<Desc/Clms Page number 1>
Spuitinrichting voor het vervaardigen van een flessenkrat en daarmee vervaardigd flessenkrat.
Deze uitvinding heeft betrekking op een spuitinrichting voor het vervaardigen van een flessenkrat met centrale handgreep in de vorm van een omgekeerde beugel, welke spuitinrichting een matrijs bevat met een holle vorm en een kern en middelen om deze holle vorm en kern ten opzichte van elkaar te verplaatsen.
Bij het vervaardigen van flessenkratten met een centrale handgreep wordt gebruik gemaakt van een matrijs met op de vormen.
Om het krat te kunnen ontvormen, moet dit zwaard een dikte bezitten die groter is dan de dikte van de beugelvormige handgreep.
Om de handgreep te verstevigen, is het gebruikelijk een vakwerk te vormen waarmee de benen van de beugel op de bodem van het krat aansluiten, welk vakwerk dan aan weerszijden van voornoemd zwaard van de matrijs gevormd wordt. De delen van het vakwerk kunnen door het gebruik van voornoemd zwaard niet onder de handgreep met elkaar verbonden zijn.
Dit alles heeft voor gevolg dat kratten met een centrale handgreep die volgens voornoemde werkwijze werden vervaardigd onder de handgreep een langwerpige opening in hun bodem bezitten die breder is dan de breedte van het middendeel van de handgreep en waarop een opstaande koker aansluit die gevormd is door een schot aan weerszijden van
<Desc/Clms Page number 2>
deze opening en de onderste gedeelten van de benen van de beugelvormige handgreep.
In het met de bekende spuitinrichtingen vervaardigd krat gaat dus onder de handgreep relatief veel ruimte verloren die niet kan ingenomen worden door flessen.
Ofwel worden ook de langse schotten tussen de handgreep en de dwarse opstaande wanden dubbelwandig gemaakt met dezelfde breedte als voornoemde koker, waardoor er nog meer ruimte verloren gaat en het krat relatief breed moet gemaakt worden, ofwel zijn voornoemde langse schotten enkelwandig en dus dun, maar kunnen dan tussen voornoemde geplaatst worden als zonder deze koker.
De uitvinding heeft als doel een spuitinrichting voor het vervaardigen van een krat te verschaffen waarmee een krat kan worden vervaardigd waarvan de binnenruimte beter benut kan worden en waarin bijvoorbeeld grotere flessen voor eenzelfde buitenafmeting kunnen aangebracht worden.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de matrijs een meerdelige schuif bevat die in een naar de holle vorm uitmondende opening in de kern verplaatsbaar aangebracht is en van een uitsparing voor de handgreep en een eronder gelegen schot is voorzien, waarbij deze schuif met de kern en het krat mee verplaatsbaar is bij het ontvormen van het krat uit de holle vorm en ten opzichte van de kern met het krat mee verplaatbaar is bij het verwijderen van het krat van de kern, waarna de delen van deze schuif uit elkaar verplaatsbaar zijn voor het ontvormen van de handgreep en het schot.
<Desc/Clms Page number 3>
Met dergelijke spuitinrichting kan het schot dat onder het middendeel van de handgreep gelegen is smaller zijn dan dit middengedeelte zodat dus meer ruimte overblijft voor de flessen.
De schuif moet naar de holle vorm toe verwijdend zijn.
Hierdoor kunnen delen van de schuif reeds uit elkaar gaan vooraleer de schuif volledig uit de kern verplaatst is.
De uitvinding heeft ook betrekking op een krat vervaardigd
EMI3.1
met een spuitinrichting volgens één de vorige uitvoeringsvormen en meer bepaald op een krat met centrale hi'1TVìrrrppr) .,., l¯+- +-'"' --J, handgreep een schot bevindt waarvan de maximum dikte kleiner is dan de grootste dikte van de handgreep.
Het laatstgenoemde schot kan zowel enkelwandig zijn als dubbelwandig, waarbij de twee wanden van het schot bovenaan met elkaar verbonden kunnen zijn.
