<Desc/Clms Page number 1>
INRICHTING VOOR HET VERVAARDIGEN VAN VOORWERPEN VAN EEN
THERMOPLASTISCHE KUNSTSTOF MET EEN INGESPOTEN FOLIE.
De uitvinding betreft een inrichting voor het vervaardigen van voorwerpen van een thermoplastische kunststof, zoals verpakkingen, met een ingespoten al dan niet bedrukte folie, zoals een vooraf gedrukt etiket.
Deze inrichting bestaat volgens de uitvinding in hoofdzaak uit de combinatie van onderdelen zoals beschreven in de op het einde van deze beschrijving opgestelde conclusie 1.
Eén der voordelen van deze inrichting is dat de overbrengarm gereed staat om het uit de afgerolde folie geponste etiket of ander drukwerk, onmiddellijk op te vangen en over te brengen naar de spuitgietmatrijs.
Als voorbeeld, zonder enig begrenzend karakter, volgt hierna een uitvoeriger beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding. Deze beschrijving verwijst naar bijgevoegde tekeningen, waarin : fig. 1 de inrichting schematisch voorstelt ; fig. 2 een blokschema van de inrichting weergeeft.
In deze tekeningen bemerkt men dat voor het vervaardigen van bijvoorbeeld verpakkingen van een thermoplastische kunststof waarin een folie of bedrukt etiket wordt ingewerkt zodat volledig afgewerkte verpakkingen van kunststof van gelijk welke verkozen vorm en afmetingen worden bekomen, gebruik wordt gemaakt van een rol folie 1 met b. v. uit te ponsen etiketten. De folie wordt door middel van twee aandrijfrollen 2 waartussen de folie wordt geleid, van de rol l afgewikkeld, doorheen de uitkapmatrijs A en over leirollen 3 naar een opwikkelrol 4 met aandrijfmiddel geleid waarop het restant van de uitgeponste folie wordt gewikkeld. De folie wordt afgewikkeld tussen een vaste snijplaat 6 met snijopening 7 en een aandrukblok 8 van de uitkapmatrijs A waarin de etiketten op de gewenste afmetingen uit de folie 1 worden geponst.
Het aandrukblok 8 is naar de
<Desc/Clms Page number 2>
snijplaat 6 verplaatsbaar om de folie tegen deze snijplaat 6 vast te houden. Hiertoe wordt het aandrukblok 8 gestuurd door één of meer aandrukmiddelen, zoals drukcylinders 9 waarvan de zuigerstang 10 aan het aandrukblok is bevestigd. Voor het uitponsen van de etiketten uit de folie 1 is een rechtlijnig in het aandrukblok 8 verplaatsbare snijstempel 11 voorzien die in de snijopening 7 van de snijplaat 6 past. Voor het verplaatsen van de snijstempel 11 wordt gebruik gemaakt van een aandrukmiddel, zoals een drukcylinder 12 waarvan de zuigerstang 13 is bevestigd op de snijstempel.
Op een afstand van de uitkapmatrijs A is een spuitgietmatrijs B opgesteld die is voorzien van een vorm bijvoorbeeld van een verpakking, waarin zoals hierna wordt uiteengezet, de uitgeponste etiketten worden overgebracht om in de door spuitgieten bekomen verpakking te worden ingewerkt. Het beweegbaar deel 14 van de spuitgietmatrijs B is bevestigd op de verplaatsbare plaat 15 van een spuitgietmachine. Tussen de uitkapmatrijs A en de spuitgietmatrijs B is een overbrengarm C opgesteld om de uitgeponste etiketten van de uitkapmatrijs A naar de spuitgietmatrijs B over te brengen. Hiertoe bestaat deze overbrengarm uit verplaatsingsmiddelen, waaronder een drukcylinder 17 waarvan de zuigerstang 18 is bevestigd op een tweede drukcylinder 19 waarvan de zuigerstang 20 is bevestigd op een aanzuigplaat 21 die in de snijopening 7 van de snijplaat 6 de uitgeponste etiketten aanzuigt.
Een fotocel 22 is langs de af te rollen folie opgesteld en die ervoor zorgt dat het afrollen van de folie 1 tot stilstand komt wanneer een etiket juist is gepositionneerd in de snijopening 7 van de snijplaat 6 van de uitkapmatrijs A. Deze fotocel 22 is aangesloten op een centrale stuurinrichting 23 waarop eveneens alle drukcylinders 9-12-17-19 zijn aangesloten, evenals een electromotor 24 die de aandrijfrollen 2 aandrijft.
Wanneer de gehele inrichting in beweging wordt gesteld door de centrale stuurinrichting 23, drijft de electromotor 24 de aandrijfrollen 2 aan, zodat de rol folie 1 wordt afgewikkeld en het restant van de uitgeponste folie wordt opgewikkeld op de opwikkelrol 4. Wanneer een etiket juist is gepositionneerd in de snijopening 7 van de uitkapmatrijs A, wordt dit vastgesteld door de fotocel 22 en
<Desc/Clms Page number 3>
wordt de electromotor 24 van de aandrijfrollen 2, evenals het aandrijfmiddel van de opwikkelrol 4 tot stilstand gebracht, zodat eveneens het afwikkelen van de folie ophoudt. De centrale stuurinrichting 23 brengt achtereenvolgens alle drukcylinders in werking waarbij de drukcylinders 9 eerst het aandrukblok derwijze verplaatsen dat de folie tegen de snijplaat 6 wordt gedrukt en hierop wordt vastgehouden.
Hierna drukt de drukcylinder 12 de snijstempel 11 derwijze in de snijopening 7 dat het gepositionneerd etiket uit de folie wordt geponst. Gelijktijdig heeft de drukcylinder 19 de aanzuigplaat 21 derwijze in de snijopening van de uitkapmatrijs A gebracht dat het uitgeponste etiket onmiddellijk door de aanzuigplaat 21 wordt opgevangen. Vervolgens kamt de drukcylinder 17 derwijze in werking dat de zuigerstang 18 ervan de drukcylinder 19 met de aanzuigplaat 21 en het hierop vastgehouden etiket, tussen beide delen van de spuitgietmatrijs B brengt. Hierna drukt de drukcylinder 19 en de aanzuigplaat 21 het etiket tegen het vast deel 25 van de spuitgietmatrijs B en trekt genoemde drukcylinder de aanzuigplaat 21 terug, waarna de drukcylinder 17 de drukcylinder 19 van tussen de twee delen van spuitgietmatrijs B terugtrekt.
De verplaatsbare plaat 15 van de spuitgietmachine brengt vervolgens het beweegbaar deel 14 van de spuitgietmatrijs tegen het vast deel 25 ervan, zodat de matrijs gesloten is, waarna een thermoplastische kunststof wordt ingespoten. Nadat het beweegbaar deel 14 opnieuw door de spuitgietmachine van het vast deel van spuitgietmatrijs B is verwijderd, kan de gevormde verpakking met ingewerkt etiket uit de spuitgietmatrijs worden verwijderd en wordt het restant van de uitgeponste folie op de opwikkelrol 4 opgewikkeld tot een volgend etiket in de goede positie in de snijopening 7 van de uitkapmatrijs is gebracht.
Het spreekt vanzelf dat de opstelling van de hiervoor beschreven onderdelen kan verschillen en dat sommige der hiervoor beschreven onderdelen kunnen worden vervangen door andere onderdelen die hetzelfde doel nastreven. Eveneens spreekt het vanzelf dat de inrichting kan worden aangevuld met allerlei andere middelen die er de practische werking van zouden kunnen bevorderen.
<Desc / Clms Page number 1>
DEVICE FOR MANUFACTURING OBJECTS OF A
THERMOPLASTIC PLASTIC WITH AN INSERTED FOIL.
The invention relates to a device for manufacturing objects of a thermoplastic plastic, such as packaging, with an injected or unprinted foil, such as a pre-printed label.
According to the invention this device mainly consists of the combination of parts as described in claim 1 drawn up at the end of this description.
One of the advantages of this device is that the transfer arm is ready to immediately receive the label or other printed matter punched out of the unrolled film and to transfer it to the injection mold.
As an example, without any limiting character, a more detailed description of a possible embodiment of the device according to the invention follows below. This description refers to the accompanying drawings, in which: Fig. 1 schematically represents the device; Fig. 2 shows a block diagram of the device.
