voorhoofd
Dutch
editEtymology
editFrom Middle Dutch vōrehôvet. Equivalent to voor + hoofd.
Pronunciation
editNoun
editvoorhoofd n (plural voorhoofden, diminutive voorhoofdje n)
- forehead (part of face above eyebrows)
From Middle Dutch vōrehôvet. Equivalent to voor + hoofd.
voorhoofd n (plural voorhoofden, diminutive voorhoofdje n)