verschillen

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  verschillen    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ver·schil·len

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van schillen met het voorvoegsel ver-

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
verschillen	verschilde	verschild
zwak -d	volledig

Werkwoord

verschillen

1. absoluut in bepaalde opzichten niet hetzelfde zijn

   • De twee versies verschilden maar op twee plaatsen. 

Vertalingen

    1. in bepaalde opzichten niet hetzelfde zijn   

Bulgaars: различавам се, отличавам се Engels: differ (en) Frans: différer (fr)

Pools: różnić się (pl) Spaans: diferir (en)

Zelfstandig naamwoord

de verschillen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord verschil

   ▸ De verschillen in onze drie karakters konden niet groter zijn, maar hierdoor konden we het waarschijnlijk ook zo goed met elkaar vinden.

Gangbaarheid

• Het woord verschillen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verschillen" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.