NL8104040A - Werkwijze voor de bereiding van ureum. - Google Patents

Werkwijze voor de bereiding van ureum. Download PDF

Info

Publication number
NL8104040A
NL8104040A NL8104040A NL8104040A NL8104040A NL 8104040 A NL8104040 A NL 8104040A NL 8104040 A NL8104040 A NL 8104040A NL 8104040 A NL8104040 A NL 8104040A NL 8104040 A NL8104040 A NL 8104040A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
urea
reaction zone
zone
stripping
solution
Prior art date
Application number
NL8104040A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Unie Van Kunstmestfab Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unie Van Kunstmestfab Bv filed Critical Unie Van Kunstmestfab Bv
Priority to NL8104040A priority Critical patent/NL8104040A/nl
Priority to ZA825788A priority patent/ZA825788B/xx
Priority to EG518/82A priority patent/EG15838A/xx
Priority to KR1019820003854A priority patent/KR840001131A/ko
Priority to IN993/CAL/82A priority patent/IN157894B/en
Priority to IT49047/82A priority patent/IT1149071B/it
Priority to GR69156A priority patent/GR76908B/el
Priority to DD82242879A priority patent/DD203715A5/de
Priority to DE8282902530T priority patent/DE3271938D1/de
Priority to ES515377A priority patent/ES8306103A1/es
Priority to EP82902530A priority patent/EP0086805B1/en
Priority to PL23809282A priority patent/PL238092A1/xx
Priority to BR8207839A priority patent/BR8207839A/pt
Priority to HU823094A priority patent/HUT34001A/hu
Priority to JP57502598A priority patent/JPS58501373A/ja
Priority to PCT/EP1982/000188 priority patent/WO1983000862A1/en
Priority to US06/496,317 priority patent/US4540813A/en
Priority to AU88257/82A priority patent/AU8825782A/en
Priority to GB08224953A priority patent/GB2107705B/en
Priority to OA57794A priority patent/OA07202A/xx
Publication of NL8104040A publication Critical patent/NL8104040A/nl
Priority to NO831531A priority patent/NO831531L/no

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07CACYCLIC OR CARBOCYCLIC COMPOUNDS
    • C07C273/00Preparation of urea or its derivatives, i.e. compounds containing any of the groups, the nitrogen atoms not being part of nitro or nitroso groups
    • C07C273/02Preparation of urea or its derivatives, i.e. compounds containing any of the groups, the nitrogen atoms not being part of nitro or nitroso groups of urea, its salts, complexes or addition compounds
    • C07C273/08Preparation of urea or its derivatives, i.e. compounds containing any of the groups, the nitrogen atoms not being part of nitro or nitroso groups of urea, its salts, complexes or addition compounds from ammoniacal liquor
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07CACYCLIC OR CARBOCYCLIC COMPOUNDS
    • C07C273/00Preparation of urea or its derivatives, i.e. compounds containing any of the groups, the nitrogen atoms not being part of nitro or nitroso groups
    • C07C273/02Preparation of urea or its derivatives, i.e. compounds containing any of the groups, the nitrogen atoms not being part of nitro or nitroso groups of urea, its salts, complexes or addition compounds
    • C07C273/04Preparation of urea or its derivatives, i.e. compounds containing any of the groups, the nitrogen atoms not being part of nitro or nitroso groups of urea, its salts, complexes or addition compounds from carbon dioxide and ammonia

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)

Description

r i . 4 > _ UNIE VAN KUNSTMESTFABRIEKEN B.V.
Uitvinders: Petrus J.M. VAN NASSAU te Munstergeleen Andreas J. BIERMANS te Urmond Kees JONCKERS te Born Mario G.R.T. DE COOKER te Beek 1 PN 3318
WERKWIJZE VOOR DE BEREIDING VAN UREUM
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor de bereiding van ureum.
Een veelvuldig toegepaste werkwijze voor de bereiding van ureum is beschreven in European Chemical News Urea Supplement van 17 5 januari 1969 bladzijden 17-20. Hierbij wordt de in een reactiezone bij hoge druk en temperatuur gevormde ureumsyntheseoplossing bij synthe-sedruk onderworpen aan een stripbehandeling door de oplossing onder toevoer van warmte in tegenstroom in contact te brengen met gasvormig CO2, zodat het grootste deel van het in de oplossing aanwezige car-10 bamaat wordt ontleed in NH3 en CO2, en worden deze ontledingsprodukten gasvormig uit de oplossing afgedreven en samen met een geringe hoeveelheid waterdamp en de voor het strippen gebruikte CO2 afgevoerd.
Het aldus afgevoerde gasmengsel wordt vervolgens in een conden-satiezone voor het grootste gedeelte gecondenseerd, waarna zowel de 15 hierbij gevormde waterige carbamaatoplossing als het niet geconden-seerde gasmengsel naar de reactiezone voor de ureumvorming wordt gevoerd. Door verdere condensatie van het gasmengsel wordt hier de voor de omzetting van carbamaat in ureum benodigde warmte verkregen en behoeft geen warmte van buitenaf te worden toegevoerd. De voor de 20 stripbehandeling benodigde warmte wordt verkregen door condensatie van hogedrukstoom aan de buitenzijde van de pijpen van de verticale warm-tewisselaar waarin de stripbehandeling plaatsvindt. Volgens genoemde publicatie is per ton ureum ongeveer 1000 kg stoom van ongeveer 26 bar nodig. In de praktijk is het verbruik aan hogedrukstoom (25 bar) 25 Inmiddels teruggebracht tot circa 850 kg per ton ureum. De bij de stripbehandeling gebruikte warmte wordt weliswaar bij de condensatie van het door de stripbehandeling afgescheiden gasmengsel gedeeltelijk teruggewonnen, doch gezien het temperatuurniveau waarop deze conden- 8104040 . ‘l ^ 2 satie plaatsvindt kan hiermee slechts stoom van 3-5 bar worden gevormd, waarvoor in het proces zelf en vaak ook daarbuiten niet voldoende toepassingsmogelijkheden aanwezig zijn. Om deze reden, maar vooral met het oog op de steeds stijgende energieprijzen is het nood-5 zakelijk het verbruik van hogedrukstoom zoveel mogelijk te verminderen en kan het, afhankelijk van locale situaties, gewenst zijn een overschot aan lagedrukstoom te vermijden of sterk te beperken.
Er zijn reeds verscheidene voorstellen gedaan om de bij de vorming van carbamaat uit NH3 en CO2 vrijkomende warmte te gebruiken 10 om de warmtebehoefte bij de stripbehandeling te dekken. Om uiteenlo-pende redenen zijn deze voorstellen tot nu toe niet in praktijk gebracht. Zo is uit het Britse octrooischrift 1 147 734 een werkwijze bekend waarbij de ureumvorming plaatsvindt in twee opeenvolgende reac-tiezones aan de eerste waarvan de verse NH3 en althans een deel van de 15 verse CO2 worden toegevoerd. De in deze reactiezone vrijkomende reac-tiewarmte wordt via ingebouwde warmtewisselingselementen overgedragen aan de ureumsynthesepplossing die in de tweede reactiezone bij een druk gelijk aan of lager dan die in de eerste reactiezone is gevormd. De ontledingsprodukten van het in de oplossing aanwezige carbamaat die 20 hierbij worden gevormd worden met behulp van een inert gas uit de oplossing gestript. Bij deze werkwijze is het noodzakelijk de verse NH3 en CO2 voor te verhitten tot een hoge temperatuur, bijvoorbeeld de synthesetemperatuur in de eerste reactiezone, teneinde over voldoende warmte te beschikken voor de ontleding van carbamaat in de stripzone* 25 Ook hiervoor is hogedrukstoom nodig* Van het bij dit proces gevormde warmteoverschot komt via een koelsysteem voor de tweede reactiezone slechts een gering deel ter beschikking in de vorm van stoom van ongeveer 5 bar, het grootste deel komt op een laag temperatuurniveau vrij in de bij de druk van de tweede reactiezone werkende absorp-30 tiekolom waarin de in de stripzone afgedreven NH3 en CO2 worden gescheiden van het inerte stripgas en is dus slechts geschikt.voor de produktie van stoom van ongeveer 2 bar, waarvoor vrijwel geen toepassingsmogelljkheden in het proces aanwezig zijn.
Voorts is het uit de ter inzage gelegde Nederlandse octrooi-35 aanvrage 7307036 bekend de carbamaat- en de ureumvorming te doen plaatsvinden in de mantelruimte van een verticale buizenwarmtewis- 8104040 ί * 3 selaar waarvan de buizen aan de boveazijde in verbinding staan met de mantelruimte. De in de mantelruimte gevormde ureumsyntheseoplossing stroomt in de buizen naar beneden, waarbij de bij de ontleding van carbamaat met behulp van de via de wand van de buizen overgedragen 5 reactiewarmte vrijkomende NH3 en CO2 uit de oplossing worden gestript.
Om het carbamaat zo volledig mogelijk te ontleden is het noodzakelijk de reactiewarmte op een zo hoog mogelijk temperatuurniveau beschikbaar te krijgen en optimaal aan de te strippen oplossing over te dragen. De hiertoe voorgestelde maatregelen omvatten onder meer het uitvoeren van 10 de ureumsynthese en de stripbehandeling bij een temperatuur van 210 tot 245°C en een druk van 250 tot 600 bar, handhaving van een relatief hoge NH3/C02“inolverhouding in de vloeistoffase in de reactiezone en naast gedeeltelijke recirculatie van het uit de stripzone afgevoerde gasmengsel, circulatie van een hoeveelheid extra gasmengsel, dat hier-15 voor beschikbaar wordt gehouden door in de reactiezone slechts een deel van de toegevoerde gasvormige NH3 en CO2 te condenseren. Hierdoor is de gewichtshoeveelheid ureum laag ten opzichte van de toegevoerde hoeveelheden NH3 en CO2· Met het oog op de hoge temperaturen dienen de toe te passen constructiematerialen ten aanzien van de corrosiebesten-20 digheid aan hoge eisen te voldoen. De hogere druk en de bijzondere constructie van de gecombineerde reactor-stripper vergen hoge investeringen. Hierdoor is deze werkwijze slechts weinig of niet eco-nomischer dan de in de praktijk toegepaste werkwijze volgens het boven genoemde artikel in European Chemical News Urea Supplement.
25 De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze te verschaffen waarbij de voor de ontleding van niet omgezet carbamaat benodigde hoeveelheid hogedrukstoom aanzienlijk wordt verminderd, zonder dat hierbij de nadelen van de bovengenoemde bekende werkwijzen optreden.
Dit wordt volgens de uitvinding bereikt door de condensatie van ammo-30 niak en kooldioxide in de reactiezone te laten geschieden in de aan-wezigheid van relatief grote hoeveelheden ureum en water. De gemiddelde temperatuur in de reactiezone stijgt hierdoor aanmerkelijk, zodat de reactiewarmte op een zodanig hoog temperatuurniveau beschikbaar komt, dat bij de stripbehandeling het gewenste afdrijfrendement 35 wordt bereikt.
8104040 4 1.-.
^ v
