ecologie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ecologie    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌekoloˈɣi / (4 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ˌe.ko.lo.ˈχi/
  • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌe.ko.lo.ˈɣi/

Woordafbreking

• eco·lo·gie

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘leer van de betrekkingen tussen dieren en planten en hun leefomgeving’ voor het eerst aangetroffen in 1938
• met het voorvoegsel eco- met het achtervoegsel -logie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ecologie	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de ecologie v

1. (wetenschap) (biologie) de tak van wetenschap die het samenspel tussen organismen onderling en hun relatie met hun omgeving bestudeert

   • Deze maand is het precies 50 jaar geleden dat Neil Armstrong als eerste mens voet op de maan zette, en daar staat de Universiteit van Nederland* bij stil. In het gloednieuwe college van professor Angelo Vermeulen (TU Delft) spreekt hij over wat je als nieuwe maanbewoner nodig hebt op gebied van onderkomen, ecologie en mentaliteit.  

2. de levende natuur in het algemeen met alle onderlinge relaties tussen de verschillende organismen

   ▸ "Bij de aanbesteding van windparken moet ecologie kernonderdeel zijn van de beoordeling", zei Jetten, die vandaag een werkbezoek bracht aan een groot park voor de kust van Zeeland.

Synoniemen

• oecologie

Verwante begrippen

• ecologisch, ecoloog, ecosysteem

Hyponiemen

• auto-ecologie, dierenecologie, gedragsecologie, plantenecologie, synecologie, trekvogelecologie

Afgeleide begrippen

• ecologisme, ecologist

Vertalingen

    1. de tak van wetenschap die het samenspel tussen organismen onderling en hun relatie met hun omgeving bestudeert   

Afrikaans: ekologie (af) Arabisch: علم البيئة (ar) m Aragonees: ecolochía (an) v Bosnisch: ekologija (bs) v Bretons: ekoloji (br) v Bulgaars: екология (bg) v Catalaans: ecologia (ca) v Chinees: 生態 (zh), 生态 (zh) Deens: økologi (da) g Duits: Ökologie (de) v Engels: ecology (en) Esperanto: ekologio (eo) Filipijns: ekolohiya Fins: ekologia (fi) Frans: écologie (fr) v Galicisch: ecoloxía (gl) v Georgisch: ეკოლოგია (ka) Grieks: οικολογία (el) v Hebreeuws: אקולוגיה (he) v Hongaars: ökológia (hu) Ido: ekologio (io) Iers: éiceolaíocht (ga) v 3 IJslands: vistifræði (is) o Indonesisch: ekologi (id) Interlingua: ecologia (ia) Italiaans: ecologia (it) v Japans: 生態学 (ja) せいたいがく (ja), seitaigaku) Kantonees: 生態 (yue) Koreaans: 생태학 (ko)

Kroatisch: ekologija (hr) v Latijn: oecologia (la) v Litouws: ekologija (lt) v Luxemburgs: Ökologie (lb) v Macedonisch: екологија (mk) v Ambonees Maleis: ekologi (ms) Noors: økologi (no) m Occitaans: ecologia (oc) v Oekraïens: екологія (uk) v Pools: ekologia (pl) v Portugees: ecologia (pt) v Roemeens: ecologie (ro) v Russisch: экология (ru) v Schots-Gaelisch: eag-eòlas (gd) m Servisch: Cyrillisch: екологија (sr) v Westers: ekologija (sr) v Sindhi: سهجياڀياس (sd) m Sloveens: ekologija (sl) v Slowaaks: ekológia (sk) v Spaans: ecología (es) v Soendanees: ékologi (su) Tagalog: ekolohiya (tl) Thai: นิเวศวิทยา (th) Tsjechisch: ekologie (cs) v Turks: ekologi (tr) Vietnamees: sinh thái học (vi) (生态学/生態学) Welsh: ecoleg (cy) Zweeds: ekologi (sv) g

Gangbaarheid

• Het woord ecologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ecologie" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.