mentaliteit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mentaliteit    (hulp, bestand)
• IPA: /ˌmɛn.taː.liˈtɛit/

Woordafbreking

• men·ta·li·teit

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan Engels mentality, mogelijk via Frans mentalité, voor het eerst aangetroffen in de tweede helft van de 19e eeuw, voor een vindplaats zie hieronder.
• Opgevat als afgeleid mentaal met het achtervoegsel -iteit.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mentaliteit	mentaliteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mentaliteit v

1. geestesgesteldheid
2. intellectuele of geestelijke instelling, houding

   • Deze maand is het precies 50 jaar geleden dat Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan zette, en daar staat de Universiteit van Nederland* bij stil. In het gloednieuwe college van professor Angelo Vermeulen (TU Delft) spreekt hij over wat je als nieuwe maanbewoner nodig hebt op gebied van onderkomen, ecologie en mentaliteit.  

   ▸ De kunst van de tweede helft der negentiende eeuw is eigenlijk burgerlijker dan enig-andere, uit welke tijd dan ook; zij toont bovendien de mentaliteit aan van een burgerdom-in-verval, terwijl de kunst nog van Ingres zijn kracht demonstreerde.

Synoniemen

• [2] houding, mindset, instelling

Hyponiemen

• bunkermentaliteit, hokjesmentaliteit, killersmentaliteit, kruideniersmentaliteit, kuddementaliteit, negen-tot-vijfmentaliteit, regentenmentaliteit, zesjesmentaliteit, winnaarsmentaliteit, winnersmentaliteit

Afgeleide begrippen

• mentaliteitsgeschiedenis, mentaliteitsverschil

Vertalingen

    1.   

Duits: Mentalität (de) v Engels: mentality (en) Frans: mentalité (fr) v

Roemeens: mentalitate (ro) v Spaans: mentalidad (es) v

Gangbaarheid

• Het woord mentaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mentaliteit" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.