be deformed to the desired embossed shape.

De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.The invention is not limited to the described embodiments, which can be modified within the scope of the invention.

~ *~ *

Ki - - , ' 3Ki - -, '3

Claims (8)

1. Werkwijze voor het vormen van een niet-geweven baan, met het kenmerk, dat een mengsel bestaande uit een bindmiddel en voornamelijk anorganisch vezelmateriaal wordt bereid, het mengsel wordt ingevoerd in 5 de bovenzones van een matvormzone bestaande uit een eerste beweegbare open draadgaas dat is aangebracht in de onderzone ervan en,, naar keuze een tweede beweegbaar open draadgaas dat zo is aangebracht dat het convergeert met het eerste open draadgaas aan een daartussen liggende kneepopening, 10 waarbij het mengsel wordt ingebracht door een eerste opening zodat het valt in en wordt meegesleurd in een horizontaal of opwaarts gerichte luchtstroom die wordt ingevoerd door een tweede opening in de matvormzone, waarbij de tweede opening is voorzien van daarmee verbonden middelen voor het 15 regelen van de richting van de luchtstroom die daardoorheen passeert, waarbij de meesleurlucht op instelbare wijze wordt afgezogen door het draadgaas of de draadgazen om selectief het mengsel daarop af te zetten, waarbij de tweede opening en het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas ten 20 opzichte van het eerste open draadgaas zo zijn aangebracht dat het mengsel dat wordt afgezet op het draadgaas of de draadgazen vrijwel gelijkmatig wordt afgezet, waarbij het afgezette mengsel wordt verstevigd om een niet-geweven ma-teriaalbaan te verkrijgen en het materiaal wordt samengeperst 25 en gehard.A method of forming a non-woven web, characterized in that a mixture consisting of a binder and mainly inorganic fiber material is prepared, the mixture is introduced into the upper zones of a mat-forming zone consisting of a first movable open wire mesh is disposed in its lower zone and, optionally, a second movable open wire mesh arranged to converge with the first open wire mesh at a pinch opening therebetween, the mixture being introduced through a first opening so that it falls into and becomes entrained in a horizontal or upwardly directed airflow introduced through a second opening in the mat forming zone, the second opening being provided with associated means for controlling the direction of the airflow passing therethrough, adjusting the entrained air in an adjustable manner aspirated through the wire mesh or wire mesh to selectively mix the mixture thereon with the second opening and the optionally arranged second open wire mesh disposed relative to the first open wire mesh such that the mixture deposited on the wire mesh or wire meshes is deposited substantially evenly, thereby strengthening the deposited mixture to obtain a nonwoven material web and the material is compressed and cured. 2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt door (A) bereidingsmiddelen voor het bereiden van een mengsel bestaande uit een bindmiddel en voornamelijk 30 anorganisch vezelmateriaal, (B) een matvormzone, die wat de toevoer betreft is verbonden met de bereidingsmiddelen om het mengsel op te nemen, waarbij de matvormzone is voorzien van (1) een eerste opening in de bovenzone ervan, 35 welke opening is voorzien van middelen voor het daardoorheen invoeren van het mengsel, (2) een tweede opening die zodanig daarin is2. Apparatus for carrying out the method according to claim 1, characterized by (A) preparation means for preparing a mixture consisting of a binder and mainly inorganic fiber material, (B) a mat-forming zone, which is connected in the feed to the preparation means for receiving the mixture, the mat-forming zone having (1) a first opening in its upper zone, said opening being provided with means for introducing the mixture therethrough, (2) a second opening being therein 83 C 2 C 0 3 vr --- ίΓ - 25 - aangebracht, dat de lucht die wordt ingevoerd door de tweede opening horizontaal of opwaarts wordt gericht zodat deze het mengsel kruist en daarin meesleurt, waarbij de tweede opening is voorzien van daarmee verbonden middelen voor het regelen 5 van de richting van de lucht die daardoorheen passeert, (3) een eerste beweegbare open draadgaas dat is aangebracht in de onderzone van de matvormzone, waarbij het draadgaas uit de matvormzone treedt door een kneepopening en, naar keuze, een tweede beweegbaar open draadgaas dat zo 10 is aangebracht dat het convergeert met het eerste open draadgaas aan de kneepopening, waarbij het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas en de tweede opening zodanig ten opzichte van het eerste open draadgaas zijn