Naar inhoud springen

tatt

Uit WikiWoordenboek
  • tatt
Naar frequentie 287
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud tatt
o enkelvoud tatt
meervoud tatte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
tatte

tatt

  1. genomen

tatt

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van ta

tatt

  1. voltooid (verleden) deelwoord van ta


  • tatt
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud tatt
o enkelvoud tatt
meervoud tatte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
tatte

tatt

  1. genomen

tatt

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van ta

tatt

  1. voltooid (verleden) deelwoord van ta