Naar inhoud springen

elev

Uit WikiWoordenboek


  • Ontleend aan het Franse zelfstandige naamwoord élève, dat van het Franse werkwoord élever komt, dat weer vie het Italiaanse zelfstandige naamwoord allievo (van het Italiaanse werkwoord allevare) van het Latijnse werkwoord allevāre komt
Naar frequentie 3970
elevs enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     elev     eleven     elever     eleverna  
  genitief     elevs     elevens     elevers     elevernas  

elev, g

  1. (juridisch) leerling, pupil, scholier
    «En annan elev har pekats ut som gärningsman.»
    Een andere student is geïdentificeerd als de dader.