De uitvinding heeft dus betrekking op een werkwijze voor de bereiding van ureum waarbij men bij hoge druk en temperatuur uit kooldioxide en een overmaat ammoniak een carbamaat en vrije ammoniak bevattende syntheseoplossing vormt, althans een deel van de ureum-5 vorming laat plaatsvinden in een reactiezone die warmte uitwisselt met een stripzone waarin de ureumsyntheseoplossing aan een stripbehan-deling wordt onderworpen en de gestripte ureumsyntheseoplossing ver-werkt tot een ureumoplossing of vast ureum. Deze werkwijze is hierdoor gekenmerkt, dat men in de reactiezone de ureumvorming voortzet tot 10 tenminste 50% van het bij de gekozen reactieomstandigheden bereikbare evenwichtsgehalte aan ureum is gevormd. Bij voorkeur zet men de ureumvorming zover voort, dat tenminste 80% van de weg naar het evenwicht is afgelegd.
Ter verdere verhoging van het temperatuurniveau in de reac-15 tiezone en tevens ter verbetering van de warmteoverdracht van de reactiezone naar de stripzone kan de reactiezone worden uitgevoerd als een doorgemengde reactor. Hiertoe kan men de stripbehandeling op op zich-zelf bekende wijze uitvoeren in de pijpen van een verticale pijpen-warmtewisselaar waarvan de mantelruimte als reactiezone dienst doet en 20 beperkt men het temperatuurverschil tussen top en bodem van deze zone tot ten hoogste 5eC. Bij voorkeur houdt men dit temperatuurverschil op ten hoogste 2°C.
De werkwijze volgens de uitvinding vereist niet de toepassing van extreem hoge drukken en temperaturen, maar kan worden uitgevoerd 25 onder gebruikelijke omstandigheden van druk en temperatuur namelijk 125-250 bar respectievelijk 170-205eC en tevens kan men in de reactiezone en de stripzone dezelfde druk toepassen.
De hoeveelheid carbamaat die nog aanwezig is in de ureumsyntheseoplossing die in de reactiezone is gevormd kan worden 30 verminderd door toepassing van een grote overmaat NH3 en van langere verblijftijden, zodat een groter deel van de totale hoeveelheid gevormd carbamaat wordt omgezet in ureum. Laatstgenoemde maatregel vereist echter een grotere reactiezone, hetgeen bij de capaciteiten van moderne inrichtingen voor de bereiding van ureum, die 1500-2000 35 ton per dag en zelfs meer bedragen, constructieve en logistieke problemen kan geven. Deze problemen kunnen worden vermeden door de in 8104040
I I
5 de reactiezone gevormde ureumsyntheseoplossing in een afzonderlijke nareactiezone verder te laten reageren, tot, afhankelijk van de hierin toegepaste reactieomstandigheden, 90-97 % van de bereikbare even-wichtshoeveelheid ureum is gevormd. In het algemeen heeft verdere 5 voortzetting van de uretimvorming onder gelijkblijvende omstandigheden geen zin, daar de kosten wegens de dan nog slechts lage omzet-tingssnelheid van carbamaat in ureum en de als gevolg hiervan nood-zakelijke lange verblijftijd het voordeel van een met enkele procenten toenemende hoeveelheid ureum zouden overtreffen. Door nu in de nareac-10 tiezone en eventueel in de reactiezone de ureumvorming te laten verlo-pen bij een druk hoger dan die waarbij de stripbehandeling plaatsvindt bereikt men dat het evenwicht carbamaat-ureum naar de ureumzijde verschuift en de ureumsyntheseoplossing dus minder te ontleden carbamaat bevat. Een geringe verhoging van de druk in de reactiezones 15 resulteert reeds in een hogere conversie, doch indien men in de nareactiezone een hogere druk toepast dan in de reactiezone is het aan te bevelen een drukverschil van 10 bar of meer aan te houden. Bij voorkeur wordt dan in de reactiezone een druk van 125-150 bar en in de nareactiezone een druk van 160-250 bar toegepast. De stripbehandeling 20 kan dan plaatsvinden bij de druk die in de reactiezone wordt toegepast.
Indien bij deze uitvoering van de werkwijze volgens de uit-vinding de hoeveelheid warmte die in de reactiezone beschikbaar komt voor de stripbehandeling wegens een te laag temperatuurniveau niet 25 voldoende is om bij de stripbehandeling een aanvaardbaar afdrijfren-dement te bereiken kan men de in de stripzone behandelde ureum en carbamaat bevattende oplossing aan een tweede stripbehandeling onderwerpen waarbij de voor de ontleding van het carbamaat benodigde warmte door middel van stoom wordt toegevoerd. Deze tweede stripbehan-30 deling kan worden uitgevoerd bij de druk van de eerste stripbehandeling of bij een lagere druk. In plaats daarvan kan men een deel van de te behandelen ureumsyntheseoplossing rechtstreeks aan de stripbehandeling met stoomverhitting onderwerpen. Voorts kan men de ureumsyntheseoplossing eerst strippen onder verhitting met stoom en 35 vervolgens strippen onder gebruikmaking van de in de reactiezone vrij-komende warmte.
8104040 \ c 6
Volgens de uitvinding kan men de hoeveelheid voor de strip-behandeling bruikbare warmte voorts verhogen door de druk in de reac-tiezone hoger te kiezen dan de druk waarbij de stripbehandeling plaatsvindt, daar dan de condensatie van NH3 en CO2 tot carbamaat in 5 de reactiezone bij hogere temperatuur geschiedt. Bij voorkeur kiest men het drukverschil dan tussen 20 en 120 bar. Een drukverschil tussen 40 en 60 bar heeft echter het voordeel, dat voldoende warmte kan wor-den overgedragen terwljl het gasmengsel uit de stripzone, dat op de druk van de reactiezone moet worden gebracht als gevolg van de lage 10 compressiefactor kan worden gecomprimeerd zonder dat tussenkoeling noodzakelijk is en de constructie van de inrichting die de reactiezone en de stripzone bevat eenvoudig kan zijn.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening. Hierin heeft figuur 1 betrekking op een uit-15 voeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij de stripbehandeling in twee ppeenvolgende stappen wordt uitgevoerd. Figuur 2 geeft scheraatisch eep' uitvoeringsvorm wear waarbij een deel van de te behandelen ureumsyntheseoplossing wordt gestript met behulp van de in een gelntegreerde reactorstrippereenheid beschikbare warmte en het 20 overige deel aan een afzonderijke stripbehandeling wordt onderworpen. Figuur 3 geeft een uitvoeringsvorm weer waarbij uit de ureumsyntheseoplossing eerst een deel van het aanwezige carbamaat wordt afgedreven door verhitting met stoom en vervolgens met behulp van in een geint-egreerde reactor-strippereenheid beschikbare warmte het grootste deel 25 van het dan nog aanwezige carbamaat uit de ureumoplossing wordt gestript.
In de figuren stelt A een reactor-stripper voor, waarin de reactiezone zich in de mantelzijde en de stripzone zich in de pijpen van een verticale pijpenwarmtewisselaar bevinden. Met B is een 30 hogedrukcarbamaatcondensor aangeduid, met C een nareactor, met D een verhitter-ontleder en met E een wasinrichting. F, G, Η, K en L geven respectievelijk een C02-compressor, een NH3-verhitter, een gasejecteur, een NH3-pomp en een carbamaaatpomp aan.
In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 wordt de via 20 aangevoerde 35 ureumsyntheseoplossing, die naast ureum en water niet omgezet carbamaat en niet gebonden NH3 bevat, in de stripzone van reactor-stripper A in tegenstroom behandelt met gasvormig CO2 dat wordt 8104040 : * 7 aangevoerd via 1 en door compressor F onder een druk van bijvoorbeeld 240 bar via 2 onder in de stripzone wordt geleid. Aan de CO2 wordt lucht of een ander zuurstof bevattend inert gasmengsel toegevoegd om de materialen die bij hoge temperaturen in aanraking komen met car-5 bamaat bevattende oplossingen in passieve toestand te houden. In de stripzone wordt onder toevoer van warmte uit de reactiezone een gasmengsel gevormd dat bestaat uit de toegevoerde verse CO2 en de door de stripbehandeling uit de ureumsyntheseoplossing afgedreven NH3, CO2 en H2O. Dit gasmengsel wordt via 4 uit reactor-stripper A 10 afgevoerd. De gestripte ureumsyntheseoplossing, die nog een hoeveelheid ammoniumcarbarnaat bevat, wordt afgevoerd via 5 na verlaging van de druk in expansieafsluiter 6 tot bijvoorbeeld 140 bar. Desgewenst kan de druk verder worden verlaagd. Na afscheiding van het hierbij vrijkomende eveneens uit NH3, CO2 en H2O bestaande gasmengsel 15 in gas-vloeistofscheider S^, wordt de overblijvende ureumoplossing via 7 in verhitter-ontleder D geleid, die is uitgevoerd als een verticale pijpenwarmtewisselaar, en waarin de warmte wordt toegevoerd door mid-del van stoom van 20-25 bar. Hierin wordt vrijwel al het nog aanwezige carbamaat ontleed in NH3 en CO2· Deze worden samen met een geringe 20 hoeveelheid waterdamp in de vorm van een gasmengsel van de ureumoplossing gescheiden en afgevoerd via 8. De ureumoplossing wordt via 9 afgevoerd, waarna zij op op zichzelf bekende wijze wordt onder-worpen aan verdere bewerkingen om het resterende carbamaat en ammoniak te verwijderen en verwerkt te worden tot een geconcentreerde oplossing 25 of vast ureum.
In de hier weergegeven uitvoeringsvorm wordt de te behandelen ureumoplossing onder in de verhitter-ontleder D geleid en stromen oplossing en vrijkomende gassen in gelljkstroom door de pijpen. Het is 00k mogelijk de ureumoplossing boven in de verhitter te leiden en deze 30 in tegenstroom met de afgedreven gassen in de pijpen naar beneden te laten stromen. In dat geval kan de afscheiding van het door de druk-verlaging in expansieafsluiter 6 vrijkomende gasmengsel in de kop van verhitter-ontleder D plaatsvinden en Is een af2onderlijke gas-vloeistofscheider S, overbodig.
35 Van het via 4 uit reactor-stripper A afgevoerde gasmengsel wordt een gedeelte via 10 en ejecteur 11 onder in de mantelruimte van 8104040 8 reactor-stripper A, waarin zich de reactiezone bevindt, geleid. Ejec-teur H wordt aangedreven met behulp van de verse NH3 die wordt aange-voerd via 3, door pomp K op de vereiste druk en in NH3~verhitter G op de gewenste temperatuur wordt gebracht en vervolgens via 11 wordt 5 toegevoerd. Het overige deel van het via 4 afgevoerde gasmengsel wordt via 12 en expansieafsluiter 13 naar carbamaatcondensor B geleid. De druk hierin is gelijk aan de druk waaronder verhitter D werkt. Tevens wordt aan carbamaatcondensor B via 8 en 15 het in verhitter-ontleder D afgedreven gasmengsel en via 14 en 15 het gasmengsel dat eventueel in 10 gas-vloeistofscheider Si van de ureumoplossing is gescheiden toegevoerd. In carbamaatcondensor B wordt het toegevoerde gas in aan-wezigheid van via 16 uit wasser D aangevoerde carbamaatoplossing gedeeltelijk gecondenseerd onder vorming van stoom van bijvoorbeeld 3-6 bar. De hierbij gevormde carbamaatoplossing wordt door middel van 15 carbamaatpomp L op de in de stripzone toegepaste druk gebracht en via 17 onder in de reactiezone van reactor-stripper A geleid. Het niet gecondenseerde gasmengsel, dat een deel van de met de verse CO2 en NH3 in het proces ingevoerde inerte gassen bevat, stroomt via 18 naar wasser E.
20 In de reactiezone wordt een groot deel van de NH3 en CO2 die via 10 en 11 en ejecteur H worden toegevoerd omgezet in carbamaat en dit carbamaat en het carbamaat dat door carbamaatpomp L en 17 uit carbamaatcondensor B wordt aangevoerd wordt gedeeltelijk omgezet in ureum en water. Bij de carbamaatvorming komt een hoeveelheid warmte vrij, 25 terwijl bij de omzetting van carbamaat in ureum en water warmte wordt verbruikt. Er is echter een warmteoverschot beschikbaar voor de ontleding van niet omgezet carbamaat in de stripzone. Door nu volgens de uitvinding de vorming van carbamaat te laten plaatsvinden in de aanwezigheid van een hoeveelheid ureum en water wordt in de reac-30 tiezone een hogere temperatuur bereikt, zodat een groter deel van het warmteoverschot naar de stripzone wordt overgedragen. Dit effect is reeds van invloed indien in de reactiezone ongeveer de helft van de bij de toegepaste reactieomstandigheden bereikbare evenwichtshoeveel-heid ureum wordt gevormd en neemt toe naarmate een groter gedeelte van 35 de weg naar het evenwicht wordt afgelegd. In het algemeen zal men dit gedeelte daarom boven 70 % kiezen. Ureumvorming boven 90 % van de 8104040 9 evenwichtshoeveelheid vereist wegens de sterk afnemende reac-tiesnelheid aanmerkelijk langere verblijftijden en hierdoor een onaantrekkelijk groot volume van de reactiezone.
Bij gegeven druk in de reactiezone, overmaat NH3, molaire 5 verhouding H2O/CO2 en verblijftijd ligt de in de reactiezone bereik-bare temperatuur vast. Ook de hoeveelheid via ejecteur H toe te voeren gasraengsel is dan bepaald daar de verblijftijd hiervan afhankelijk is en de hoeveelheid warmte die wordt overgedragen door vergroting van de hoeveelheid gas niet meer toeneemt. De niet gebruikte warmte wordt uit 10 het proces afgevoerd door een deel van het uit de stripzone afgevoerde gasmengsel in carbamaatcondensor B en wasinrichting E te condenseren en door een deel van het uit de reactiezone afgevoerde gasmengsel te condenseren in nareactor C en wasinrichting E. De reactiezone dient intensief te worden doorgemengd, teneinde een zo gelijkmatig mogelijke 15 temperatuurverdeling en zo goed mogelijke warmteoverdracht te berei-ken. Dit wordt reeds in zekere mate verkregen door het gasmengsel en de carbamaatoplossing van beneden naar boven door de reactiezone te laten stromen. Door het aanbrengen van schotten, leidplaten of derge-lijke elementen wordt de doormenging en hiermee de warmteoverdracht 20 verder verbeterd.
In de reactiezone wordt een oplossing van ureum, water, NH3 en carbamaat gevormd welke samen met het niet gecondenseerde gas via 19 wordt geleid naar nareactor G waarin dezelfde druk heerst als in reactor-stripper A en de ureumvorming wordt voortgezet tot ten-25 minste 90 % van de hierin toegepaste reactiecondlties bereikbare even-wichshoeveelheid ureum is gevormd. De hiervoor benodigde warmte wordt verkregen door carbamaatvorming uit de via 19 toegevoerde gasvormige NH3 en C02· De verkregen ureumsyntheseoplossing stroomt via 20 naar de stripzone in reactor-stripper A, terwijl uit de top van de nareactor 30 een gasmengsel bestaande uit inerte gassen, NH3, CO2 en H2O via 21 en expansieafsluiter 22 naar de wasser E wordt gevoerd, waarin bij dezelfde druk als toegepast in verhitter D en carbamaatcondensor B door wassen met via 23 aangevoerd water of verdunde carbamaatoplossing onder afvoer van absorptiewarmte NH3 en CO2 worden teruggewonnen.- Het 35 overblijvende spuigasmengsel wordt via 24 afgevoerd, de verkregen oplossing wordt via 16 naar carbamaatcondensor B geleid.
8104040 * 10
Met de bovenbeschreven uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvlndlng kan ten opzichte van het In de inleiding bespro-ken bekende werkwijze afhankelljk van de gekozen procesconditles een vermindering van het hogedrukstoomverbruik (25 bar) van circa 10 % 5 worden berelkt. Hierbij wordt de totale hoeveelheld ureum- syntheseoplossing in de stripzone van reactor-stripper A behandeld. De hoeveelheld voor de stripbehandeling beschikbare warmte is evenwel beperkt, zodat slechts een relatief laag striprendement kan worden bereikt en nog een aanzienlijke hoeveelheld carbamaat In verhitter-10 ontleder D moet worden ontleed en afgedreven.
In de uitvoeringsvorm volgens Figuur 2 wordt de in nareactor C gevormde ureumsyntheseoplossing gesplitst in een gedeelte, bijvoor-beeld 20-50 % van de totale hoeveelheld, dat via 20 aan de stripzone in reactor-stripper A wordt toegevoerd, en een gedeelte, bijvoorbeeld 15 50-80 % van de totale hoeveelheld, dat via 25 en expansieafsluiter 26 via gas-vloeistofscheider naar verhitter-ontleder D wordt gevoerd, Het aan de reactor-stripper A toegevoerde gedeelte wordt zodanig gekozen, dat met de voor de stripbehandeling beschikbare warmte een normaal of hoger striprendement wordt bereikt, zodat de in 20 de stripzone behandelde ureumoplossing na verlaging van de druk in expansieafsluiter 6 met de in verhitter-ontleder D behandelde ureumoplossing op bekende wijze verder kan worden verwerkt. In dit geval wordt de gehele in het proces benodigde hoeveelheld NH3 aan de reac-tiezone in reactor-stripper A toegevoerd· Zo nodig kan evenwel een 25 deel ervan aan carbamaatcondensor B worden toegevoerd via 39 en expansieafsluiter 40. Deze uitvoeringsvorm leidt, 00k weer afhankelljk van de procesconditles, tot een besparing aan hogedrukstoom (25 bar) van 20-60 Z.
In de uitvoeringsvorm volgens Figuur 3 wordt de uit nareactor 30 C afgevoerde ureumsyntheseoplossing eerst behandeld in verhit'ter-ontleder D, hier schematisch weergegeven als een gelijkstroom-ver-hitter-ontleder. Ook hier kan evenwel een tegenstroom-verhitter-ontleder worden toegepast. Ter bescherming van de materialen tegen corrosie wordt via 38 lucht of zuurstofbevattend Inert toegevoerd. Een 35 deel van het hlerin afgedreven gasmengsel wordt via 27 teruggeleid in nareactor C die bij een hogere druk werkt dan reactor-stripper A. De 8104040 ~s «Λ 11 laatste kan dan worden bedreven bij een druk van 125-200 bar, bijvoor-beeld 140 bar en de nareactor bij een druk van 160-250 bar, bijvoor-beeld 190 bar. Het resterende deel van het afgedreven gasmengsel wordt via 35 en expansieafsluiter 36 afgevoerd naar carbamaatcondensor C. De 5 overblijvende ureumoplossing wordt via 28 en expansieafsluiter 29 in gas-vloeistofscheider S2 geleid die werkt bij de druk van reactor-stripper A. Het hierin vrijkomende gasmengsel stroomt via 30 naar carbamaatcondensor B, de ureumoplossing die nog een deel van het niet omgezette carbamaat en vrij NH3 bevat stroomt via 31 naar de stripzone 10 in reactor-stripper A. Hierin wordt vrijwel alle nog in de oplossing aanwezige carbamaat ontleed met behulp van warmte die in de reac-tiezone vrijkomt, zodat via 5 een ureumoplossing wordt afgevoerd die nog slechts een geringe hoeveelheid carbamaat bevat. Deze kan op bekende wijze worden verwijderd.
15 De in de reactiezone van reactor-stripper A gevormde ureum- syntheseoplossing wordt met een hoeveelheid niet condenseerbare inerte bestanddelen bevattend gasmengsel via 19 in gas-vloeistofscheider S3 geleid, van waaruit het afgescheiden gasmengsel via 32 naar carbamaatcondensor B wordt gevoerd waarin de NH3 en CO2 uit dit 20 gasmengsel worden gecondenseerd, terwijl de ureumsyntheseoplossing via 33, pomp M, waarin zij op de in nareactor C gewenste druk wordt gebracht, en 34 naar nareactor C wordt gevoerd. De inerthoudende gassen uit carbamaatcondensor B en nareactor C worden via 37 en 21 en expansieafsluiter 22 afgevoerd naar wasinrichting E waarin de in de 25 inerte gassen aanwezige NH3 en CO2 worden teruggewonnen door wassen met door 23 aangevoerde verdunde carbamaatoplossing. In de uit-voeringsvorm volgens Figuur 3 reageert de ureumoplossing uit de reactiezone van reactor-stripper A in nareactor C verder bij een hogere druk dan in de reactiezone waardoor een hogere conversiegraad wordt 30 bereikt en een geringere hoeveelheid carbamaat behoeft te worden ontleed. Het is evenwel 00k mogelijk de nareactie te laten verlopen bij de in de reactiezone toegepaste druk. Tegenover het nadeel van een grotere hoeveelheid te ontleden carbamaat staat dan het voordeel dat de scheiders S£ en S3 en pomp M met bijbehorende leidingen, afsluiters 35 en meet- en regelinstrumenten kunnen worden weggelaten.
8104040 V · *7 12
Voorbeeld
Voor de bereiding van ureum met behulp van de werkwijze volgens figuur 2 worden via NH3-pomp K. en NH3~verhi11er G per ton te produceren ureum 567 kg NH3 van 120 °C aan de reactiezone in reactor-5 stripper A en via (^-compressor F 733 kg CO2 en 29 kg inerte gassen, voornamelijk lucht, aan de stripzone in reactor-stripper A toegevoerd. De druk in beide zones is 240 bar. Aan de reactiezone worden voorts via ejecteur H een gasmengsel bestaande uit 212 kg NH3, 651 kg C02,
13 kg H2O en 23 kg inert en via carbamaatpomp L 1584 kg car-10 bamaatoplossing bestaande uit 818 kg NH3, 562 kg CO2 en 204 kg H2O
toegevoerd. De inhoud van de reactiezone, en hiermee de verblijftijd, is zodanig gekozen, dat uit de toegevoerde stromen bij de gekozen druk van 240 bar en de hiermee samenhangende temperatuur van circa 200 °C een gas-vloeistofmengsel wordt gevormd waarvan de vloeistoffase is 15 samengesteld uit 800 kg ureum, 1009 kg NH3, 524 kg CO2 en 449 kg H2O en de gasfase bestaat uit 135 kg NH3, 102 kg CO2, 8 kg H2O en 23 kg inerte bestanddelep·
Uip dit gas-vloeistofmengsel wordt in nareactor C een uit 1000 kg ureum, 913 kg NH3, 393 kg CO2 en 510 kg H2O bestaande ureum-20 syntheseoplossing gevormd, waarvan ongeveer 32,5 gew.-% in de strip-zone van reactor-stripper A wordt geleid, terwijl het resterende deel na verlaging van de druk tot 140 bar aan gas-vloeistofscheider Si wordt toegevoerd. In de stripzone wordt het grootste deel van het in de toegevoerde oplossing aanwezige carbamaat ontleed en de vrij— 25 komende NH3 en CO2 worden met de toegevoerde gasvormige CO2 afgedreven, zodat via 4 1124 kg gasmengsel bestaande uit 265 kg NH3, 814 kg C02> 16 kg H2O en 29 kg inert wordt afgevoerd. Hiervan wordt ongeveer 80 gew.-% naar de reactiezone geleid, het resterende deel gaat na expansie tot 140 bar naar carbamaatcondensor B. Dit de 30 stripzone wordt een ureumoplossing afgevoerd die naast 325 kg ureum en 150 kg H2O nog slechts 32 kg NH3 en 47 kg CO2 bevat.
In gas-vloeistofscheider Sj^ worden 184 kg bij de druk-verlaging van 240 bar tot 140 bar vrijgekomen gasmengsel gescheiden van 1716 kg oplossing die uit 675 kg ureum, 494 kg NH3, 213 kg CO2» 35 rest H2O bestaat. Uit deze oplossing wordt door verhitting tot 210 °C in gelijkstroom-verhitter-ontleder D verder carbamaat ontleed, waarbij 8104040 13 NH3 en CO2 als gas vrijkomen. Het aldus vrijkoraende gasmengsel bevat naast 268 kg NH3 en 163 kg CO2 30 kg H2O. De resterende ureumoplossing bestaat uit 675 kg ureum, 304 kg H2O, 226 kg NH3 en 50 kg C02· De in verhitter-ontleder D benodigde warmte wordt geleverd door 354 kg over-5 verhitte stoom van circa 300 eC en 26 bar.
Bij de condensatie van de uit de stripzone, gas-vloeistof-scheider S]_ en verhitter-ontleder D aangevoerde gasmengsels in car-bamaatcondensor B komt een hoeveelheid warmte vrij waarmee 550 kg verzadigde stoom van 3,5 bar wordt geproduceerd.
8104040

