BE1027384B1 - Gaapvormingsinrichting - Google Patents

Gaapvormingsinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1027384B1
BE1027384B1 BE20195403A BE201905403A BE1027384B1 BE 1027384 B1 BE1027384 B1 BE 1027384B1 BE 20195403 A BE20195403 A BE 20195403A BE 201905403 A BE201905403 A BE 201905403A BE 1027384 B1 BE1027384 B1 BE 1027384B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
yarn tension
shed
warp thread
forming device
force
Prior art date
Application number
BE20195403A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027384A1 (nl
Inventor
Bram Vanderjeugt
Original Assignee
Vandewiele Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vandewiele Nv filed Critical Vandewiele Nv
Priority to BE20195403A priority Critical patent/BE1027384B1/nl
Priority to ES20742480T priority patent/ES2970174T3/es
Priority to CN202080036347.5A priority patent/CN113825866B/zh
Priority to EP20742480.5A priority patent/EP3987094B1/en
Priority to US17/620,581 priority patent/US20220316103A1/en
Priority to PCT/IB2020/055789 priority patent/WO2020255066A1/en
Publication of BE1027384A1 publication Critical patent/BE1027384A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027384B1 publication Critical patent/BE1027384B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/24Features common to jacquards of different types
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/12Controlling warp tension by means other than let-off mechanisms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/12Controlling warp tension by means other than let-off mechanisms
    • D03D49/14Compensating for tension differences during shedding

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een gaapvormingsinrichting omvattende een jacquardinrichting (2) waarvan de hevels (16),(17) verbonden zijn met een terugtrekelement (18),(19) om een neerwaarts gerichte kracht uit te oefenen op de hevel (16),(17), waarbij per hevel (16),(17) een garenspanningselement (8) voorzien is om de garenspanning in minstens één bijhorende kettingdraad (11),(12) te wijzigen, en waarbij een stuur-of regeleenheid voorzien is om per hevel (16),(17), de garenspanning in minstens één bijhorende kettingdraad (11),(12) afzonderlijk te regelen of te sturen om de totale neerwaarts gerichte kracht op de hevel (16),(17) naar een bepaalde waarde te brengen of te laten variëren volgens een bepaald verloop.

