lustoord
Uiterlijk
- lust·oord
- samenstelling van lust en oord [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lustoord | lustoorden |
verkleinwoord | - | - |
het lustoord o
- aangenaam oord, streek waar het verrukkelijk vertoeven is
- Het woord lustoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lustoord" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be