aangebracht dat het mengsel vrijwel gelijkmatig wordt afgezet op de draad- 15 gazen, (4) middelen om op instelbare wijze de meesleur lucht af te zuigen door de open draadgazen om selectief het mengsel daarop af te zetten en (5) middelen om het eerste open draadgaas en 20 het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas te bewegen naar de kneepopening om een niet-geweven materiaalbaan te vormen en (C) middelen voor het verstevigen en verhitten van de baan en voor het harden van het bindmiddel.83 C 2 C 0 3 vr --- ίΓ - 25 - arranged that the air introduced through the second opening is directed horizontally or upwards so that it crosses and entrains the mixture, the second opening being provided with means connected thereto for controlling the direction of the air passing therethrough (3) a first movable open wire mesh disposed in the lower zone of the mat forming zone, the wire mesh exiting the mat forming zone through a pinch opening and, optionally, a second movable open wire mesh arranged to converge with the first open wire mesh at the pinch opening, the optionally disposed second open wire mesh and the second opening being arranged relative to the first open wire mesh so that the mixture is deposited almost evenly on the wire meshes, (4) means for adjustably drawing the entrainment air through the open wire meshes to selectively discharge the mixture thereon and (5) means for moving the first open wire mesh and the optionally applied second open wire mesh to the nip opening to form a nonwoven web and (C) means for stiffening and heating the web and for curing of the binder. 3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas is vervangen door een paneel van niet-gelei-dend materiaal.3. Device according to claim 2, characterized in that the optionally arranged second open wire mesh is replaced by a panel of non-conductive material. 4. Inrichting volgens conclusie 1, m e t 30 het kenmerk, dat het naar keuze aangebrachte tweede open draadgaas is vervangen door een gesloten draadgaas.4. Device according to claim 1, characterized in that the optionally arranged second open wire mesh is replaced by a closed wire mesh. 5. Inrichting volgens ëén der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat de lucht wordt afgezogen door het eerste open draadgaas met toepassing van meervou- 35 dige afzuigmiddelen.5. Device as claimed in any of the claims 2-4, characterized in that the air is extracted through the first open wire mesh using multiple suction means. 6. Inrichting volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de middelen voor het regelen van de lucht die passeert door de tweede opening bestaan uit een bladsamenstel.Device according to any one of claims 2-5, characterized in that the means for controlling the air passing through the second opening consist of a blade assembly. 7. Inrichting volgens êën der conclusies 2-6, O 7 r .·' ~ Ci ·*τ Ö ^ *_ _1 Γ ' - 26 - <c A ö gekenmerkt door een aanstampinrichting, een anti- statische inrichting of een combinatie ervan die de scheiding van de baan van de draadgazen vergemakkelijkt.Device as claimed in any of the claims 2-6, O 7 r. '~ Ci · * τ Ö ^ * _ _1 Γ' - 26 - <c A ö characterized by a ramming device, an anti-static device or a combination thereof which facilitates the separation of the web from the wire meshes. 8. Inrichting volgens één der conclusies 2-7, 5 met het kenmerk, dat de hoek aan de kieepopening niet minder dan ongeveer 20° en niet meer dan ongeveer 55° is. 4 S3 02 8838. Device according to any one of claims 2-7, 5, characterized in that the angle at the tilt opening is not less than about 20 ° and not more than about 55 °. 4 S3 02 883
NL8302883A 1982-08-16 1983-08-16 METHOD AND APPARATUS FOR FORMING NON-WOVEN COURSES NL8302883A (en)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US40806182A 1982-08-16 1982-08-16
US40805982 1982-08-16
US06/408,060 US4435353A (en) 1982-08-16 1982-08-16 Processes for forming building materials comprising non-woven webs
US40806182 1982-08-16
US06/408,059 US4432714A (en) 1982-08-16 1982-08-16 Apparatus for forming building materials comprising non-woven webs
US40806082 1982-08-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302883A true NL8302883A (en) 1984-03-16

Family

ID=27410742

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302884A NL8302884A (en) 1982-08-16 1983-08-16 BUILDING PLATE, APPARATUS AND METHOD FOR ITS FORMATION.
NL8302883A NL8302883A (en) 1982-08-16 1983-08-16 METHOD AND APPARATUS FOR FORMING NON-WOVEN COURSES

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302884A NL8302884A (en) 1982-08-16 1983-08-16 BUILDING PLATE, APPARATUS AND METHOD FOR ITS FORMATION.