Dit schot kan verlengd worden aan weerszijden van de handgreep, tussen deze handgreep en de wanden van het krat.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een krat en een matrijs volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een zicht in perspectief is van een krat volgens de uitvinding ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 op grotere schaal getekend ;
<Desc/Clms Page number 4>
figuur 3 een doorsnede weergeeft volgens lijn III-III in figuur 1 eveneens op grotere schaal getekend ; figuur 4 een gedeelte weergeeft van een doorsnede analoog aan deze van figuur 3 maar met betrekking tot een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ; figuur 5 een een gedeelte weergeeft analoog aan dit van figuur 4, maar met betrekking tot een nog andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ;
figuur 6 schematisch een dwarse doorsnede weergeeft van een matrijs volgens de uitvinding, in gesloten toestand ; figuur 7 een doorsnede weergeeft analoog aan deze van figuur 6 maar met de matrijs in een tussenstand ;
EMI4.1
de de figuren 6 en 7, maar met een matrijs in volledig open stand.
Het krat weergegeven in de figuren tot 3 bestaat uit een nagenoeg rechthoekige bodem 1, vier opstaande dubbelwandige wanden 2 die plaatselijk door kolommen 3 versterkt zijn, schotten 4,5 en 6 die de binnenkant van het krat indelen in compartimenten 7 voor flessen en een centrale handgreep 8 in de vorm van een omgekeerde beugel met een hol middendeel 9 en twee naar onder enigszins divergerende benen 10.
Het middendeel 9 en de benen 10 bezitten in de dwarsrichting van het krat gezien dezelfde breedte.
De benen 10 van de handgreep 8 sluiten onderaan aan op schotten 4,5 en 6. Meer bepaald zijn tussen de benen 10 en de dwarse opstaande wanden 2 schotten 5 aanwezig die zieh in de langsrichting uitstrekken, terwijl de twee benen 10 met elkaar verbonden zijn door een schot 6.
<Desc/Clms Page number 5>
In het weergegeven voorbeeld is dit schot 6 enkelwandig evenals de schotten 4 en 5. In feite vormt dit schot 6 een continue wand met de twee schotten 5 waarmee de benen 10 samenvloeien in een geheel van kunststof.
De benen 10 zijn uiteraard op hoeken van compartimenten 7 gelegen zodat ze geen hinder vormen voor flessen. Doordat alle schotten 4,5 en 6 enkelwandig zijn, is de binnenruimte van het krat maximaal benut en beïnvloedt de handgreep 8 niet het aantal flessen dat in het krat kan worden geplaatst. Flessen kunnen met hun buik gedeeltelijk onder het middendeel 9 van de handgreep 8 geplaatst worden.
1 te verkrijgen, kan in een variante het schot 6 onderaan van een voet 11 voorzien zijn die een omgekeerde U-vormige goot vormt, zoals weergegeven in figuur 4.
In deze variante is de breedte van deze voet 11 nagenoeg gelijk aan de breedte van de handgreep 8.
Ook de schotten 5 kunnen dezelfde vorm bezitten en onderaan ook van een voet 11 voorzien zijn.
Een nog grotere stevigheid wordt verkregen door het schot 6 over de volledige hoogte dubbelwandig te maken. Een dergelijke uitvoeringsvorm is weergegeven in figuur 5.
In deze uitvoeringsvorm zijn de twee wanden van het schot 6 bovenaan met een brug 12 in de vorm van een gebogen rand met elkaar verbonden zodat het schot 6 dus een smalle omgekeerde U-vormige goot vormt die met haar benen op de bodem 1 aansluit.
<Desc/Clms Page number 6>
Op deze manier wordt een zeer sterk schot 6 en dus een zeer sterke verbinding van de handgreep 8 met de bodem 1 verkregen.
Ook de schotten 5 kunnen dezelfde vorm bezitten.
De aldus verkregen sterkere verbinding gaat ten koste van de plaatswinst, maar het schot 6 en eventueel elk schot 5 is toch nog smaller dan bij de kratten verkregen met de bekende spuitinrichtingen en daarenboven sterker doordat de twee wanden door een brug 12 verbonden zijn, hetgeen bij
EMI6.1
deze bekende spuitinrichtingen niet mogelijk is. flessenkrat worden vervaardigd met een spuitinrichtingflessenkrat worden vervaardigd met een spuitinrichting zoals schematisch in de figuren 6 tot 8 is weergegeven.
Deze spuitinrichting bevat een matrijs die op de gebruikelijke manier een holle vorm 13 bezit in de vorm van een kuip en een kern 14 die ten opzichte van de holle vorm 13 door middel van pneumatische cilinders 15 verplaatsbaar
EMI6.2
is.
Kenmerkend is dat de matrijs een tweedelige schuif 16 bevat die verplaatsbaar in een opening 17 in de kern 14 aangebracht is daar waar de handgreep 8 moet gevormd worden.
Deze schuif 16 wordt gedragen door de afstroopplaat 18 die de kern 14 omringt en voor het afstropen van een gespoten krat ten opzichte van de kern 14 loskoppelbaar is wanneer ze door aanslagen 19 tegengehouden wordt terwijl de kern 14 verder beweegt.
<Desc/Clms Page number 7>
In de tweedelige schuif 16 is een uitsparing 20 aangebracht voor de vorming van de handgreep 8 en het op de benen 10 daarvan aansluitende schot 6.
De schuif 16 is, evenals de opening 17 ervoor in de kern 14, naar de bodem van de holle vorm 13 toe verwijdend. De twee delen 21 van de schuif 16, die dus van elkaar gescheiden zijn volgens het symmetrievlak van de uitsparing 20 voor de handgreep 8 en het schot 6, worden door het krat en meer bepaald door de handgreep 8 uit de opening 17 geschoven van zodra het krat door de afstroopplaat 18 van de matrijs 14 wordt geschoven. geduwd door de toevoer van perslucht.
De coniciteit en de hoogte van de schuif 16 zijn zodanig dat wanneer ze uit of bijna uit de opening 17 is, de delen 21 voldoende uit elkaar zijn om de handgreep 8 en het schot 6 te ontvormen.
De werking van de spuitinrichting is als volgt : In figuur 6 is de matrijs in gesloten stand weergegeven waarbij dus de holle vorm 13 de kern 14 afsluit en de schuif 16 volledig in de opening 17 geschoven is.
De afstroopplaat 18 zit tussen de rand van de holle vorm 13 en een rand van de kern 14 geklemd.
In deze stand wordt kunststof in de matrijs gespoten.
<Desc/Clms Page number 8>
Vervolgens wordt de matrijs geopend en wordt met behulp van de cilinders 15 de kern 14 van het vrouwelijke matrijsdeel 13 weg verplaatst.
Het gespoten krat blijft, zoals weergegeven in figuur 7, op de kern 14 kleven, met de schuif 16 volledig in de opening 17 van de kern 14. Deze schuif 16 bevindt zieh dus op de bodem 1 van het gevormde krat.
Eenmaal het krat uit de holle vorm 13 is, wordt de afstroopplaat 18 door de aanslagen 19 tegengehouden zodat het krat van de kern 14 geduwd wordt wanneer de cilinders 15 de kern 14 verder verplaatsen en tegelijkertijd de
EMI8.1
schutt -nTiTi-f -) . . .-- Tenslotte worden de delen 21 van de schuif 16 uit elkaar verplaatst zodat de handgreep 8 en het schot 6 van deze schuif 16 kunnen worden losgemaakt en het volledig krat nu ontvormd is.
De kratten volgens de figuren 4 en 5 worden op dezelfde manier vervaardigd met een matrijs die enkel van de hiervoor beschreven matrijs verschilt doordat op de bodem van het vrouwelijke matrijsdeel 13 een zwaard staat om de ruimte binnen de voet 11 te vormen, respectievelijk om de ruimte onder de brug 12 tussen de wanden van het dubbelwandige schot 6 te vormen.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke spuitinrichting en dergelijk krat kunnen in verschillende varianten worden uitgevoerd zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc/Clms Page number 9>
In het bijzondere kunnen een aantal van de schotten 4 weggelaten worden en vervangen worden door opstaande pinnen, zogenoemde pinolen.
<Desc / Clms Page number 1>
Spraying device for the manufacture of a bottle crate and bottle crate manufactured therewith.
This invention relates to a spraying device for manufacturing a bottle crate with a central handle in the form of an inverted bracket, which spraying device comprises a mold with a hollow shape and a core and means for moving this hollow shape and core relative to each other .
