NL1006433C1 - Samenstel voor het tijdelijk beveiligen en/of verpakken van een product, een dergelijke werkwijze en een dergelijke beveiliging. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Samenstel voor het tijdel ijk beveil igen en/of verpakken van een product, een dergelijke werkwijze en een dergelijke beveiliging.

5 De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het tijdelijk beveiligen en/of verpakken van een product, welk samenstel een beveiliging omvat die is voorzien van een drager, een koord en een koordvergrendelmechanisme waarin een uiteinde van het koord losneembaar vergrendel baar is, terwijl het samenstel verder is voorzien van een 10 ontgrendelmechanisme met behulp waarvan het vergrendelmechanisme ontgrendel baar is.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het beveiligen en/of verpakken van een product met behulp van een drager en een koord, waarbij het product en de drager met behulp van het 15 koord met elkaar worden verbonden.

De uitvinding heeft verder betrekking op een beveiligi ng.

Bij een dergelijk, op zich bekend samenstel wordt een product met behulp van een touw op een drager, bijvoorbeeld een pallet 20 bevestigd, waarbij uiteinden van het touw met behulp van knopen met de drager worden verbonden. Een dergelijke inrichting wordt vooral gebruikt voor het vastbinden van relatief grote producten op een plaatvormige drager, waarbij de drager als ondersteuning dient tijdens het transport van het product. Bij het verwijderen van de producten van de drager worden 25 de knopen losgemaakt of het touw doorgesneden.

Een dergelijk samenstel is niet geschikt voor het verpakken van producten die in een winkel tezamen met de verpakking worden getoond. Het aanbrengen en losmaken van de knopen is relatief tijdrovend terwijl het risico aanwezig is dat het touw ongeoorloofd wordt doorgesne-30 den.

In winkels dienen producten steeds beter tegen diefstal of beschadiging te worden beveiligd. Met name relatief kleine producten, zoals een schaar, een doosje schroeven, een CD-plaatje etc. worden vaak eenvoudig in jas- of broekzak meegenomen. Het ongeoorloofd meenemen van 35 producten wordt vereenvoudigd omdat men de hoeveelheid verpakking van het product steeds verder vermindert en bij voorkeur geheel geen verpakkingsma- 100*433 2 teriaal om een product heen aanbrengt. De minimale hoeveelheid verpakkingsmateriaal of afwezigheid van een verpakking draagt op een positieve wijze bij aan het afvalprobleem en wordt derhalve vanuit overheidswege gestimuleerd.

5 De uitvinding beoogt een samenstel te verschaffen waarbij een product op een degelijke wijze kan worden verpakt en/of beveiligd, terwijl de beveiliging op eenvoudige wijze door een bevoegd persoon in bijvoorbeeld de winkel kan worden verwijderd.

Dit doel wordt bij het samenstel volgens de uitvinding 10 bereikt doordat de beveiliging verder is voorzien van ten minste een koordopspanmechanisme waar het koord door verschuifbaar is in een van het vergrendelmechanisme afgekeerde opspanrichting.

Afhankel ijk van de grootte van het product ten opzichte van de drager is het product met behulp van het koord op de drager 15 vastgebonden of is de drager met behulp van het koord aan het product bevestigd. Door het aantrekken van het koord door de opspaninrichting heen zijn de drager en het product strak met elkaar verbonden, hetgeen een verzorgd uiterlijk van het te verkopen product verschaft. Het koord dient een zodanige samenstelling te hebben dat het doorsnijden of doorknippen 20 met relatief eenvoudig gereedschap zoals een handschaar, kniptang of zakmes niet mogelijk is. Hierdoor is het van de drager verwijderen van het product met normale huis-tuin-en-keuken- gereedschappen niet mogelijk. Bij relatief grote afmetingen van de drager bemoei 1 ijkt de drager het ongemerkt meenemen van het op de drager gebonden product. De drager kan zijn voorzien van 25 een anti-diefstal-element, met behulp waarvan een alarminstallatie wordt ingeschakeld indien men toch een poging onderneemt om het product inclusief drager te ontvreemden. Indien de drager is voorzien van een anti-diefstal-element of bewakingssensor kan de drager ten opzichte van het product relatief klein zijn. Slechts een daartoe geautoriseerd persoon van 30 bijvoorbeeld een winkel, zoals bijvoorbeeld degene die de kassa bedient, kan met behulp van het afzonderlijke ontgrendelingsmechanisme, het vergrendelmechani sme ontgrendelen, waardoor het koord van het product wordt losgemaakt en het product van de drager worden verwijderd. De verpakking blijft in de winkel achter en kan opnieuw worden gebruikt. De klant krijgt 35 het door hem of haar gekochte product mee met een minimum of zelfs geheel geen verpakkingsmateriaal.

1 0 0 6 4 3 3' 3

Een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de verpakking is voorzien van ten minste twee opspan-vergrendelmechanismen die aan een van de productzijde van de drager afgekeerde achterzijde in het verlengde van in de drager 5 voorziene koorddoorvoerkanalen zijn gelegen.

Bij een dergelijke relatief eenvoudige beveiliging wordt het koord eerst in het eerste opspan-vergrendelmechanisme vergrendeld waarna het koord over het product wordt geleid en vervolgens door het koorddoorvoerkanaal naar het tweede opspan-vergrendelmechanisme geleid 10 waarin het koord wordt opgespannen en vervolgens wordt vergrendeld. De vorm van de drager is niet afhankelijk van het te beveiligen en te verpakken product waardoor de drager achtereenvolgens kan worden gebruikt voor uiteenlopende producten.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze 15 waarbij de nadelen van een bekende werkwijze worden vermeden.

Dit doel wordt bij de werkwijze volgens de uitvinding bereikt doordat een eerste uiteinde van het koord met behulp van een vergrendelmechanisme ten opzichte van de plaat wordt vergrendeld, waarna het koord over of door het product heen wordt geleid en het tweede uiteinde 20 van het koord met behulp van een opspanmechanisme ten opzichte van de drager wordt opgespannen, waarbij de drager aan het product wordt vastgeklemd.

Op deze wijze is het mogelijk om producten snel en effectief met een drager, bijvoorbeeld een plaat, te verbinden. Door het 25 aantrekken van het koord kan de lengte van het over het product heen 1 iggende koord of het door het product uitstrekkende koord worden aangepast aan de grootte van het product.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, waarin 30 fig. IA en 1B respectievelijk een perspectivisch achteraanzicht en vooraanzicht van een drager van een samenstel volgens de uitvinding tonen, fig. 2A en 2B een opspan-vergrendelmechanisme in respectievelijk een vergrendelde en ontgrendelde stand weergeven, 35 fig. 3 een perspectivisch vooraanzicht van de tweede uitvoeringsvorm van een in fig. 1B weergegeven drager toont, 0 C 6 4 3 3 4 fig. 4 een achteraanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een drager volgens de uitvinding toont, fig. 5 een perspectivisch vooraanzicht toont van de in fig. 4 weergegeven drager, 5 fig. 6 een perspectivisch vooraanzicht toont van een andere uitvoeringsvorm van de in fig. 4 weergegeven drager, fig. 7 een perspectivisch vooraanzicht toont van een verdere uitvoeringsvorm van de in fig. 4 weergegeven drager.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien 10 van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. IA en 1B tonen respectievelijk een perspectivisch achteraanzicht en vooraanzicht van een drager 1 van een samenstel volgens de uitvinding. De drager 1 is voorzien van een bij voorkeur doorzichtige, kunststoffen rechthoekige plaat 2 die nabij een uiteinde is voorzien van 15 een 1 anggestrekte zogenaamde eurosleuf 3 met behulp waarvan de drager 1 aan een rek in een winkel kan worden opgehangen. Het is uiteraard ook mogelijk om de plaat 2 te voorzien van andere middelen met behulp waarvan de plaat in een rek kan worden opgehangen of kan worden geplaatst. Daarnaast is het mogelijk om de plaat vrijhangend aan een product te 20 bevestigen. De plaat 2 is verder voorzien van twee opspan-vergrendelmecha-nismen 9 die aan de hand van fig. 2A en 2B nader zullen worden toegelicht. De opspan-vergrendelmechanismen 9 zijn tegen een van het te beveiligen en/of te verpakken product afgekeerde achterzijde 4 van de plaat 2 gelegen en zijn bijvoorbeeld door middel van lijm aan de plaat 2 bevestigd. Het 25 is ook mogelijk dat de opspan-vergrendelmechanismen via de achterzijde 4 losneembaar zijn.

Fig. 2A en 2B tonen respectievelijk een opspan-vergrendelmechanisme 9 in een vergrendelde en ontgrendelde stand. Het vergrendelmechanisme 9 omvat een kunststoffen huis 12 waarin een conische 30 houder 13 is gelegen. De conische houder is nabij de voorzijde 8 smaller dan nabij de achterzijde 4. In de door de conische houder 13 en het huis 12 omsloten ruimte 14 zijn een aantal, bijvoorbeeld drie, kogels 15 gelegen die met behulp van een veer 16 in de richting van het nabij de voorzijde 8 gelegen smallere gedeelte van de conische houder 13 worden gedrukt. Door 35 de conische houder 13 en het huis 12 strekt zich een langgestrekt kanaal 17 uit welk is voorzien van een aan de voorzijde 8 gelegen invoeropening 18 ï ' W v ‘i ) * 5 en een aan de achterzijde 4 gelegen afvoeropening 19. De werking van het opspan-vergrendelmechanisme 9 is als volgt. Door de invoeropening 18 wordt een koord 20 in de door pijl PI aangegeven richting in het kanaal 17 van het mechanisme 9 geleid. Door het koord worden de kogels 15 eveneens in 5 de door pijl PI aangegeven richting gedrukt totdat de tussen de kogels 15 gelegen ruimte doorgang biedt aan het koord 20. Bij de in fig. 2A weergegeven stand kan net zo lang aan het koord 20 in de door pijl PI aangegeven richting worden getrokken totdat het koord 20 is opgespannen. Indien getracht wordt om het koord 20 in een aan pijl PI tegengestelde 10 richting te verplaatsen worden hierbij de kogels 15 eveneens in de aan pijl PI tegengestelde richting verplaatst waarbij de kogels 15 mede onder invloed van de veer 16 een klemmende werking op het koord 20 uitoefenen en het verplaatsen van het koord 20 in een aan pijl PI tegengestelde richting verhinderen.

15 Het samenstel volgens de uitvinding is voorzien van een ontgrendelmechanisme 21 met behulp waarvan de vergrendelende werking van het mechanisme 9 kan worden opgeheven. Het ontgrendelmechanisme 21 omvat een ringvormige magneet die om het huis 12 van het mechanisme 9 positioneerbaar is. Door de ringvormige magneet worden op de kogels 15 20 krachten in de door pijl P2 aangegeven richting uitgeoefend waardoor de metalen kogels 15 tegen veerkracht van de veer 16 in in de door pijl PI aangegeven richting worden verplaatst. Door de ringvormige magneet 21 wordt eveneens een radiaal naar buiten toe gerichte kracht op de kogels 15 uitgeoefend waardoor de kogels langs de wand van de conische houder 13 25 in de door pijl PI aangegeven richting verplaatsen waardoor de onderlinge afstand tussen de kogels wordt vergroot en de kogels 15 vrij komen te liggen van het koord 20. Het koord 20 kan hierdoor vrijelijk in een aan pijl PI tegengestelde richting P3 worden verplaatst.

Het is ook mogelijk om de aan de onderzijde 4 gelegen 30 afvoeropening 19 af te sluiten waardoor het mechanisme 9 enkel en alleen als vergrendelmechanisme en niet als opspanmechanisme kan fungeren. Bij een dergelijk vergrendelmechanisme kan een ontgrendelmechanisme 21 worden toegepast dat zich volledig om het aan de achterzijde 4 gelegen gedeelte van het huis 12 uitstrekt, waarbij een relatief grote magneet kan worden 35 toegepast die relatief grote krachten uitoefent in de door pijl P2 aangegeven richtingen. Indien een dergelijke relatief sterke magneet kan 10 0 6 4 3 3 6 worden toegepast kan eveneens een relatief sterke veer 16 worden toegepast waardoor de op de draad 20 uitgeoefende klemkrachten bij de in fig. 2A weergegeven vergrendelde stand relatief groot zijn. Zoals weergegeven in fig. IA is het onderste mechanisme 9 voorzien van een afvoeropening 19 5 en kan derhalve zowel als vergrendel- als opspanmechanisme functioneren terwijl bij het bovenste mechanisme 9 de afvoeropening 19 is afgesloten zodat dit mechanisme 9 enkel als vergrendelmechanisme kan functioneren.

Bij de in fig. IA en 1B weergegeven drager 1 liggen de mechanismen 9 aan tegen de achterzijde 4 van de plaat 2 waarbij de 10 invoeropeningen 18 in het verlengde zijn gelegen van in de plaat 2 voorziene doorvoeropeningen 10.

Het gebruik van de drager 1 volgens de uitvinding is als volgt. Tegen de voorzijde 8 van de plaat 2 wordt een product gelegd zodanig dat een in het product voorziene doorvoeropening tegenover het 15 vergrendelmechanisme 9 is gelegen.

Het samenstel is voorzien van een koord 20 dat is vervaardigd van een aantal in elkaar gevlochten metalen draden, bijvoorbeeld staaldraden die in een thermoplastische kunststoffen mantel zijn gelegen.

20 Het eerste uiteinde 24 van het koord 20 wordt in een door pijl P4 aangegeven richting via de doorvoeropening 10 en de invoeropening 18 in het vergrendelmechanisme 9 geleid totdat het eerste uiteinde 24 in het vergrendelmechanisme 9 is vergrendeld. Het andere, tweede uiteinde 25 van het koord 20 wordt, indien aanwezig, door een 25 doorvoeropening in het product gestoken en vervolgens in een door pijl P5 aangegeven richting via de doorvoeropening 10 in de invoeropening 18 van het andere opspan-vergrendelmechanisme 9 geleid totdat het uiteinde 25 zich door de afvoeropening 19 heen uitstrekt. Vervolgens wordt vanaf de achterzijde 4 net zo lang aan het uiteinde 25 getrokken totdat het koord 20 30 strak tegen het product en de plaat 2 aan ligt. Indien men aan het koord 20 trekt om het koord van de plaat 2 te verwijderen worden door de beide vergrendelmechanismen 9 het losraken van het koord 20 verhinderd. Het product kan derhalve niet worden losgemaakt van de plaat 2. De plaat 2 wordt samen met het product via de sleuf 3 opgehangen aan een rek in een 35 winkel. Indien een koper het product wenst te kopen, neemt hij het product samen met de drager 2 mee naar de kassa alwaar men met behulp van een 1 0 0 6 4 3 3 7 ontgrendelmechanisme 21 het nabij de eurosleuf 3 gelegen vergrendelmecha-nisme 9 ontgrendelt waardoor het eerste uiteinde 24 uit het vergrendelme-chanisme 9 kan worden losgemaakt. Het product kan vervolgens van de plaat 2 worden verwijderd en aan de klant worden meegegeven. Vervolgens wordt aan 5 het tweede uiteinde 25 van het koord 20 in de door pijl P5 aangegeven richting getrokken zodat het koord 20 door het vergrendelmechanisme 9 heen wordt gevoerd en van de plaat 2 los wordt gemaakt. Oe plaat 2 en het koord 20 kunnen vervolgens afzonderl ijk worden opgesl agen en opnieuw worden gebruikt voor het tijdelijk verpakken van een product.

10 Indien een of beide mechanismen 9 losneembaar met de plaat 2 zijn verbonden, worden de losneembare mechanismen 9 van de plaat 2 verwijderd en eveneens afzonderlijk opgeslagen.

Het mechanisme 9 dat enkel als vergrendelmechanisme wordt toegepast heeft bij voorkeur een andere kleur dan het mechanisme 15 9 dat als opspan-vergrendelmechanisme wordt toegepast. Hierdoor is het verschil tussen beide mechanismen duidelijk zichtbaar.

De plaat 2 kan zijn voorzien van naar elkaar toe gekromde gedeeltes 26 waardoor de grip op de plaat 2 bij het beetpakken van de plaat 2 wordt vergroot. De afstand tussen beide mechanismen 9 kan 20 relatief gering zijn waardoor de afmeting van de plaat 2 eveneens relatief beperkt is. Indien de plaat 2 is voorzien van een geïntegreerde bewakingssensor zoals bijvoorbeeld een spoel, is het mogelijk om op relatief eenvoudige wijze te detecteren dat een product met een daaraan bevestigde plaat 2 op een ongeoorloofde wijze uit bijvoorbeeld een winkel 25 wordt verwijderd. Door het aantrekken van het koord 20 in de door pijl P5 aangegeven richting kan de plaat 2 strak tegen het product aan worden geklemd. Hierdoor blijft een relatief verzorgd uiterlijk van het product gewaarborgd terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen dat het lusvormige gedeelte 27 van het koord 20 achter andere producten of voorwerpen kan 30 blijven haken.

Fig. 3 toont een perspectivisch vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de in fig. IA-1B weergegeven drager 1 die is voorzien van een U-vormige doorgang 28 die twee aan de voorzijde 8 gelegen openingen 29 omvat en een in de plaat 2 gelegen doorvoerkanaal (niet 35 zichtbaar). Bij het bevestigen van een relatief klein product op de drager 2 wordt eerst een eerste uiteinde 24 van het koord in een 10 G 6 ·» v i 8 vergrendelmechanisme 9 gestoken. Vervolgens wordt het koord 20 om het product heen geslagen waarna het tweede uiteinde 25 in de eerste opening 29 wordt gestoken en uit de tweede opening 29 wordt geleid. Vervolgens wordt het koord 20 nogmaals om het product heen geslagen waarna het via de 5 doorvoeropening 10 in het opspanvergrendelmechanisme 9 wordt geleid. Daarna wordt het koord 20 in de door pijl P5 aangegeven richting aangetrokken waarbij het product tegen de plaat 2 aan komt te liggen.

Fig. 4 toont een perspectivisch achteraanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een plaatvormige drager 2 volgens de uitvinding 10 die is voorzien van een nabij de euro-ophangopening 3 gelegen, vast met de plaat 2 verbonden vergrendelmechanisme 9. De plaat 2 is verder voorzien van een aantal zich vanaf de achterzijde 4 uitstrekkende blinde gaten 30 die elk nabij het midden zijn voorzien van een doorvoeropening 10. Nabij de bovenzijde is de plaat 2 verder voorzien van aan weerszijden van de 15 euro-ophangopening 3 gelegen sleuven 31, 32 die zich evenwijdig aan het hoofdoppervlak van de plaat 2 uitstrekken. De sleuven 31, 32 zijn onderling verbonden door een boven de euro-ophangopening 3 gelegen sleuf 33. De sleuven 31 , 32, 33 zijn aan de bovenzijde van de plaat 2 open en afsluitbaar door middel van een 1anggestrekte strip (niet weergegeven) 20 die via de 1anggestrekte opening 34 in de sleuven bevestigbaar is.

De plaat 2 is verder voorzien van een ten opzichte van het midden van de plaat 2 symmetrisch gelegen opening 35. Bij het opslaan van een aantal platen 2 worden telkens twee platen 2 zodanig tegen elkaar aan gelegd dat het vast met de plaat 2 verbonden mechanisme 9 in de 25 opening 35 van de andere plaat 2 is gelegen.

Fig. 5 toont een perspectivisch vooraanzicht van de in fig. 4 weergegeven plaat 2 waarbij de sleuf 31 is voorzien van een via de opening 34 in de sleuf 31 gestoken kaart 36 die bijvoorbeeld is voorzien van productinformatie of reclame.

30 Zoals zichtbaar in fig. 5 loopt de doorvoeropening 10 nabij de voorzijde 8 conisch uit waardoor het invoeren van het tweede uiteinde 25 van het koord 20 wordt vereenvoudigd.

Fig. 6 toont een perspectivisch vooraanzicht van de in fig. 4 weergegeven plaat 2 waarbij de sleuf 31 is voorzien van een van 35 productinformatie voorziene kaart 36 en de sleuf 32 is voorzien van een plaatvormige beveiligingssensor 37.

toe- , ; ? 9

Fig. 7 toont een perspectivisch vooraanzicht van de in fig. 4 weergegeven plaat 2 waarbij de sleuf 32 is voorzien van een ringvormige beveiligingssensor 38.

Het bevestigen van een product op de in fig. 4-7 5 weergegeven plaat gaat als volgt. Een uiteinde 24 van het koord 20 wordt in het vast met de plaat 2 verbonden vergrendelmechanismen 9 gestoken. Vervolgens wordt het product tegen de voorzijde 8 aangelegd, waarna het koord 20 om en of door het product heen wordt geleid en indien gewenst door een aantal openingen 10 heen wordt gestoken. Vervolgens wordt het 10 losneembaar met de plaat 2 verbonden opspan-vergrendelmechanisme 9 in een van de blinde gaten 30 gestoken waarna het tweede uiteinde 25 van het koord 20 door de opening 10 in het opspan-vergrendelmechanisme 9 wordt geleid en vervolgens wordt aangetrokken. Met behulp van het koord 20 is het product nu stevig op de plaat 2 bevestigd. Indien een ander product 15 op de plaat 2 dient te worden bevestigd kan het koord 20 op een andere wijze en door andere doorvoeropeningen 10 worden geleid en kan het opspan-vergrendelmechanisme 9 in een ander blind gat 30 worden bevestigd. De in fig. 4-7 weergegeven plaat is derhalve geschikt voor het tijdelijk verpakken en tijdelijk beveiligen van diverse uiteenlopende producten. 20 Bij het gebruik van de plaat 2 voor een ander product kan desgewenst de plaat 36 na verwijdering van de in de opening 34 gelegen strip worden vervangen. De bewakingssensor 37, 38 kan hierbij in de sleuf 32 blijven en hoeft niet te worden vervangen.

De afmetingen in de plaat 2 kunnen variëren vanaf enkele 25 cm'' tot elke gewenste grootte.

10 0 6 4 3 3

Claims (24)

1. C t: 4 ï 5 het koord over of door het product heen wordt geleid en het tweede uiteinde van het koord met behulp van een opspanmechanisme ten opzichte van de drager wordt opgespannen, waarbij de drager aan het product wordt vastgeklemd.

1. Samenstel voor het tijdel ijk beveil igen en/of verpakken van een product, welk samenstel een beveiliging omvat die is voorzien van 5 een drager, een koord en een koordvergrendelmechanisme waarin een uiteinde van het koord losneembaar vergrendel baar is, terwijl het samenstel verder is voorzien van een ontgrendelmechanisme met behulp waarvan het vergrendelmechani sme ontgrendel baar is, met het kenmerk, dat de beveiliging verder is voorzien van ten minste een koordopspanmechanisme waar het koord 10 door verschuifbaar is in een van het vergrendelmechanisme afgekeerde opspanrichting.

2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het opspanmechanisme en vergrendelmechanisme aan een van de productzijde van de drager afgekeerde achterzijde in het verlengde van in de drager 15 voorziene koorddoorvoerkanalen zijn gelegen.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de beveiliging is voorzien van ten minste een opspan-vergrendelme-chanisme dat een opspanmechanisme en een vergrendelmechanisme omvat.

4. Samenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 20 de beveil iging is voorzien van ten minste twee opspan-vergrendelmechanismen die aan een van de productzijde van de drager afgekeerde achterzijde in het verlengde van in de drager voorziene koorddoorvoerkanal en zijn gelegen.

5. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het opspanmechanisme en het vergrendelmechanisme op een 25 afstand van elkaar zijn gelegen die ten opzichte van de afmeting van het te beveiligen product relatief klein is.

6. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, de plaatvormige drager is voorzien van ten minste een zich evenwijdig aan de drager uitstrekkende sleuf.

7. Samenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in de sleuf een losneembaar, van een barcode voorziene insteekplaat is gelegen.

8. Samenstel volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat in de sleuf een bewakingssensor is gelegen.

9. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de sleuf afsluitbaar is. 1006433

10. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een euro-ophangopening.

11. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het vergrendelmechanisme en/of het opspanmechanisme en/of 5 het opspan-vergrendelmechanisme losneembaar met de drager is/zijn verbonden.

12. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een aantal koorddoorvoerkanalen.

13. Samenstel volgens conclusie 12, met het kenmerk, een 10 koorddoorvoerkanaal zich dwars door de drager uitstrekt.

14. Samenstel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een koorddoorvoerkanaal U-vormig is, waarbij beide uiteinden van het koorddoorvoerkanaal aan eenzelfde zijde van de drager zijn gelegen.

15. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met 15 het kenmerk, dat het koord is vervaardigd van gevlochten staaldraden die in een van thermoplastische kunststoffen buitenmantel zijn gelegen.

16. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het opspan-vergrendelmechanisme is voorzien van een zich langs een as uitstrekkende conische houder waarin kogels zijn gelegen die 20 verplaatsbaar zijn langs wanden van de conische houder van een eerste vergrendel stand, waarbij de kogels nabij een versmald gedeelte van de conische houder zijn gelegen naar een ontgrendelde stand waarbij de kogels tegen veerkracht in nabij een verbreed gedeelte van de conische houder zijn gelegen en vice versa.

17. Samenstel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de kogels onder magneetkracht tegen veerkracht in verplaatsbaar zijn naar het verbrede gedeelte.

18. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van ten minste een gat dat ten 30 opzichte van een spiegellijn spiegelbeeldig ten opzichte van het vergrendelmechanisme is gelegen.

19. Werkwijze voor het beveiligen en/of verpakken van een product met behulp van een drager en een koord, waarbij het product en de drager met behulp van het koord met elkaar worden verbonden, met het 35 kenmerk, dat een eerste uiteinde van het koord met behulp van een vergrendelmechanisme ten opzichte van de plaat wordt vergrendeld, waarna

20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat bij het van het product losmaken van de drager, het vergrendelmechanisme met behulp van een ontgrendelmechanisme wordt ontgrendeld, waarbij het eerste uiteinde van het koord wordt losgemaakt en de drager van het product wordt verwijderd.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat na het ontgrendelen van het vergrendelmechanisme, het koord volledig door het opspanmechani sme heen wordt getrokken en uit het opspanmechani sme wordt verwijderd.

22. Beveiliging voorzien van een drager en een koord volgens 15 een der voorgaande conclusies 1-18, met het kenmerk, dat de beveiliging verder is voorzien van ten minste een opspanmechanisme en ten minste een vergrendel mechanisme.

23. Samenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drager is voorzien van een bewakingssensor.

24. Samenstel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de uiteinden van het koord zijn gekrompen en van een metaallaag zijn voorzien. 10 0 6 4 3 3