NL1027715C2 - Identiteitsdocument. - Google Patents

Description

Identiteitsdocument

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een identiteitsdocument omvattende een deel, waarin opgenomen een identificerende foto/afbelding.

5 Een dergelijk identiteitsdocument is in de stand der techniek algemeen bekend.

Dit kan omvatten een pasport met omslag, ingehechte identiteitspagina en visapagina’s, alsmede een kaartvormige identificatie, zoals een bankpas, rijbewijs, creditkaart enzovoorts.

Dergelijke documenten worden steeds verder beveiligd tegen misbruik door het 10 daaraan toevoegen van steeds meer veiligheidskenmerken.

Voorondersteld wordt dat door het aanbrengen van een groot aantal verschillende veiligheidskenmerken manipulatie van dergelijke identiteitsdocumenten steeds moeilijker wordt.

Recentelijk is door bepaalde overheden de eis gesteld dat het identiteitsdocument 15 op elektronische wijze opgeslagen karakteristieken van de houder dient te hebben. Dergelijke karakteristieken kunnen eigenschappen van de (oog)iris van de drager omvatten, zijn uiterlijk en dergelijke.

Door bepaalde overheden wordt er thans de voorkeur aangegeven een of meer vingerafdrukken voor identificatie te gebruiken. Beoogd wordt de betreffende 20 vingerafdruk in een chip, aangebracht in het identiteitsdocument, eventueel op versleutelde wijze op te slaan. Op het identificatiemoment wordt de inhoud van de chip uitgelezen en vindt vergelijking plaats met de daadwerkelijke vingerafdruk van de houder van de kaart. Daarbij vindt eventueel eveneens een decriptiehandeling plaats om de versleutelde informatie te kunnen vergelijken met de feitelijke vingerafdruk.

25 Bij diefstal zal de nieuwe houder te kwader trouw belangstelling hebben voor de vingerafdrukken van de rechtmatige houder om zo met deze rechtmatige vinderafdrukken zich onrechtmatig te kunnen legitimeren.

Om problemen te voorkomen wordt voorgesteld twee vingerafdrukken in het systeem op te slaan van de linker en rechter hand. Daardoor wordt het voor de 30 misbruikende persoon moeilijker vingerafdrukken van de gebruiker te nemen. Echter is het van belang dat eveneens het betreffende identiteitsdocument zoveel mogelijk beveiligd is.

1027715 2

Uit DE 2937906 is een werkwijze bekend voor het op een magneetstrook vastleggen van persoonlijke gegevens zoals vingerafdrukken.

EP 0 832 756 beschrijft een identificatiekaart opgebouwd uit een laminaat, waarbij een reliëf aangebracht wordt om een verbeterd uiterlijk van de kaart met 5 betrekking tot glans en dergelijke te verkrijgen. De verruwing wordt voor het verbeteren van het lamineereffect gebruikt. De uiteindelijke structuur is niet van een verruwing voorzien.

Uit US 2004/0140665 is een kaart bekend voorzien van oppervlakte ribbels, die lensstructuren vormen voor het verkrijgen van optische effecten.

10 Het is het doel van de onderhavige uitvinding de beveiliging van het identiteitsdocument in het algemeen te bevorderen.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven identiteitsdocument verkregen doordat dit omvat een drager met daarin aangebracht een uitwendig leesbare chip met daarin opgeslagen uitleesbare informatie met betrekking tot vingerafdrukken, waarbij 15 het oppervlak van die drager en/of dat kaartvormige deel van een ribbelstructuur voorzien is, omvattende verhoogde en verlaagde delen, waarbij de afstand (a) tussen twee aangrenzende verhoogde delen 800-1400 pm bedraagt. Volgens de onderhavige uitvinding wordt de structuur van het identiteitsdocument zodanig gekozen dat daarop niet op eenvoudige wijze vingerafdrukken van de gebruiker ontstaan die bij diefstal van 20 het document voor identificatie gekopieerd kunnen worden.

De hierboven beschreven afstand van 800-1400 pm komt overeen met het bereik van twee verhoogde delen in een vingerafdrukpatroon. Door het kruisen van de ribbelstructuur en de vingerafdruk ontstaat een onregelmatige vingerafdruk op het document die zodanig inperfect is dat deze niet te gebruiken is voor latere 25 identificatiedoeleinden.

De betreffende ribbelstructuur wordt bij voorkeur aangebracht op de doorzichtige oppervlaktelaag van de identiteitspagina, waaronder de foto aangebracht is. Dit is in het algemeen een gladde kunststoflaag, waarop bijzonder eenvoudig vingerafdrukken kunnen achterblijven. Door nu dat deel van de ribbelstructuur volgens de uitvinding te 30 voorzien is het niet meer mogelijk daarvan gave vingerafdrukken te nemen.

Bovendien kan de ribbelstructuur op andere posities van het identiteitsdocument gebruikt worden. Daarbij worden genoemd de omslag, eventuele visumpagina’s en dergelijke.

3

De ribbelstructuur kan op verschillende wijze opgebouwd zijn. Deze kan bestaan uit parallelle lijnen die de verhoogde en verlaagde delen begrenzen. Eveneens is het mogelijk groepen parallelle lijnen aan te brengen welk groepen elkaar kruisen. Een andere mogelijkheid is het aanbrengen van boldelen of piramidedelen of andere 5 verheffingen.

Het hoogteverschil tussen het verhoogde deel en verlaagde deel bedraagt ongeveer 5 % van de afstand daartussen. Dat wil zeggen als de afstand tussen twee aangrenzende verhoogde delen ongeveer 1000 pm bedraagt is de hoogte ten minste 50 pm, maar kan vanzelfsprekend meer zijn.

10 De hierboven beschreven ribbelstructuur kan vervaardigd worden door bij de laatste embosseerhandeling voor het vervaardigen van het betreffende document de betreffende ribbelstructuur aan te brengen. Eveneens is het mogelijk dit in de lamineerplaat bij het lamineren van bijvoorbeeld de foto en/of chip in een kaart uit te voeren. Een andere mogelijkheid is het voorzien in materiaal voor het vervaardigen van 15 het identificatiedocument dat van de ribbelstructuur voorzien is.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch een paspoort volgens de uitvinding;

Fig. 2 een identiteitsdeel volgens de uitvinding; 20 Fig. 3 in detail de oppervlaktestructuur van het in fig. 2 omcirkelde deel in dwarsdoorsnede;

Fig. 4 een alternatieve oppervlaktestructuur in bovenaanzicht; en

Fig. 5 een verdere alternatieve structuur in bovenaanzicht.

In fig. 1 is een paspoort of ander identiteitsdocument in het geheel met 1 25 aangegeven. Dit bestaat uit een omslag 2, waarin een identiteitspagina 3 gehecht is.

Met 4 zijn visumpagina’s aangegeven. In de uitvoering volgens fig. 1 is in de omslag een chip 5 aangebracht, welke niet zonder beschadiging van het document daaruit verwijderd kan worden. Het is ook mogelijk de betreffende chip 5 in hetzij een van de visumpagina’s 4 aan te brengen hetzij in de identiteitspagina 3 aan te brengen.

30 In fig. 2 is een identificatiekaart 10 getoond. Daarin is eveneens een chip 12 opgenomen, alsmede een foto 11.

Voor beide hierboven beschreven documenten geldt dat de betreffende chip 5,12 informatie bevat over de vingerafdruk van de gebruiker. Deze informatie kan al dan 4 niet versleuteld opgenomen zijn. Op het identificatiemoment dient een scan gemaakt te worden van de feitelijke vingerafdruk van de drager van het document en deze dient vergelijken te worden met de in de chip 5,12 opgeslagen informatie.

Om te voorkomen dat bij diefstal een kwaad willende van het document 1,10 5 vingerafdrukken van de rechtmatige houder kan nemen, wordt voorgesteld dit document van een oppervlaktestructuur te voorzien, zoals weergegeven is in fig. 3. Deze structuur kan aan beide zijden van het deel aangebracht zijn. Fig. 3 is een detail van een dwarsdoorsnede van de bovenzijde van de bovenlaag van het document 10 nabij de foto 11. Daaruit blijkt dat het bovenoppervlak van de bovenlaag van het 10 document 10 voorzien is van een ribbelstructuur 17. Deze ribbelstructuur 17 is golfachtig en bestaat uit toppen 15 en dalen 16. De afstand tussen twee toppen (respectievelijk twee dalen) is met (a) aangegeven. De afstand a ligt bij voorkeur volgens de onderhavige uitvinding tussen 800 en 1400 pm en meer in het bijzonder ongeveer 1000 pm. De hoogte (h), dat wil zeggen het hoogteverschil tussen een top 15 15 en een dal 16 is om ten minste ongeveer 5 % van de afstand (a).

Met andere woorden bij een voorkeursuitvoering, is de afstand (a) ongeveer 1000 pm en de hoogte ten minste ongeveer 50 pm. Begrepen zal worden dat een grotere hoogte mogelijk is. Immers met de onderhavige uitvinding wordt beoogd te voorkomen dat een gave vingerafdruk op de golfstructuur 17 achterblijft. Daartoe is de frequentie 20 van de toppen 15 en dalen 16 zodanig gekozen dat deze overeenkomt met de frequentie van de toppen en dalen van een gemiddelde vingerafdruk, waardoor bij het aangrijpen van deze golfstructuur slechts een zeer fragmentarische vingerafdruk achterblijft die volledig ongeschikt is om gescand te kunnen worden voor identifïcatiedoeleinden.

In fig. 3 is de golfstructuur als een groep doorgaande lijnen getoond. In fig. 4 en 5 25 zijn alternatieven aangegeven. In fig. 4 is met 20 een piramideachtige structuur getoond, terwijl in fig. 5 een structuur met halve bollen weergegeven is. Deze kunnen eenvoudig door instempelen, inpersen of embosseren in het kunststofmateriaal of de kunststofbekleding van het document aangebracht worden voor, tijdens of na het samenvoegen van de verschillende lagen.

30 De hierboven beschreven structuur kan behalve op de kaart 10 eveneens aanwezig zijn op de omslag of op de visapagina’s van een identiteitsdocument.

Hoewel de uitvinding hierboven aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is zullen degene bekwaam in de stand der techniek dadelijk begrijpen dat t 5 varianten mogelijk zijn binnen het bereik van de bijgaande conclusies, waarvoor uitdrukkelijk rechten gevraagd worden.

1 0277 1 5

Claims (9)

1. Identiteitsdocument (1,10) omvattende - een deel (3,10), waarin opgenomen een identificerende foto/afbeelding (11), 5. een drager (2, 4,10) met daarin aangebracht een uitwendig uitleesbare chip (5, 12. met daarin opgeslagen uitleesbare informatie met betrekking tot vingerafdrukken, waarbij het oppervlak van die drager en/of dat deel met identificerende foto/afbeelding van een ribbelstructuur (17, 20,21) voorzien is, omvattende verhoogde en verlaagde 10 delen, waarbij de afstand (a) tussen twee aangrenzende verhoogde delen 800-1400 pm bedraagt.

2. Identiteitsdocument volgens conclusie 1, waarbij dat deel met identificerende foto/afbeelding (3,10) een doorzichtige oppervlaktelaag omvat, waarin die 15 ribbelstructuur is aangebracht.

3. Identiteitsdocument volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die ribbelstructuur (21) een groep boldelen omvat.

4. Identiteitsdocument volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die ribbelstructuur een groep in hoofdzaak evenwijdige lijnen omvat.

5. Identiteitsdocument volgens conclusie 4, waarbij die ribbelstructuur (20) twee groepen lijnen omvat, waarbij de lijnen van de verschillende groepen elkaar kruisen. 25

6. Identiteitsdocument volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het verschil in hoogte (h) tussen die verhoogde en verlaagde delen ten minste 5 % van de afstand tussen twee aangrenzende verhoogde delen omvat.

7. Identiteitsdocument volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die drager een omslag (2) is. t 027715 k

8. Identiteitsdocument volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die drager een visumpagina (4) van een pasport is.

9. Identiteitsdocument volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die 5 drager dat kaartvormige deel omvat. 1027715