In the manufacture of bottle crates with a central handle, use is made of a mold with the molds on it.
To be able to deform the crate, this sword must have a thickness that is greater than the thickness of the bow-shaped handle.
In order to reinforce the handle, it is customary to form a truss with which the legs of the bracket connect to the bottom of the crate, which truss is then formed on either side of the aforementioned sword of the mold. The parts of the framework cannot be interconnected under the handle by the use of the aforementioned sword.
All this has as a consequence that crates with a central handle which have been manufactured according to the aforementioned method have an elongated opening in their bottom under the handle that is wider than the width of the middle part of the handle and to which an upright tube formed by a shot on either side of
<Desc / Clms Page number 2>
this opening and the lower portions of the legs of the bow-shaped handle.
In the crate produced with the known spraying devices, therefore, relatively much space is lost under the handle that cannot be occupied by bottles.
Either the longitudinal partitions between the handle and the transverse upright walls are made double-walled with the same width as the aforementioned tube, whereby even more space is lost and the crate must be made relatively wide, or the aforementioned longitudinal partitions are single-walled and therefore thin, but can then be placed between the aforementioned and without this sleeve.
The invention has for its object to provide a spraying device for manufacturing a crate with which a crate can be manufactured of which the inner space can be better utilized and in which, for example, larger bottles can be arranged for the same outer dimension.
This object is achieved according to the invention in that the mold comprises a multi-part slide which is arranged so as to be displaceable in an opening in the core leading to the hollow shape and is provided with a recess for the handle and a partition located below, said slide with the core and the crate can be moved along when the crate is deformed from the hollow form and can be moved along with the crate relative to the core when removing the crate from the core, after which the parts of this slide can be moved apart for demould the handle and the bulkhead.
<Desc / Clms Page number 3>
With such a spraying device, the partition located below the middle part of the handle can be narrower than this middle part, so that more space remains for the bottles.
The slider must be widening towards the hollow shape.
As a result, parts of the slide can already separate before the slide is completely moved out of the core.
The invention also relates to a crate manufactured
EMI3.1
with a spraying device according to one of the preceding embodiments and more particularly on a crate with a central handle, a handle having a bulkhead whose maximum thickness is smaller than the largest thickness of the handle.
The last-mentioned partition can be both single-walled and double-walled, whereby the two walls of the bulkhead can be connected to each other at the top.
This partition can be extended on either side of the handle, between this handle and the walls of the crate.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a crate and mold according to the invention is described below as an example without any limiting character, with reference to the accompanying drawings, in which: figure 1 shows a view is in perspective of a crate according to the invention; figure 2 represents a section according to line II-II in figure 1 drawn on a larger scale;
<Desc / Clms Page number 4>
figure 3 represents a section according to line III-III in figure 1 also drawn on a larger scale; figure 4 represents a part of a section analogous to that of figure 3 but with reference to another embodiment of the invention; Figure 5 shows a part analogous to that of Figure 4, but with reference to yet another embodiment of the invention;
figure 6 schematically represents a cross section of a mold according to the invention, in the closed state; figure 7 represents a section analogous to that of figure 6 but with the mold in an intermediate position;
EMI4.1
6 and 7, but with a mold in a fully open position.
The crate shown in figures up to 3 consists of a substantially rectangular bottom 1, four upright double-walled walls 2 that are locally reinforced by columns 3, partitions 4,5 and 6 that divide the inside of the crate into compartments 7 for bottles and a central handle 8 in the form of an inverted bracket with a hollow middle part 9 and two slightly diverging legs 10 downwards.
The middle part 9 and the legs 10 have the same width in the transverse direction of the crate.
The legs 10 of the handle 8 connect at the bottom to partitions 4,5 and 6. In particular, partitions 5 are present between the legs 10 and the transverse upright walls 2 which extend in the longitudinal direction, while the two legs 10 are connected to each other by a shot 6.
<Desc / Clms Page number 5>
In the example shown, this baffle 6 is single-walled, just like the baffles 4 and 5. In fact, this baffle 6 forms a continuous wall with the two baffles 5 with which the legs 10 merge into a whole of plastic.