Country Status (10)

Country Link
AT (1) ATA264183A (en)
AU (1) AU564161B2 (en)
CH (2) CH664787A5 (en)
DE (2) DE3325669C2 (en)
FR (2) FR2531662B1 (en)
GB (1) GB2125450B (en)
IT (2) IT1164350B (en)
LU (2) LU84961A1 (en)
NL (2) NL8302884A (en)
SE (2) SE457217B (en)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4585685A (en) * 1985-01-14 1986-04-29 Armstrong World Industries, Inc. Acoustically porous building materials
IL82511A (en) * 1986-05-28 1992-09-06 Procter & Gamble Apparatus for and methods of airlaying fibrous webs having discrete particles therein
US4764325A (en) * 1986-05-28 1988-08-16 The Procter & Gamble Company Apparatus for and methods of forming airlaid fibrous webs having a multiplicity of components
US4795335A (en) * 1987-07-20 1989-01-03 Johnson & Johnson Multi-headed ductless webber
GB8729894D0 (en) * 1987-12-22 1988-02-03 Compak Syst Apparatus for laying matt of fibrous material
FI83888C (en) * 1988-02-17 1991-09-10 Pargro Oy Ab Process and apparatus for producing a fiber product
DE4017057C2 (en) * 1990-05-26 1999-11-04 Peter Breidenbach Clay building board and process for its manufacture
DE4036014C2 (en) * 1990-11-13 2001-07-05 Truetzschler Gmbh & Co Kg Device for producing a nonwoven fabric, e.g. made of chemical fibers, cotton, rayon and the like the like
DE19740338A1 (en) * 1997-09-13 1999-03-18 Truetzschler Gmbh & Co Kg Device to form nonwovens
DK176022B1 (en) 2003-03-07 2005-12-19 Lindberg As Apparatus, fixture and method for fixing lenses for unoccupied glasses
DK200300661A (en) 2003-05-01 2004-11-02 Dan Web Holding As Method and apparatus for drying a tissue

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE7806114U1 (en) * 1979-04-12 Rigips Baustoffwerke Gmbh & Co Kg, 3452 Bodenwerder Building panel made of plaster of paris with a sheath made of glass fibers
DE7425877U (en) * 1974-11-07 Rigips Baustoffwerke Gmbh Sheathing for a plate with a plaster core
DE1033123B (en) * 1954-06-23 1958-06-26 Saint Gobain Gypsum board and method and device for their production
DK93228C (en) * 1958-08-26 1962-04-09 H J Henriksen & G Kaehler Process for the production of rigid and solid sheets or strips of mineral wool fibers.
GB892295A (en) * 1959-07-29 1962-03-28 Tmm Research Ltd Improvements relating to the opening of textile fibres and the formation of a web ormat thereof
FR1383596A (en) * 1964-02-29 1964-12-24 Process for the continuous manufacture of non-woven sandwich felts and finished products obtained by this process
US3356780A (en) * 1964-08-07 1967-12-05 Thomson And Schovee Fabric making method and apparatus
FR1449996A (en) * 1965-09-27 1966-08-19 Continuous production of reinforced non-woven felts with or without fillers
FR1478366A (en) * 1965-10-15 1967-04-28 Bernard Rudloff Process for pneumatic working and defibering of textiles in flocks and its implementation, more particularly, for the conventional continuous manufacture of felts or non-woven textile webs
DK111457B (en) * 1967-06-15 1968-08-26 Kaehler & Co I Method for producing a mineral wool web and for carrying out the method specific apparatus.
SE343243B (en) * 1970-10-14 1972-03-06 Ingenioersfa B Projekt Ab
IT991767B (en) * 1972-07-17 1975-08-30 Sawyer Ind Ltd PANEL ESPECIALLY FOR DOORS WALLS AND OTHER BUILDING ELEMENTS
FR2243306A1 (en) * 1973-09-07 1975-04-04 Crown Lynn Potteries Ltd Building panel with a core of expanded perlite - bonded with sodium silicate or an organic adhesive
GB1497808A (en) * 1975-05-29 1978-01-12 Kroyer St Annes Ltd Karl Apparatus for dry forming a layer of fibre
FR2316364A1 (en) * 1975-06-30 1977-01-28 Rudloff Bernard NON-TISSUE TAPPING PROCESS AND DEVICE FOR IMPLEMENTING THIS PROCESS
DE2600024A1 (en) * 1976-01-02 1977-07-14 Novopan Ag Reinforced panel of expanded vermiculite particles - with reinforcing layer of fibre chips and binder
JPS531220A (en) * 1976-06-25 1978-01-09 Central Glass Co Ltd Lighttweight plaster board coated with woven fabric or nonwoven fabric and production thereof
DE2700608A1 (en) * 1977-01-08 1978-07-20 Basf Ag NON-FLAMMABLE COMPOSITE INSULATION
US4097209A (en) * 1977-03-23 1978-06-27 Armstrong Cork Company Apparatus for forming a mineral wool fiberboard product
US4265979A (en) * 1978-06-05 1981-05-05 United States Gypsum Company Method for the production of glass fiber-reinforced gypsum sheets and gypsum board formed therefrom