Description

Gaapvormingsinrichting Deze uitvinding betreft een gaapvormingsinrichting omvattende een jacquardinrichting omvattende een aantal hevels voor het positioneren van minstens één bijhorende kettingdraad, waarbij elke hevel verbonden is met een terugtrekelement om een neerwaarts gerichte kracht uit te oefenen op de hevel.
Op een weefmachine wordt gedurende opeenvolgende inslaginbrengcycli één of meerdere inslagdraden ingebracht in een tussen de kettingdraden gevormde gaap.
Om volgens een vooraf bepaald weefpatroon te weven moeten de verschillende kettingdraden in iedere gaap correct gepositioneerd zijn ten opzichte van de één of meerdere niveaus waarop inslagdraden ingebracht worden.
Om meerdere kettingdraden in elke gaap verschillend te kunnen positioneren wordt een jacquardmachine gebruikt.
Het positioneren gebeurt door middel van hevels die via koorden verbonden zijn met respectievelijke haken, waarbij elke hevel een heveloog heeft.
De haken kunnen door middel van op en neer bewegende messen op en neer verplaatst worden en kunnen door middel van selectiemiddelen geselecteerd worden om op één van een aantal mogelijke standen al dan niet weerhouden te worden.
Elke kettingdraad strekt zich uit door een heveloog van een hevel, zodat met elke verschillende stand van de kettingdraad een andere positie van de kettingdraad overeenkomt.
Om de gaapvorming correct te laten verlopen en om het neerwaarts bewegen van de haken te vergemakkelijken is elke hevel verbonden met een terugtrekveer die voorzien is om een neerwaarts gerichte kracht uit te oefenen op de hevel.
In de laagste positie van een hevel is de verlenging van de veer het kleinst zodat de neerwaartse kracht die deze terugtrekveer uitoefent op de hevel dan het kleinst is.
De terugtrekveer wordt zo gekozen dat deze kleinste kracht nog net voldoende is om de met de hevel verbonden haak correct te laten inhaken op een selectierand van een mes.
In de laagste stand van de hevel oefenen de kettingdraden die zich doorheen het heveloog uitstrekken ook een opwaartse kracht uit op de hevel.
Dit is het gevolg van de garenspanning in deze kettingdraden.
In deze laagste stand moet de terugtrekveer dus een neerwaartse kracht uitoefenen op de hevel die groter is dan deze opwaartse kracht en moet de resultante neerwaarts gerichte kracht bovendien juist voldoende zijn om de selectiehaak te laten inhaken op een selectie-rand van een mes. Deze minimale neerwaartse trekkracht kan bijgevolg niet zeer klein zijn.
Als de hevel naar een hogere stand verplaatst wordt door het mes neemt de neerwaarts gerichte veerkracht proportioneel toe met de opwaartse verplaatsing van de hevel om uiteindelijk een waarde te bereiken die veel groter is dan nodig. Het gevolg hiervan is dat de gemiddelde spanning op de kettingdraden veel hoger is dan nodig. Een hogere spanning zorgt voor meer slijtage van machineonderdelen, voor meer en frequentere beschadigingen van de kettingdraden zelf, en voor meer energieverbruik van de machine.
Het doel van deze uitvinding is om te verhelpen aan deze nadelen.
Deze doelstelling wordt bereikt door te voorzien in een gaapvormingsinrichting met de in de eerste paragraaf van deze uitvinding aangeduide kenmerken, waarbij, volgens deze uitvinding, de gaapvormingsinrichting, per hevel, een garenspanningselement omvat dat voorzien is om de garenspanning in minstens één bijhorende kettingdraad te wijzigen, en dat de gaapvormingsinrichting een stuur-of regeleenheid omvat die voorzien is om voor elke hevel, in samenwerking met de respectievelijke garenspanningselementen, de garenspanning in minstens één bijhorende kettingdraad afzonderlijk zo te regelen of te sturen dat de totale neerwaarts gerichte kracht op de hevel naar een bepaalde waarde wordt gebracht of varieert volgens een bepaald verloop.
Het spanningsverloop in de kettinggarens kan met een gaapvormingsinrichting volgens deze uitvinding zo geregeld of gestuurd worden dat de gecombineerde werking van de garenspanning en de veerwerking samen op elk ogenblik een neerwaartse kracht op de hevels opleveren die voldoende groot is om een goede gaapvorming te bekomen, maar minder hoge waarden bereikt dan met de bestaande gaapvormingsinrichtingen. Dit zorgt voor minder slijtage, minder beschadiging van garens en een lager energieverbruik.
Bovendien kunnen terugtrekelementen gekozen worden die minder krachtig zijn. In de laagste hevelstand kan de garenspanning immers geregeld of gestuurd worden naar een lagere waarde dan met de bestaande gaapvormingsinrichting. Het terugtrekelement moet dan minder kracht leveren om de minimaal vereiste neerwaartse kracht te bekomen.
De regeling of sturing kan ook voorzien zijn om de totale neerwaartse kracht gedurende het weefproces een aantal opeenvolgende waarden te laten aannemen die vooraf bepaald zijn.
Eventueel kunnen ook bepaalde machineparameters, zoals machinepositie of de machinesnelheid of gegevens in verband met het weefpatroon of de binding, aan de regeling of sturing ter beschikking gesteld worden om rekening mee te houden bij het bepalen van de doelwaarde voor de totale neerwaarts gerichte kracht.
Het genoemde verloop kan bijvoorbeeld geselecteerd worden uit een verzameling van twee of meer referentie-verlopen of uit twee of meer referentie-reeksen, zoals bv. tabellen of bestanden, met minstens één referentiewaarde voor de garenspanning. Gedurende het weven wordt dan bijvoorbeeld, op basis van machine-parameters en/of machine-parameters en/of weefpatroon-gegevens, een gepaste selectie van een referentie-verloop of een referentie-reeks uitgevoerd worden.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat elk garenspanningselement een door een motor aangedreven rol die voorzien is om, in contact met minstens één kettingdraad, in de ene of de andere draaizin te roteren, om de genoemde kettingdraad te verplaatsen in een richting die tegengesteld is aan de aanvoerrichting van de kettingdraden, respectievelijk om de kettingdraad te verplaatsen of de verplaatsing te vergemakkelijken om met een verplaatsing (d.i. een zich verplaatsende kettingdraad) mee te bewegen in een richting die gelijk is aan de aanvoerrichting van de kettingdraden, om de garenspanning in de genoemde kettingdraad te verhogen, respectievelijk te verlagen.
De terugtrekelementen kunnen eender welke elementen zijn die voorzien zijn om een kracht uit te oefenen, zoals onder meer elementen waarbij de kracht minstens gedeeltelijk door een pneumatisch aangestuurd element en/of door de zwaartekracht wordt geleverd. Bij voorkeur zijn het elementen waarbij de neerwaartse kracht minstens gedeeltelijk, bij voorkeur uitsluitend of hoofdzakelijk, door een elastisch vervormbaar element geleverd wordt. In een meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de terugtrekelementen veren.
De garenspanningsinrichting omvat bij voorkeur meetmiddelen om, in minstens één kettingdraad of in meerdere (minstens twee) kettingdraden die een deelgroep vormen, de garenspanning, of een grootheid die een maat is voor de garenspanning, te meten. Bij voorkeur is er ook een regeleenheid voorzien met middelen om de gemeten garenspanning, of de grootheid die een maat is voor de garenspanning, herhaaldelijk of doorlopend te vergelijken met een referentiewaarde en om, bij vaststelling van een verschil tussen enerzijds de gemeten garenspanning of grootheid en anderzijds de referentiewaarde, een stuursignaal te genereren om een garenspanningselement zo aan te drijven (bv. door aanpassing van de stroom waarmee de motor wordt gestuurd of door aanpassing van het motorkoppel) dat het verschil tussen de gemeten waarde en de referentiewaarde gereduceerd wordt.
Een stuureenheid omvat bij voorkeur een regelaar die voorzien is om, bij instelling van een bepaalde doelwaarde voor de garenspanning, een stuursignaal te genereren om een garenspanningselement zo aan te drijven (bv. door aanpassing van de stroom waarmee de motor wordt gestuurd of door aanpassing van het motorkoppel) dat de doelwaarde benaderd of bereikt wordt. De regelaar is bij voorkeur een regelaar van het type met “feedforward control”.
In een bepaalde uitvoeringsvorm van een regeleenheid of van een stuureenheid kunnen ook machine-parameters, zoals de machinepositie of de machinesnelheid of gegevens in verband met het weefpatroon of de binding beschikbaar gesteld worden, en kunnen één of meerdere van deze parameters gebruikt worden voor de sturing of de regeling.
Wanneer één of meerdere garenspanning-beïnvloedende omstandigheden verschillend zijn bij verschillende kettingdraden deelgroepen, kan men met deze weefmachine voor deze kettingdraden of deelgroepen een verschillend referentie-garenspanningsverloop bepalen, en dit referentie-garenspanningsverloop gedurende het weefproces in de verschillende deelgroepen afzonderlijk, en zo nodig verschillend, aanpassen aan tijdens het weefproces gewijzigde omstandigheden. De garenspanning kan hierdoor gemiddeld een stuk lager gehouden worden terwijl ook de maximumwaarden van de garenspanningen minder hoog zijn.
De garenspanningsinrichting omvat bijvoorbeeld detectiemiddelen om één of meerdere garenspanning-beïnvloedende omstandigheden gedurende het weven te detecteren en/of omvat opslagmiddelen en/of gegevensverwerkende middelen om het tijdstip of de fase van het weefproces waarin de garenspanning-beïnvloedende omstandigheden zich voordoen vooraf te bepalen, bijvoorbeeld op basis van het weefpatroon en/of op basis van het voorziene traject van de kettingdraden tussen de garenvoorraad en het weefsel.
Bij voorkeur wordt er in deze weefmachine en volgens de werkwijze volgens deze uitvinding een regeling toegepast volgens een “bidirectionele forced feed forward functie”. Dit betekent dat de garenspanningseenheid, bij een wijziging van de beweging van het garen, ingrijpt om deze wijziging te vergemakkelijken, zodat er vlugger gereageerd wordt. Verdere bijzondere kenmerken van deze gaapvormingsinrichting zijn vermeld in de conclusies.
5 De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende meer gedetailleerde beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van een jacquardmachine volgens deze uitvinding. Daarbij wordt benadrukt dat de beschreven inrichting en werkwijze slechts voorbeelden zijn van het algemene principe van de uitvinding en dus geenszins kunnen aanzien worden als een beperking van de draagwijdte van de in de conclusies bepaalde bescherming, noch van het toepassingsgebied van de uitvinding.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde figuren, waarvan = figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van een opstelling van een weefmachine en een bobijnrek met een bijhorende garenspanningsinrichting; « figuur 2 een grafiek is waarop voor een poolvormende poolkettingdraad, in een aantal opeenvolgende inslaginbrengcycli gedurende het weven volgens de stand van de techniek is voorgesteld: - het verloop van de positie van het heveloog (in mm), - het verloop van de opwaartse of neerwaartse component van de kracht (in N) die als gevolg van de garenspanning in de poolvormende poolkettingdraad op de hevel wordt uitgeoefend, - het verloop van de door de terugtrekveer uitgeoefende neerwaartse veerkracht op de hevel van die poolkettingdraad (in N); en - het verloop van de som van de neerwaartse veerkracht (in N) op de hevel en de opwaartse of neerwaartse component van de kracht (in N) die als gevolg van de garenspanning in de poolvormende poolkettingdraad op de hevel wordt uitgeoefend. « figuur 3 een grafiek is waarop voor een poolvormende poolkettingdraad, in een aantal opeenvolgende inslaginbrengcycli gedurende het weven volgens de uitvinding, met een gestuurde of geregelde garenspanning, is voorgesteld:
- het verloop van de positie van het heveloog (in mm),
- het verloop van de opwaartse of neerwaartse component van de kracht (in N) die als gevolg van de garenspanning in de poolvormende poolkettingdraad op de hevel wordt uitgeoefend,
- het verloop van de door de terugtrekveer uitgeoefende neerwaartse veerkracht op de hevel (in N);
- het verloop van de som van de neerwaartse veerkracht (in N) op de hevel en de opwaartse of neerwaartse component van de kracht (in N) die als gevolg van de garenspanning in de poolvormende poolkettingdraad op de hevel wordt uitgeoefend; en - het gemiddelde van de genoemde som van krachten.
In een bepaalde opstelling wordt een weefmachine (1) in samenwerking met een jacquardinrichting (2) naast een bobijnrek (3) opgesteld, en is in de tussenruimte tussen de weefmachine (1) en het bobijnrek (3) een boomstand (4) opgesteld met vier rollen (40)-(43) die een respectievelijke garenvoorraad bevatten.
In de ruimte tussen het bobijnrek (3) en de weefmachine (1) is een garenspanningsinrichting (6) opgesteld, bestaande uit een garenspanningsmodule (20) die zich in horizontale richting evenwijdig met het verticaal vlak waarin de voorzijden (30a) van de meerdere naast elkaar geplaatste rek-eenheden (30) zich bevinden, uitstrekt.
De garenspanningsmodule (20) bestaat uit twee paneelvormige dragers (21),(22) met een vlak buitenoppervlak, die symmetrisch ten opzichte van een horizontaal vlak naar elkaar toe lopen in de richting van de weefmachine (1), waarbij ze hoekvormend samenkomen en tegen elkaar aansluiten.
De garenspanningsmodule (20) heeft een V-vormig profiel gezien in een verticale dwarsdoorsnede.
Elke drager (21),(22) draagt een groot aantal rijen van dicht naast elkaar geplaatste garenspanningselementen (8). Om redenen van duidelijkheid zijn er per drager (21), (22) slechts drie garenspanningselementen (8) voorgesteld.
Voor elke kettingdraad die vanaf een respectievelijke bobijn in het bobijnrek (3) naar de weefmachine (1) geleid wordt is er een geleidingsbuisje (10) voorzien om de kettingdraad spanningsloos naar een respectievelijk garenspanningselement (8) te geleiden.
De kettingdraden worden vanaf de garenspanningselementen (8) verder verplaatst naar een rooster (100) met dezelfde breedte als de garenspanningsmodule (20) maar met een kleinere hoogte. Vanaf dat rooster (100) lopen de kettingdraden (11), (12) naar de weefmachine (1), waar ze door het heveloog van een respectievelijke hevel (16),(17) lopen — symbolisch voorgesteld door een verticale lijn met een cirkelvormige verbreding die het heveloog voorstelt. Op elke hevel (16), (17) wordt door een respectievelijke terugtrekveer (18),(19) een neerwaartse kracht uitgeoefend. Volgens de stand van de techniek worden de kettingdraden in gestrekte toestand vanaf het bobijnrek (3) naar een eerste rooster (X) aangevoerd. Op figuur 1 werd die situatie van de stand van de techniek voorgesteld aan de hand van de rechte lijn (S1) die vanaf de bovenste rij bobijnen in het bobijnrek (3) eerst door het rooster (X) van een bestaande opstelling zou lopen en dan verder naar het rooster (100) loopt, en de rechte lijn (S2) die vanaf de onderste rij bobijnen in het bobijnrek (3) via het rooster (X) van een bestaande opstelling zou lopen en dan verder naar het rooster (100) loopt. Voor alle duidelijkheid, het rooster (X) maakt geen deel uit van de opstelling volgens deze uitvinding, en is enkel aan de figuur toegevoegd om, door vergelijking met de stand van de techniek, een effect van de uitvinding te kunnen verduidelijken.
De lijnen (S1),(S2) tonen met welke grote hoeken (ten opzichte van een horizontaal vlak) de kettinggarens naar het rooster (X) en vervolgens naar het rooster (100) worden gebracht volgens de stand van de techniek, en bijgevolg welke grote hoogte de aangevoerde kettingdraden dan innemen.
Gedurende het weven worden de hevels (16),(17) op en neer verplaatst om de correcte positioneringen van de kettingdraden (11),(12) uit te voeren volgens het vooraf bepaalde weefpatroon. De terugtrekveren (18),(19) zorgen in hun laagste positie voor de noodzakelijke neerwaartse kracht om de gaapvorming correct te laten verlopen, maar moeten daarbij ook reeds de opwaarts gerichte kracht die het gevolg is van de garenspanning overwinnen.
Als de hevel voor de gaapvorming naar een hogere stand verplaatst neemt de neerwaarts gerichte veerkracht proportioneel toe met de opwaartse verplaatsing van de hevel om uiteindelijk een waarde te bereiken die veel groter is dan nodig.
Op figuur 2 zien we, telkens voor een aantal opeenvolgende inslaginbrengcycli (de stand van de hoofdas van de weefmachine is op de horizontale as in graden weergegeven), op grafieklijn G1 het verloop van de neerwaartse kracht die de veren (18),(19) op de hevel
(16), (17) uitoefenen (op de linkse verticale as, in N) van een poolvormende poolkettingdraad, en op grafieklijn G2 het verloop van de afwisselend opwaartse en neerwaartse component van de kracht (in N) die als gevolg van de garenspanning in die poolvormende poolkettingdraad op de hevel (16),(17) wordt uitgeoefend. Deze laatstgenoemde kracht wordt hierna verkort ‘de garenspanning-kracht’ genoemd. Voor alle duidelijkheid, wanneer op figuur 2 en 3 een kracht (veerkracht of garenspanning- kracht) negatief is betekent dit dat deze kracht de hevel naar boven trekt. Dit is bijvoorbeeld duidelijk doordat de garenspanning-kracht negatief is in de grafiekgebieden waar de hevel in zijn laagste positie staat. Het spreekt vanzelf dat de kracht die door de garenspanning op de hevel wordt uitgeoefend dan een opwaarts gerichte component heeft die de hevel naar boven trekt.
Grafieklijn G4 toont de positie van het heveloog (in mm op de verticale as aan de rechterkant). Op grafieklijn G3 zien we het verloop van de som van de veerkracht en de garenspanning- kracht. Hier zien we twee hoge pieken (P1),(P2) van deze totale kracht. De grafieklijn G3 toont aan welke krachten de verschillende machineonderdelen ondergaan. Daarbij moet opgemerkt worden dat de grafieken van figuren 2 en 3 de krachten weergeven die het gevolg zijn van de bewegingen van één enkele poolkettingdraad, terwijl er op een typische dubbelstukweefmachine bijvoorbeeld 32.000 poolkettingdraden of meer aanwezig kunnen zijn.
Op figuur 3 wordt dan weergegeven hoe de veerkracht en de garenspanning-kracht op de hevel van een poolvormende poolkettingdraad verlopen wanneer de garenspanning gestuurd of geregeld wordt om lagere piekwaarden en een lager gemiddelde te bekomen van de som van de veerkracht en de garenspanning-kracht.
Door deze regeling of sturing kon ook een veer met een lagere veerconstante, en ook een lagere voorspankracht (0,15 N lager) van de veer — dit is de neerwaarts gerichte veerkracht wanneer de hevel in zijn laagste stand staat -, gebruikt worden. De voorspankracht kon lager zijn omdat door de regeling of sturing van de garenspanning er minder opwaartse garenspanning-kracht uitgeoefend wordt door de poolkettingdraad.
Op figuur 3 worden dezelfde aanduidingen (G1)(G2),(G3),(G4) als op figuur 2 gebruikt voor de grafieklijnen die hetzelfde aanduiden, namelijk het verloop van de neerwaartse veerkracht (G1), het verloop van de garenspanning-kracht (G2), het verloop van de som van de veerkracht en de garenspanning-kracht (G3) en de positie van de hevel (G4). De linker verticale as geeft de waarden van de krachten aan (in N), en de rechter verticale as geeft de waarden van de positie van de hevel (in mm). De horizontale as geeft de stand van de hoofdas van de weefmachine aan in graden. Grafieklijn (G5) — de streeplijn — geeft de waarde van het gemiddelde van de genoemde som van de veerkracht en de garenspanning-kracht.
Uit grafieklijn (G3) blijkt duidelijk dat voor de totale kracht op de hevel de hoge pieken verdwenen zijn (vergelijk met figuur 2, de pieken P1 en P2). Bovendien is ook de gemiddelde waard van deze totale kracht verlaagd. Bij de uitvoering zonder regeling of sturing (figuur 2) is het berekende gemiddelde van deze totale kracht 2,91 N, terwijl deze totale kracht bij de uitvoering met sturing gemiddeld 2,72 N is (grafieklijn G5 op figuur 3).
Deze effecten zorgen voor een lagere belasting van de machine, waarbij opnieuw niet uit het oog mag verloren worden dat de waarden uit de grafieken de krachten weergeven die het gevolg zijn van de bewegingen van één enkele poolkettingdraad, terwijl er op een typische dubbelstukweefmachine bijvoorbeeld 32.000 poolkettingdraden of meer aanwezig kunnen zijn.
De voordelige aspecten van deze uitvinding zijn niet beperkend tot poolkettingdraden, maar gelden ook voor kettingdraden van een ander type die gepositioneerd worden door de jacquardinrichting of voor enkelstukweefmachines

Claims (5)

CONCLUSIES
1. Gaapvormingsinrichting omvattende een jacquardinrichting (2) omvattende een aantal hevels (16),(17) voor het positioneren van minstens één bijhorende kettingdraad (11),(12), waarbij elke hevel verbonden is met een terugtrekelement (18),(19) om een neerwaarts gerichte kracht uit te oefenen op de hevel (16), (17), met het kenmerk dat de gaapvormingsinrichting, per hevel (16),(17), een garenspanningselement (8) omvat dat voorzien is om de garenspanning in minstens één bijhorende kettingdraad (11),(12) te wijzigen, en dat de gaapvormingsinrichting een stuur-of regeleenheid omvat die voorzien is om voor elke hevel (16),(17), in samenwerking met de respectievelijke garenspanningselementen (8), de garenspanning in minstens één bijhorende kettingdraad (11),(12) afzonderlijk zo te regelen of te sturen dat de totale neerwaarts gerichte kracht op de hevel (16),(17) naar een bepaalde waarde wordt gebracht of varieert volgens een bepaald verloop.
2. Gaapvormingsinrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat elk garenspanningselement (8) een door een motor aangedreven rol omvat, die voorzien is om, in contact met minstens één kettingdraad, in de ene of de andere draaizin te roteren, om de genoemde kettingdraad (11),(12) te verplaatsen in een richting die tegengesteld is aan de aanvoerrichting van de kettingdraden, respectievelijk om de kettingdraad (11),(12) te verplaatsen of met de verplaatsing ervan mee te bewegen of de verplaatsing ervan te vergemakkelijken, in een richting die gelijk is aan de aanvoerrichting van de kettingdraden, om de garenspanning in de genoemde kettingdraad te verhogen, respectievelijk te verlagen.
3. Gaapvormingsinrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat parameters van de jacquardinrichting (2) of van een met de jacquardinrichting samenwerkende weefmachine (1) of gegevens of parameters in verband met het weefpatroon, aan de stuur- of regeleenheid ter beschikking gesteld worden om er rekening mee te houden bij het bepalen van de doelwaarde voor de totale neerwaarts gerichte kracht.
4. Gaapvormingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat deze een opslageenheid omvat waarin twee of meer referentie- garenspanningsverlopen en/of twee of meer referentie-reeksen met minstens één referentiewaarde voor de garenspanning zijn opgeslagen, en dat de stuur- of regeleenheid voorzien is om een referentie-verloop of een referentie-reeks te selecteren uit deze verzameling om deze als doelwaarde(n) of opeenvolging van doelwaarden te gebruiken voor de regeling of sturing.
5. Gaapvormingsinrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de terugtrekelementen veren (18),(19) zijn.
BE20195403A 2019-06-20 2019-06-20 Gaapvormingsinrichting BE1027384B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195403A BE1027384B1 (nl) 2019-06-20 2019-06-20 Gaapvormingsinrichting
ES20742480T ES2970174T3 (es) 2019-06-20 2020-06-19 Dispositivo de formación de calada
CN202080036347.5A CN113825866B (zh) 2019-06-20 2020-06-19 梭口形成装置
EP20742480.5A EP3987094B1 (en) 2019-06-20 2020-06-19 Shed-forming device
US17/620,581 US20220316103A1 (en) 2019-06-20 2020-06-19 Shed-forming device
PCT/IB2020/055789 WO2020255066A1 (en) 2019-06-20 2020-06-19 Shed-forming device