The legs 10 are of course located at corners of compartments 7 so that they do not form a hindrance for bottles. Because all the partitions 4, 5 and 6 are single-walled, the inside space of the crate is used to the maximum and the handle 8 does not influence the number of bottles that can be placed in the crate. Bottles can be placed partially with their belly under the middle part 9 of the handle 8.
1, in a variant the partition 6 can be provided at the bottom with a foot 11 which forms an inverted U-shaped gutter, as shown in figure 4.
In this variant, the width of this foot 11 is almost equal to the width of the handle 8.
The partitions 5 can also have the same shape and also be provided with a foot 11 at the bottom.
An even greater firmness is obtained by making the partition 6 double-walled over the entire height. Such an embodiment is shown in Figure 5.
In this embodiment the two walls of the bulkhead 6 are connected to each other with a bridge 12 in the form of a curved edge so that the bulkhead 6 thus forms a narrow inverted U-shaped gutter which connects with its legs to the bottom 1.
<Desc / Clms Page number 6>
In this way a very strong partition 6 and thus a very strong connection of the handle 8 with the bottom 1 is obtained.
The partitions 5 can also have the same shape.
The stronger connection thus obtained is at the expense of the space gain, but the baffle 6 and possibly each baffle 5 is still narrower than in the crates obtained with the known spraying devices and, moreover, stronger because the two walls are connected by a bridge 12,
EMI6.1
these known sprayers are not possible. bottle crate are manufactured with a spraying device bottle crate is manufactured with a spraying device as schematically shown in figures 6 to 8.
This spraying device comprises a mold which, in the usual manner, has a hollow shape 13 in the form of a tub and a core 14 which is displaceable relative to the hollow shape 13 by means of pneumatic cylinders 15
EMI6.2
is.
Typically, the mold includes a two-part slider 16 that is movably disposed in an opening 17 in the core 14 where the handle 8 is to be formed.
This slide 16 is carried by the stripping plate 18 which surrounds the core 14 and is detachable from the core 14 for stripping a sprayed crate when it is retained by stops 19 while the core 14 moves further.
<Desc / Clms Page number 7>
A recess 20 is provided in the two-part slider 16 for forming the handle 8 and the partition 6 connecting to the legs 10 thereof.
Like the opening 17 in the core 14, the slider 16 is widening towards the bottom of the hollow mold 13. The two parts 21 of the slider 16, which are thus separated from one another according to the plane of symmetry of the recess 20 for the handle 8 and the partition 6, are pushed out of the opening 17 by the crate and more particularly by the handle 8 as soon as the crate is slid through the stripping plate 18 of the mold 14. pushed by the supply of compressed air.
The conicity and height of the slider 16 are such that when it is out or almost out of the aperture 17, the parts 21 are sufficiently apart to deform the handle 8 and the baffle 6.
The operation of the spraying device is as follows: Figure 6 shows the mold in the closed position, so that the hollow mold 13 seals the core 14 and the slide 16 is fully slid into the opening 17.
The stripping plate 18 is clamped between the edge of the hollow mold 13 and an edge of the core 14.
Plastic is injected into the mold in this position.
<Desc / Clms Page number 8>
The mold is then opened and the core 14 is moved away from the female mold part 13 by means of the cylinders 15.
The molded crate remains stuck to the core 14, as shown in Figure 7, with the slider 16 completely in the opening 17 of the core 14. This slider 16 is thus located on the bottom 1 of the crate formed.
Once the crate is out of the hollow form 13, the stripping plate 18 is stopped by the stops 19 so that the crate is pushed from the core 14 when the cylinders 15 move the core 14 further and at the same time
EMI8.1
schutt -nTiTi-f -). . Finally, the parts 21 of the slider 16 are moved apart so that the handle 8 and the partition 6 can be detached from this slider 16 and the complete crate is now deformed.
The crates according to figures 4 and 5 are manufactured in the same way with a mold that differs only from the mold described above in that a sword stands on the bottom of the female mold part 13 to form the space within the base 11 and around the space, respectively. to form under the bridge 12 between the walls of the double-walled partition 6.
The invention is in no way limited to the embodiments described above and shown in the figures, but such a spraying device and such crate can be designed in different variants without departing from the scope of the invention.
<Desc / Clms Page number 9>
In particular, a number of the partitions 4 can be omitted and be replaced by upright pins, so-called pinoles.