spijkerbroek
Uiterlijk
- spij·ker·broek
- In de betekenis van ‘jeans’ voor het eerst aangetroffen in 1954 [1]
- samenstelling van spijker en broek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spijkerbroek | spijkerbroeken |
verkleinwoord | spijkerbroekje | spijkerbroekjes |
- (kleding) een broek van spijkerstof
- ▸ Hij moest nadenken voordat hij begreep dat het over de Amerikaanse spijkerbroeken ging.[2]
1. een broek van spijkerstof
- Het woord spijkerbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spijkerbroek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "spijkerbroek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be