Also Published As

Publication number Publication date
DE3325643C2 (en) 1986-10-02
FR2531662B1 (en) 1987-05-15
IT8322351A1 (en) 1985-01-29
SE8304398D0 (en) 1983-08-15
FR2531727A1 (en) 1984-02-17
DE3325643A1 (en) 1984-02-16
IT8322348A0 (en) 1983-07-29
AU1788583A (en) 1984-03-29
FR2531662A1 (en) 1984-02-17
GB2125450A (en) 1984-03-07
FR2531727B1 (en) 1986-08-14
DE3325669C2 (en) 1986-05-28
IT1164350B (en) 1987-04-08
ATA264183A (en) 1988-12-15
CH666065A5 (en) 1988-06-30
DE3325669A1 (en) 1984-02-23
GB2125450B (en) 1987-01-21
LU84960A1 (en) 1983-12-28
IT8322351A0 (en) 1983-07-29
AU564161B2 (en) 1987-08-06
SE8304397L (en) 1984-02-17
GB8321914D0 (en) 1983-09-14
SE8304398L (en) 1984-02-17
SE8304397D0 (en) 1983-08-15
CH664787A5 (en) 1988-03-31
SE457217B (en) 1988-12-05
LU84961A1 (en) 1983-12-28
NL8302884A (en) 1984-03-16
IT1163876B (en) 1987-04-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5972265A (en) Method and apparatus for producing composites
US2872337A (en) Method of coating a felted fibrous mat
US2698271A (en) Production of thick, laminated, fibrous structures
US4097209A (en) Apparatus for forming a mineral wool fiberboard product
US2658847A (en) Method of making composite, consolidated products and apparatus therefor
US4432714A (en) Apparatus for forming building materials comprising non-woven webs
US2744045A (en) Apparatus and process for continuously feeding and spraying wood wool and like materials
CA2015170A1 (en) Fiber reinforced plastic sheet and producing the same
CA1200666A (en) Building materials comprising non-woven webs
US2757115A (en) Felted, lignocellulose products and method of making the same
NL8302883A (en) METHOD AND APPARATUS FOR FORMING NON-WOVEN COURSES
US3904336A (en) Apparatus for making pressed board
US4435353A (en) Processes for forming building materials comprising non-woven webs
US5154968A (en) Molded dimensional product made from fibrous materials
JP2001246606A (en) Wood molding and its manufacturing method
US4086313A (en) Method of making pressed board
GB2162465A (en) Building board
JP3670373B2 (en) Light fiberboard manufacturing equipment
CA1232734A (en) Building materials comprising non-woven webs
JP3670374B2 (en) Light fiberboard manufacturing equipment
JPH04316652A (en) Noncompressive fibrous mat
JPS6014684B2 (en) Manufacturing method of glass fiber reinforced cement plate
JPH0720610B2 (en) Method for manufacturing wood-based molded body

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed