Naar inhoud springen

Joseph Kasavubu

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Joseph Kasavubu
Joseph Kasavubu
Geboren Circa 1915
Tshela
Overleden 24 maart 1969
Boma
Politieke partij ABAKO
Partner Hortense Ngoma Masunda
President van de Republiek Congo
Aangetreden 30 juni 1960
Einde termijn 25 november 1965
Premier Patrice Lumumba
Joseph Iléo
Justin Bomboko
Joseph Iléo
Cyrille Adoula
Moise Tshombe
Évariste Kimba
Opvolger Joseph-Désiré Mobutu
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Joseph Kasavubu (Tshela, 1915[1] - Boma, 24 maart 1969) was de eerste president van de Republiek Congo.

Kasavubu, die tot het Bakongo-volk behoorde, ontving onderwijs bij de katholieke missionarissen. Hij werd opgeleid tot leerkracht en was als zodanig na zijn studie werkzaam. Vanaf 1942 werkte hij voor de koloniale overheid (posterijen) van het toenmalige Belgisch-Congo.

Politieke Carrière

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Alliance des Bakongos voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Na 1953 ontplooide Kasavubu zich tot een nationaal leider. Hij werd in 1955 voorzitter van de ABAKO (Alliance des Bakongo), een culturele vereniging voor de Bakongo. In 1957 zette hij de ABAKO om in een politieke vereniging en werd hij in de gemeenteraad gekozen.

Onafhankelijkheid van Congo

[bewerken | brontekst bewerken]
Kasavubu met de vertrekkende gouverneur-generaal van Belgisch-Congo, Hendrik Cornelis, voor diens vertrek uit het land, juli 1960.
Zie Belgo-Congolese rondetafelconferentie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Tijdens de Belgo-Congolese rondetafelconferentie in Brussel (1960) deed Kasavubu van zich spreken als gematigd leider. Na de verkiezingen van mei 1960 sloot hij een akkoord met de nationalistische leider van de MNC, Patrice Lumumba. Men sprak af dat Kasavubu president van Congo zou worden en Lumumba premier.

Zie Congocrisis voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Zie Force Publique-muiterijen (1960) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In juni 1960 werd Congo onafhankelijk en werd Kasavubu president. Spoedig na de onafhankelijkheid traden er spanningen op tussen de Belgen, de Katangese nationalisten (die op afscheiding aanstuurden), het Congolese leger (Force Publique) en de centralisten (aanhangers van de MNC).

Eerste Staatsgreep en Moord op Lumumba

[bewerken | brontekst bewerken]
Kasavubu met Kolonel Joseph-Désiré Mobutu in 1961.
Zie Moord op Lumumba voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Kasavubu achtte Patrice Lumumba verantwoordelijk voor de misstanden en zette hem op 5 september 1960 af. Lumumba op zijn beurt zette de president af. Kolonel Mobutu greep via een staatsgreep in en 'neutraliseerde' zowel de president als de premier (dat wil zeggen hij trok de macht naar zich toe). Lumumba werd onder huisarrest gesteld, maar Kasavubu bleef president. Op 17 januari 1961 werd Lumumba vermoord.

Nadat de situatie enigszins onder controle was kreeg Kasavubu zijn uitvoerende macht van Mobutu terug, zonder dat de laatste echter alle macht uit handen gaf. De interne situatie in Congo bleef instabiel.

Simba Opstand

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie Simba's voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De volgende vijf jaar presideerde Kasavubu een opeenvolging van zwakke regeringen. In juli 1964 benoemde hij Tshombe tot premier, met een mandaat om de Simba-opstand te beëindigen. Tshombe riep de verbannen Katangese gendarmerie terug en rekruteerde witte huursoldaten, die ze integreerde met de Armée nationale congolaise (ANC). Veel huurlingen hadden gevochten voor Katanga terwijl Tshombe de leider was van die afgescheiden provincie. Ondanks de successen tegen de Simba-rebellen, werd het prestige van Tshombe beschadigd door zijn gebruik van witte huursoldaten en westerse troepen. Hij verloor de steun van Kasavubu, die hem in oktober 1965 ontsloeg van de functie van premier.

Tweede Staatsgreep

[bewerken | brontekst bewerken]

Mobutu greep op 25 november 1965 voor de tweede keer de macht, en zette nu Kasavubu af en verklaarde zich vervolgens tot staatshoofd.

Mobutu plaatste Kasavubu onder huisarrest voordat hij uiteindelijk de afgezette president toestemming gaf om zich terug te trekken naar zijn boerderij in Mayombe. Kasavubu stierf vier jaar later in 1969 in een ziekenhuis in Boma, mogelijk na een lange ziekte.

Na zijn dood ging het gezin van Kasavubu in ballingschap, eerst naar Algerije en vervolgens naar Zwitserland. Een van zijn dochters, Justine M'Poyo Kasavubu, keerde uiteindelijk in de jaren negentig terug naar Kongo (toen nog Zaïre genoemd). In 1997 werd ze benoemd tot kabinetsminister door Laurent Kabila en vervolgens ambassadeur in België.

De rol van Kasavubu in de Congolese geschiedenis is in de literatuur overschaduwd door Lumumba en Mobutu. Antropoloog Yolanda Covington-Ward schreef dat, in tegenstelling tot Lumumba's 'bevoorrechte' positie in de geschiedschrijving over het Congolese nationalisme, Kasavubu en ABAKO met hun droom naar het oude Kongorijk de primaire 'drijvende kracht' achter de onafhankelijkheidsbeweging waren.

Zie de categorie Joseph Kasa-Vubu van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Voorganger:
geen
President van de Republiek Congo
1960-1965
Opvolger:
Joseph-Désiré Mobutu