disjunctie
Uiterlijk
- Geluid: disjunctie (hulp, bestand)
- dis·junc·tie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | disjunctie | disjuncties |
verkleinwoord | - | - |
- tegenstelling, scheiding
- (biologie) het in gescheiden gedeelten opgelost zijn van een verspreidingsgebied waarbij in de tussengebieden die soorten niet voorkomen
- (biologie) het uiteengaan van overlangs gedeelde chromosomenparen gedurende de celdeling
- (taalkunde) het niet gecorreleerd zijn van fonemen
- (wiskunde) logische operator (symbool: , OF of OR), wiens betekenis ongeveer overeenkomt met de betekenis van het Nederlandse woord "of"
1.
- Het woord disjunctie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "disjunctie" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ disjunctie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel dis- in het Nederlands
- Achtervoegsel -ie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Taalkunde in het Nederlands
- Wiskunde in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 67 %
- Prevalentie Vlaanderen 82 %