beur
Uiterlijk
- beur
vervoeging van |
---|
beuren |
beur
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beuren
- Ik beur.
- gebiedende wijs van beuren
- Beur!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beuren
- Beur je?
- Het woord beur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
beur m
- (spreektaal) Arabier, Fransman van Noord-Afrikaanse oorsprong [1]
- mannelijke vorm van beurette
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 4
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Verlan
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Spreektaal in het Frans