In these drawings it is noted that for the manufacture of, for example, packages of a thermoplastic plastic in which a foil or printed label is incorporated, so that fully finished plastic packages of any preferred shape and dimensions are obtained, use is made of a roll of foil 1 with b . v. labels to be punched out. The film is unwound from the roll 1 by means of two drive rolls 2, between which the film is guided, through the cut-out die A and over guide rollers 3 to a take-up roll 4 with drive means on which the remainder of the punched-out film is wound. The foil is unwound between a fixed cutting plate 6 with cutting opening 7 and a pressure block 8 of the cutting die A in which the labels are punched out of the foil 1 to the desired dimensions.
The pressure block 8 is towards the
<Desc / Clms Page number 2>
cutting plate 6 movable to hold the foil against this cutting plate 6. For this purpose, the pressure block 8 is controlled by one or more pressure means, such as pressure cylinders 9, the piston rod 10 of which is attached to the pressure block. For punching out the labels from the foil 1, a cutting punch 11 which can be moved rectilinearly in the pressing block 8 and which fits into the cutting opening 7 of the cutting plate 6 is provided. For moving the cutting die 11, use is made of a pressing means, such as a pressure cylinder 12, the piston rod 13 of which is mounted on the cutting die.
At a distance from the die-out mold A, an injection molding die B is provided which is in the form of, for example, a package, into which, as explained below, the punched labels are transferred to be incorporated into the injection molded package. The movable part 14 of the injection mold B is mounted on the movable plate 15 of an injection molding machine. A transfer arm C is arranged between the die-out mold A and the injection-mold B to transfer the punched-out labels from the die-out A to the injection-mold B. To this end, this transfer arm consists of displacing means, including a pressure cylinder 17, the piston rod 18 of which is mounted on a second pressure cylinder 19, the piston rod 20 of which is mounted on a suction plate 21 which draws in the punched labels 7 in the cutting opening 7 of the cutting plate 6.
A photocell 22 is arranged along the foil to be unwound and ensures that the unwinding of the foil 1 comes to a standstill when a label is correctly positioned in the cutting opening 7 of the cutting plate 6 of the cut-out die A. This photocell 22 is connected to a central control device 23 to which all pressure cylinders 9-12-17-19 are also connected, as well as an electric motor 24 which drives the drive rollers 2.
When the entire device is set in motion by the central control device 23, the electric motor 24 drives the drive rollers 2, so that the roll of film 1 is unwound and the remainder of the punched-out film is wound on the take-up roll 4. When a label is correctly positioned in the cutting opening 7 of the cut-out die A, this is determined by the photocell 22 and
<Desc / Clms Page number 3>
the electric motor 24 of the drive rolls 2, as well as the drive means of the take-up roll 4, is stopped, so that the unwinding of the film also ceases. The central control device 23 successively activates all the pressure cylinders, the pressure cylinders 9 first moving the pressure block in such a way that the foil is pressed against the cutting plate 6 and is held thereon.
After this, the pressure cylinder 12 presses the cutting die 11 into the cutting opening 7 so that the positioned label is punched out of the foil. Simultaneously, the pressure cylinder 19 has introduced the suction plate 21 into the cutting opening of the cut-out die A so that the punched-out label is immediately received by the suction plate 21. Then, the pressure cylinder 17 combs into operation that its piston rod 18 inserts the pressure cylinder 19 with the suction plate 21 and the label held thereon, between both parts of the injection mold B. After this, the pressure cylinder 19 and the suction plate 21 presses the label against the fixed part 25 of the injection mold B and said pressure cylinder retracts the suction plate 21, after which the pressure cylinder 17 withdraws the pressure cylinder 19 from between the two parts of the injection mold B.
The movable plate 15 of the injection molding machine then places the movable part 14 of the injection mold against the fixed part 25 thereof, so that the mold is closed, after which a thermoplastic plastic is injected. After the movable part 14 has again been removed by the injection molding machine from the fixed part of the injection mold B, the molded package with an embedded label can be removed from the injection mold and the remainder of the punched-out film on the take-up roll 4 is wound up into a next label in the is placed in the cutting opening 7 of the cut-out die.
It goes without saying that the arrangement of the parts described above may differ and some of the parts described above may be replaced by other parts pursuing the same purpose. It also goes without saying that the device can be supplemented with all kinds of other means which could promote its practical operation.