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195403A BE1027384B1 (nl) 2019-06-20 2019-06-20 Gaapvormingsinrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027384A1 BE1027384A1 (nl) 2021-01-21
BE1027384B1 true BE1027384B1 (nl) 2021-01-28

Family

ID=67225951

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195403A BE1027384B1 (nl) 2019-06-20 2019-06-20 Gaapvormingsinrichting

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20220316103A1 (nl)
EP (1) EP3987094B1 (nl)
CN (1) CN113825866B (nl)
BE (1) BE1027384B1 (nl)
ES (1) ES2970174T3 (nl)
WO (1) WO2020255066A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1027386B1 (nl) * 2019-06-20 2021-01-27 Vandewiele Nv Weefmethode met regeling of sturing van de garenspanning in kettingdraden en weefmachine voor het produceren van een weefsel volgens deze weefmethode

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3047744A1 (fr) * 2016-02-15 2017-08-18 Safran Metier a tisser du type jacquard pour la fabrication d'une preforme 3d tissee
CN106854792B (zh) * 2016-12-23 2019-02-26 东华大学 基于立体织机织物组织对经纱张力进行补偿的装置及方法

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2421539A (en) * 1944-10-12 1947-06-03 Uxbridge Worsted Co Inc Loom reversing mechanism
GB795371A (en) * 1954-03-25 1958-05-21 Jardine John Ltd Improvements in or relating to textile machines employing a jacquard
CH547370A (de) * 1972-01-06 1974-03-29 Vnii Legkogo Textil Masch Einrichtung zum spannen von kettfaeden in webmaschinen.
JPS5434460A (en) * 1977-08-22 1979-03-13 Nissan Motor Warp tension adjusting apparatus of weaving machine
CH635627A5 (de) * 1979-03-01 1983-04-15 Sulzer Ag Vorrichtung zur verstellung der spannung eines spannbaumes einer webmaschine.
CH660758A5 (de) * 1983-03-16 1987-06-15 Huemer Franz Xaver Einrichtung zur regulierung der spannung und zur ueberwachung der kettfaeden an einer rundwebmaschine.
US4662407A (en) * 1986-02-12 1987-05-05 Albany International Corp. Method and apparatus of controlling warp tension on a weaving loom
JP2710046B2 (ja) * 1986-12-04 1998-02-10 津田駒工業 株式会社 パイル織機のたて糸張力制御方法
US4884597A (en) * 1987-05-08 1989-12-05 Tsudakoma Corp. Pile warp yarn tension control
EP0350447B1 (de) * 1988-07-08 1992-03-25 GebràœDer Sulzer Aktiengesellschaft Verfahren zur Kettspannungssteuerung und Webmaschine mit Kettspannungsorgane
JP2894709B2 (ja) * 1988-12-28 1999-05-24 株式会社豊田中央研究所 経糸速度制御装置
FR2726011B1 (fr) * 1994-10-25 1996-12-20 Staubli Sa Ets Nouvel harnais demontable pour mecaniques jacquard
EP0897026A3 (de) * 1997-08-14 1999-07-07 Lindauer Dornier Gesellschaft M.B.H Verfahren zum gesteuerten Spannen einer Webkette beim Herstellen von insbesondere Cordgewebe für Fahrzeugluftreifen in einer Webanlage und Webanlage zur Verfahrensdurchführung
JP3321412B2 (ja) * 1998-05-11 2002-09-03 津田駒工業株式会社 イージング方法
FR2808812B1 (fr) * 2000-05-15 2002-07-19 Staubli Sa Ets Procede et dispositif de detection d'anomalie dans la foule d'un metier jacquard
BE1014071A3 (nl) * 2001-03-27 2003-03-04 Wiele Michel Van De Nv Inrichting voor het instellen van de spanning in poolkettinggarens in een dubbelstukweefmachine.
DE10203068A1 (de) * 2002-01-26 2003-08-07 Mageba Textilmaschinen Vertrie Webmaschine mit einem Kettbaum
JP2004011065A (ja) * 2002-06-07 2004-01-15 Tsudakoma Corp パイル織機
TWI303679B (en) * 2003-06-12 2008-12-01 Textilma Ag Loom
EP1607501B1 (de) * 2004-06-18 2007-07-25 SCHÖNHERR Textilmaschinenbau GmbH Verfahren und Vorrichtung zur Fachbildung jacquardgemusterter Polkettfäden auf einer Doppelflorwebmaschine
US10851481B1 (en) * 2016-11-29 2020-12-01 Apple Inc. Robotic weaving equipment
BE1027386B1 (nl) * 2019-06-20 2021-01-27 Vandewiele Nv Weefmethode met regeling of sturing van de garenspanning in kettingdraden en weefmachine voor het produceren van een weefsel volgens deze weefmethode

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3047744A1 (fr) * 2016-02-15 2017-08-18 Safran Metier a tisser du type jacquard pour la fabrication d'une preforme 3d tissee
CN106854792B (zh) * 2016-12-23 2019-02-26 东华大学 基于立体织机织物组织对经纱张力进行补偿的装置及方法

Also Published As

Publication number Publication date
ES2970174T3 (es) 2024-05-27
US20220316103A1 (en) 2022-10-06
CN113825866B (zh) 2024-04-02
CN113825866A (zh) 2021-12-21
EP3987094A1 (en) 2022-04-27
WO2020255066A1 (en) 2020-12-24
EP3987094C0 (en) 2023-12-27
WO2020255066A9 (en) 2021-12-02
EP3987094B1 (en) 2023-12-27
BE1027384A1 (nl) 2021-01-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1019155A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van weefsels met minstens twee verschillende poolhoogtes in een zelfde poolrij.
US8770122B2 (en) Methods and devices for controlling a tufting machine for forming tufted carpet
CN107735519A (zh) 用于输送纱线的输送装置,确定纱线张力的方法和控制输送纱线的执行机构的控制装置的应用
BE1027384B1 (nl) Gaapvormingsinrichting
CN103359541B (zh) 用于张紧卷绕机中的卷绕线的装置
US7111647B2 (en) Weaving machine and method for weaving pile fabrics and spacer for such a weaving machine
EP0742297B1 (en) Thread-tensioning and pull-back device for weaving machine
BE1012782A3 (nl) Inrichting voor het spannen en terugtrekken van vanaf een weefrek naar een weefmachine geleide kettingdraden.
BE1027386B1 (nl) Weefmethode met regeling of sturing van de garenspanning in kettingdraden en weefmachine voor het produceren van een weefsel volgens deze weefmethode
BE1027382B1 (nl) Een opstelling van een weefmachine en een garenvoorraadinrichting met een bijhorende garenspanningsinrichting
BE1027383B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine
BE902865A (nl) Werkwijze voor het regelen bij weefmachines van de plaats van de zogenaamde doeklijn en borstboom en borstboomsturing hierbij aangewend
JPH1037036A (ja) ジャカード機構
US20220034006A1 (en) System and method of manufacturing suspension member
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
JPH04136228A (ja) ジャカード式開口装置及び筬装置
US2957498A (en) Stop motion for tight and loose warps
CN213896206U (zh) 一种经编机张力补偿装置及张力控制系统
US20040195425A1 (en) Yarn tensioning device and arrays thereof
US813968A (en) Loom for weaving pile fabric.
US1025158A (en) Stop-motion for warping-machines.
BE1015918A5 (nl) Weefmachine en werkwijze voor het weven van poolweefsels bestaande uit inslaggarens grondkettinggarens en poolkettinggarens.
BE1009385A3 (nl) Draadspannings- en terugtrekinrichting voor weefmachine.
BE484602A (nl)
CN103015025A (zh) 改变由经编机制造的针织物上的线圈尺寸的方法

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210128