vlammenwerper
Uiterlijk
- vlam·men·wer·per
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘wapen dat een vlam spuit’ voor het eerst aangetroffen in 1917 [1]
- samenstelling van vlam en werper met het invoegsel -en- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlammenwerper | vlammenwerpers |
verkleinwoord |
- (militair) wapen dat een vlam spuit
- Als de Slag om Okinawa eind maart 1945 losbarst, moet Doss zich dus bewijzen. Een beetje zoals Gibson zelf, die na dronken, racistische tirades en labiel gedrag zo’n tien jaar persona non grata was in Hollywood. Gibson toont die meedogenloze slag onverbloemd, met fluitende kogels, bulderend mortiervuur, helse vlammenwerpers en vlijmscherpe bajonetten. Ledematen vliegen in het rond, lichamen worden opengereten en de vijand blijft maar uit de verborgen bunkers en tunnels komen. [4]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord vlammenwerper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "vlammenwerper" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ vlammenwerper op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC André Waardenburg 1 november 2016