Claims (17)

1. Werkwljze voor de bereidlng van ureum waarbij men bij hoge druk en teraperatuur ult kooldloxlde en een overmaat ammoniak een carbamaat en vrije ammoniak bevattende ureumsyntheseoplossing vormt, althans een deel van de ureumvorming laat plaatsvinden in een reactiezone 5 die warmte uitwisselt met een stripzone waarin althans een deel van de ureumsyntheseoplossing aan een stripbehandeling wordt onderworpen, en de gestripte ureumsyntheseoplossing verwerkt tot een ureumoplossing of vast ureum, met het kenmerk, dat men in de reactiezone de ureumvorming voortzet tot tenminste 50% van de blj 10 de gekozen reactieomstandigheden bereikbare evenwichtshoeveelheid ureum is gevormd.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men de ureumvorming in de reactiezone voortzet tot tenminste 70% van de bereikbare evenwichtshoeveelheid ureum is gevormd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat men in de reactiezone voor intensieve doormenging van de inhoud zorgt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat men de stripbehandeling uitvoert in de pijpen van een verticale pijpenwarm-tewisselaar waarvan de mantelruimte als reactiezone dienst doet en 20 het temperatuurverschil tussen top en bodem van de reactiezone beperkt tot ten hoogste 5°C.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat men het temperatuurverschil tussen top en bodem van de reactiezone beperkt tot ten hoogste 2°C.
6. Werkwijze volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat men in de reactiezone een druk van 125-250 bar en een temperatuur van 170—205°C toepast.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat men in de reactiezone en de stripzone dezelfde druk toepast.
8. Werkwijze volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat men aan de stripzone een ureumsyntheseoplossing toevoert die is ver-kregen door in een nareactiezone' de ureumvorming in de oplossing uit de reactiezone voort te zetten tot tenminste 90% van de bij de hierin toegepaste reactieomstandigheden bereikbare evenwichts- 35 hoeveelheid ureum is gevormd. 8104040
9. Werkwljze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat men in de nareactiezone een hogere druk toepast dan in de react!ezone.
10. Werkwljze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat men in de reactiezone een druk van 125-200 bar en de in de nareactiezone een 5 druk van 160-250 bar toepast.
11. Werkwljze volgens een der conclusies 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat men de ureumoplossing uit de nareactiezone verhit tot een tem-peratuur van 180-210°C, het hierbij vrijkomende gasmengsel afscheidt en de overblijvende carbamaat en vrije ammoniak bevat- 10 tende waterige ureumoplossing aan de stripbehandeling onderwerpt.
12. Werkwljze volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat men in de uit de stripzone afgevoerde oplossing nog aanwezig carbamaat ontleedt door een tweede stripbehandeling in een tweede stripzone.
13. Werkwljze volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat men de ureumoplossing uit de nareactiezone splitst in twee stromen, een hiervan behandelt in de met de reactiezone warmteuitwisselende stripzone en de andere behandelt in een tweede stripzone.
14. Werkwljze volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat men in 20 de tweede stripzone een lagere druk toepast dan in de met de reac tiezone warmteuitwisselende stripzone.
14 PN 3318
15. Werkwljze voor de bereiding van ureum zoals beschreven en toege-licht aan de hand van de tekening.
16. Werkwljze voor de bereiding van ureum zoals beschreven en toege- 25 licht aan de hand van het voorbeeld.
17* Ureum en ureumoplossingen bereld onder toepassing van de werkwljze volgens een of meer der voorgaande conclusies. WR/JL 8104040
NL8104040A 1981-09-01 1981-09-01 Werkwijze voor de bereiding van ureum. NL8104040A (nl)

Priority Applications (21)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104040A NL8104040A (nl) 1981-09-01 1981-09-01 Werkwijze voor de bereiding van ureum.
ZA825788A ZA825788B (en) 1981-09-01 1982-08-10 Process for the preparation of urea
EG518/82A EG15838A (en) 1981-09-01 1982-08-21 Process for the preparation of usea
KR1019820003854A KR840001131A (ko) 1981-09-01 1982-08-26 요소 제조 방법
IN993/CAL/82A IN157894B (nl) 1981-09-01 1982-08-26
IT49047/82A IT1149071B (it) 1981-09-01 1982-08-30 Procedimento per la preparazione di urea
GR69156A GR76908B (nl) 1981-09-01 1982-08-30
DD82242879A DD203715A5 (de) 1981-09-01 1982-08-30 Verfahren zur herstellung von harnstoff
PCT/EP1982/000188 WO1983000862A1 (en) 1981-09-01 1982-08-31 Process for the preparation of urea
DE8282902530T DE3271938D1 (en) 1981-09-01 1982-08-31 Process for the preparation of urea
EP82902530A EP0086805B1 (en) 1981-09-01 1982-08-31 Process for the preparation of urea
PL23809282A PL238092A1 (en) 1981-09-01 1982-08-31 Method of manufacture of urea
BR8207839A BR8207839A (pt) 1981-09-01 1982-08-31 Processo para preparacao de ureia
HU823094A HUT34001A (en) 1981-09-01 1982-08-31 Process for produktion of carmabide
JP57502598A JPS58501373A (ja) 1981-09-01 1982-08-31 尿素の製造方法
ES515377A ES8306103A1 (es) 1981-09-01 1982-08-31 "un procedimiento mejorado para la preparacion de urea".
US06/496,317 US4540813A (en) 1981-09-01 1982-08-31 Process for the preparation of urea
AU88257/82A AU8825782A (en) 1981-09-01 1982-08-31 Process for the preparation of urea
GB08224953A GB2107705B (en) 1981-09-01 1982-09-01 Process for the preparation of urea
OA57794A OA07202A (fr) 1981-09-01 1982-09-01 Procédé pour la préparation de l'urée
NO831531A NO831531L (no) 1981-09-01 1983-04-29 Fremgangsmaate ved fremstilling av urea.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8104040A NL8104040A (nl) 1981-09-01 1981-09-01 Werkwijze voor de bereiding van ureum.
NL8104040 1981-09-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8104040A true NL8104040A (nl) 1983-04-05

Family

ID=19837996

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8104040A NL8104040A (nl) 1981-09-01 1981-09-01 Werkwijze voor de bereiding van ureum.

Country Status (20)

Country Link
US (1) US4540813A (nl)
EP (1) EP0086805B1 (nl)
JP (1) JPS58501373A (nl)
KR (1) KR840001131A (nl)
BR (1) BR8207839A (nl)
DD (1) DD203715A5 (nl)
DE (1) DE3271938D1 (nl)
EG (1) EG15838A (nl)
ES (1) ES8306103A1 (nl)
GB (1) GB2107705B (nl)
GR (1) GR76908B (nl)
HU (1) HUT34001A (nl)
IN (1) IN157894B (nl)
IT (1) IT1149071B (nl)
NL (1) NL8104040A (nl)
NO (1) NO831531L (nl)
OA (1) OA07202A (nl)
PL (1) PL238092A1 (nl)
WO (1) WO1983000862A1 (nl)
ZA (1) ZA825788B (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8303424A (nl) * 1983-10-06 1985-05-01 Unie Van Kunstmestfab Bv Werkwijze voor de bereiding van ureum.
NL8303425A (nl) * 1983-10-06 1985-05-01 Unie Van Kunstmestfab Bv Werkwijze voor de bereiding van ureum.
JPS61109760A (ja) * 1984-11-02 1986-05-28 Toyo Eng Corp 尿素製造法
JPH082859B2 (ja) * 1987-02-24 1996-01-17 東洋エンジニアリング株式会社 尿素製造方法
IN169678B (nl) * 1987-08-13 1991-11-30 Austral Pacific Fertilizers
IT1232669B (it) * 1989-09-15 1992-03-02 Snam Progetti Procedimento per la produzione di urea con elevato rendimento energetico.
CH679485A5 (nl) * 1989-12-29 1992-02-28 Ammonia Casale Sa
NL1004977C2 (nl) * 1997-01-13 1998-07-15 Dsm Nv Methode om de capaciteit van een bestaand ureum proces te verhogen.
DE60133894D1 (de) * 2000-06-15 2008-06-19 Urea Casale Sa Verfahren und vorrichtung zur herstellung von harnstoff
NL1022526C2 (nl) * 2003-01-30 2004-08-04 Dsm Nv Werkwijze voor het afscheiden van NH3, en optioneel tevens CO2 en H2O, uit een mengsel bevattende NH3, CO2 en H2O.
EP3398935A1 (en) 2017-05-05 2018-11-07 Casale Sa Process and plant for the synthesis of urea

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
LU37505A1 (nl) * 1958-08-08
US3406201A (en) * 1965-06-18 1968-10-15 Exxon Research Engineering Co Urea synthesis
DE1618867A1 (de) * 1966-03-29 1972-03-30 Sumitomo Chemical Co Verfahren zur Herstellung von Harnstoff
CH468356A (de) * 1966-04-05 1969-02-15 Inventa Ag Verfahren zur Aufarbeitung des bei der Synthese von Harnstoff aus Ammoniak und Kohlendioxyd in einem Synthesereaktor bei erhöhtem Druck und erhöhter Temperatur erhaltenen Synthesegemisches
US3759992A (en) * 1970-06-29 1973-09-18 I Mavrovic Urea synthesis
NL168506C (nl) * 1970-12-31 1982-04-16 Stamicarbon Werkwijze voor de bereiding van ureum.
BE787832A (fr) * 1971-09-02 1973-02-22 Stamicarbon Procede pour la preparation d'uree
NL7307036A (nl) * 1973-05-21 1974-11-25
US4173615A (en) * 1974-07-08 1979-11-06 Mitsui Toatsu Chemicals, Incorporated Chemical apparatus for corrosive materials
NL7612162A (nl) * 1976-11-03 1978-05-08 Unie Van Kunstmestfab Bv Werkwijze voor de bereiding van een ureum- oplossing uit nh3 en co2.
JPS5811432B2 (ja) * 1979-10-08 1983-03-02 三井東圧化学株式会社 尿素合成法
JPS5750954A (en) * 1980-09-12 1982-03-25 Mitsui Toatsu Chem Inc Synthesis of urea

Also Published As

Publication number Publication date
IT8249047A0 (it) 1982-08-30
GB2107705B (en) 1985-09-04
EP0086805A1 (en) 1983-08-31
EP0086805B1 (en) 1986-07-09
WO1983000862A1 (en) 1983-03-17
US4540813A (en) 1985-09-10
KR840001131A (ko) 1984-03-28
BR8207839A (pt) 1983-09-06
ES515377A0 (es) 1983-05-01
IN157894B (nl) 1986-07-19
NO831531L (no) 1983-04-29
DE3271938D1 (en) 1986-08-14
PL238092A1 (en) 1983-03-28
IT1149071B (it) 1986-12-03
HUT34001A (en) 1985-01-28
GB2107705A (en) 1983-05-05
ES8306103A1 (es) 1983-05-01
GR76908B (nl) 1984-09-04
EG15838A (en) 1987-07-30
OA07202A (fr) 1984-04-30
DD203715A5 (de) 1983-11-02
JPS58501373A (ja) 1983-08-18
ZA825788B (en) 1983-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1203765B1 (en) Process for the synthesis of urea
KR100419761B1 (ko) 통합암모니아/요소플랜트및그작업의통합방법
US20090062566A1 (en) Apparatus for synthesizing urea and method for revamping the same
CN109890788B (zh) 尿素与尿素-硝酸铵的集成工艺
US4539077A (en) Process for the preparation of urea
NL8104040A (nl) Werkwijze voor de bereiding van ureum.
CN105026365B (zh) 尿素合成方法和设备
US6586629B1 (en) Method of introducing melamine off-gases into a urea plant
EP2521710B1 (en) A urea stripping process for the production of urea
SA96160639B1 (ar) عملية لتصنيع اليوريا urea تتضمن منطقتي تفاعل منفصلتين
JPH0920746A (ja) 高収率の尿素合成方法
NL8203941A (nl) Werkwijze voor de bereiding van ureum.
US4801747A (en) Process for preparing urea
NL8104039A (nl) Werkwijze voor de bereiding van ureum.
US6921838B2 (en) Process for the preparation of urea
EP0136764A2 (en) Process for the preparation of urea
US12134590B2 (en) Coupled urea melamine production with HP CO2 stripping
US20240270685A1 (en) Coupled urea melamine production with hp co2 stripping
US20240270684A1 (en) Production of urea and melamine
US6881862B2 (en) Process for the preparation of urea
EP0136765A2 (en) Process for the preparation of urea
RU2071467C1 (ru) Способ получения карбамида
NL8400840A (nl) Werkwijze voor de bereiding van ureum.
JPS585189B2 (ja) ニヨウソゴウセイホウニオケル ネツカイシユウ オヨビ カルバミンサンアンモニウムサイジユンカンノ カイリヨウ

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed