begoochelen
Uiterlijk
- Geluid: begoochelen (hulp, bestand)
- be·goo·che·len
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
begoochelen |
begoochelde |
begoocheld |
zwak -d | volledig |
begoochelen
- overgankelijk iemand in een waan brengen
- Hij liet zich niet begoochelen door alle schone praat en stelde een paar harde vragen.
- Het woord begoochelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal