Category:Dutch ergative verbs
Jump to navigation
Jump to search
Newest and oldest pages |
---|
Newest pages ordered by last category link update: |
Oldest pages ordered by last edit: |
Dutch ergative verbs: intransitive verbs that become causatives when used transitively.
Pages in category "Dutch ergative verbs"
The following 174 pages are in this category, out of 174 total.
A
B
D
M
N
O
V
- vastplakken
- veramerikaniseren
- veranderen
- verdierlijken
- verdikken
- verdorren
- verdrinken
- verengelsen
- vergelen
- vergrijzen
- vergroenen
- verharden
- verhelen
- verhevigen
- verjongen
- verkleuteren
- verkoelen
- verkouden
- verlammen
- verlangzamen
- verliggen
- vermeerderen
- vernederlandsen
- verpieteren
- verpretparkiseren
- verslijpen
- versnellen
- versnipperen
- versoepelen
- verspringen
- verstedelijken
- versterken
- verstikken
- vertroebelen
- vervagen
- vervlaamsen
- vervlieten
- vervriezen
- verwaaien
- verwarren
- verwijven
- verzieden
- verzijpen
- verzitten
- verzuipen
- verzuren
- verzwakken
- vooruitgaan