Dipterus
Dipterus Status: Uitgestorven, als fossiel bekend Fossiel voorkomen: Vroeg- tot Midden-Devoon | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Dipterus Sedgwick & Murchison, 1829 | |||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||
Dipterus crassus † Gross 1933 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
Dipterus[1][2][3] is een geslacht van uitgestorven vissen uit de onderklasse der longvissen (Dipnoi). De vissen werden ongeveer vijfendertig centimeter lang.
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Dipterus waren kleine vissen met een slank lichaam, bedekt door afgeronde, tegelachtige schubben. Het hoofd was smal, de ogen relatief groot, de mond gericht. De schedel had een ingewikkelde opstelling van kleine botten rond de ogen en kaken. De randen van de kaak waren tandeloos. Net als bij latere longvissen, zaten een paar grote kauwplaten bedekt met zwaar gemineraliseerd dentine in het midden van het verhemelte. Ze dienden waarschijnlijk als brekers voor voedsel met harde schaal. Voordien werden kleinere tandachtige structuren gevonden. Dipterus is de oudste longvis met craniale ribben, wat suggereert dat hij al lucht heeft ingeademd
Beide rugvinnen zaten ver achterover, net voor de staartvin. De eerste rugvin was kleiner dan de tweede. Beiden zaten op een vlezige steel. De staartvin was heterocerk, recht voor haar was een kleine anale vin. De bekken- en borstvinnen waren smal, langwerpig en naar het einde gericht. Het lange centrale deel was gespierd en werd ondersteund door symmetrisch geplaatste botten. Dipterus leefde in zoet water en was carnivoor.
Leefwijze
[bewerken | brontekst bewerken]Het uiterst veranderlijke klimaat dat gedurende het Midden- en Boven-Devoon heerste dwong vele waterdieren de periodiek uitdrogende wateren in. Meren droogden snel op om enige tijd later weer overstroomd te worden en vissen met een longademhaling zagen kans daarvan gebruik te maken. Dipterus was daar een van. De zwemblaas, een luchtzak verbonden met de slokdarm, ontwikkelde zich tot een luchtreservoir en stelde de dieren in staat om atmosferische lucht te ademen. Deze ademhaling was zowel in als buiten het water bruikbaar.
Vondsten
[bewerken | brontekst bewerken]Vondsten zijn gedaan in Europa (met name Duitsland en Schotland).
Literatuur
- Karl Albert Frickhinger: Fossilien Atlas Fische. Mergus-Verlag, Melle 1999, ISBN 3-88244-018-X.
- Michael J. Benton: Paläontologie der Wirbeltiere. 2007, ISBN 3899370724, S. 80.
- D. Palmer, B. Cox, B. Gardiner, C. Harrison & J.R.G. Savage (2000) - De geïllustreerde encyclopedie van dinosauriërs en prehistorische dieren, Köneman, Keulen. ISBN 3 8290 6747 X
Noten
- ↑ Dipterus. www.prehistoric-wildlife.com. Gearchiveerd op 15 december 2021. Geraadpleegd op 08-01-2022.
- ↑ Mindat.org. www.mindat.org. Geraadpleegd op 08-01-2022.
- ↑ Fossilworks: Dipterus. www.fossilworks.org. Geraadpleegd op 21 januari 2023.
- Dipterus in de Paleobiology Database
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Dipterus op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.