geheimschrijver
Uiterlijk
- ge·heim·schrij·ver
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geheimschrijver | geheimschrijvers |
verkleinwoord |
de geheimschrijver m
- iemand die belast is met geheime, vertrouwelijke correspondentie van een hooggeplaatst persoon
- ▸ Hij zag Oude Hare Hoogheid in het zwart met aan haar rechterhand De Back, voorheen secretaris van de Domeinraad maar dank zij de wende opgestegen tot 's Prinsen geheimschrijver en rekwestmeester voor de ambtenaren.[3]
- ▸ Een van de aanvoerders van die troepen was Olivier Cromwell. Het parlement won, koning Karel I werd onthoofd en Cromwell werd Lord Protector van Engeland. De geleerde Milton werd zijn geheimschrijver.[4]
- Het woord geheimschrijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ geheimschrijver op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Gewassen vlees” (2014), Em. Querido's Uitgeverij , ISBN 9789021436173
- ↑ Weblink bron M. Dankers“Het paradijs opnieuw verloren” (26 november 2003), Reformatorisch Dagblad