krols
Uiterlijk
- krols
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | krols | krolser | krolst |
verbogen | krolse | krolsere | krolste |
partitief | krols | krolsers | - |
krols
- (seksualiteit) verlangend naar de paring
- Mijn kat is krols.
- Het woord krols staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "krols" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "krols" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ krols op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be