Nicolaas Beets
Nicolaas Beets | |
---|---|
Portret van Beets deur Thérèse Schwartze (1881) | |
Gebore | 13 September 1814 |
Sterf | 13 Maart 1903 |
Nasionaliteit | Nederland |
Beroep | Skrywer, digter, predikant en hoogleraar |
Handtekening | |
Nicolaas Beets (Haarlem, 13 September 1814 – Utrecht, 13 Maart 1903[1]), ook bekend onder die skuilnaam Hildebrand, was 'n Nederlandse skrywer, digter, predikant en hoogleraar.
Biografie
[wysig | wysig bron]Nicolaas Beets word in Haarlem gebore as die seun van 'n apteker en studeer vanaf 1833 tot 1839 teologie aan die Rijksuniversiteit van Leiden (toe nog bekend as 'n Akademie), waar hy in 1839 promoveer tot doktor in teologie. In sy studentetyd maak hy danksy sy vriend van Engeland, John Ingram Lockhart (1812-1889), kennis met die werk van die Engelse digter Byron, en skryf hy digstukke in dieselfde trant, soos byvoorbeeld 'José' (1834), 'Kuser' (1835) en 'Guy de Vlaming' (1837). Hy was bevriend gewees met Johannes Kneppelhout ('Klikspaan'), Bernard Gewin ('Vlerk') en Johannes Petrus Hasebroek ("Jonathan") saam met wie hy, saam met ander studente, 'n letterkundige klub gevorm het.
In 1840 word Beets beroep tot predikant aan die Nederlandse Hervormde Kerk in Heemstede, waar hy in dieselfde jaar met Aleida van Foreest trou, die suster van sy studentevriend Cornelis van Foreest (1817-1875) en 'n kleindogter van die Leidse hoogleraar en redenaar Johannes van der Palm. Hy het in 1852 in Heemstede saam met sy ouers 'n basisskool opgerig. Dit bestaan vandag nog en heet nou die Nicolaas Beets-skool. In 1854 word hy beroep na Utrecht. Van 1874 tot 1884 was hy hoogleraar in kerkgeskiedenis aan die Rijksuniversiteit Utrecht.
Beets het prosa, poësie, en preke geskryf. Sy bekendste werk is die verhale Camera Obscura wat hy onder die skuilnaam Hildebrand in sy studentetyd geskryf het en waarvan die eerste uitgawe in 1839 verskyn. Hy bly tydens die jare daarna toevoegings tot die werk maak en die werk het eers in 1851 'n definitiewe vorm gekry.
Moontlik sy bekendste gedig is:
De moerbeitoppen ruischten;
God ging voorbij;
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij;
Sprak tot mij in de stille,
De stille nacht;
Gedachten, die mij kwelden,
Vervolgden en onstelden,
Verdreef hij zacht.
Hij liet zijn vrede dalen
Op ziel en zin;
'k Voelde in zijn' vaderarmen
Mij koestren en beschermen,
En sluimerde in.
De morgen, die mij wekte
Begroette ik blij.
Ik had zo zacht geslapen,
En Gij, mijn Schild en Wapen,
Waart nog nabij."
Die Kerkmusikant Willem Vogel het die gedig in 2004 getoonset. Vogel het ook Beets se gedig Het putje van Heiloo getoonset.
Beets sterf op 88-jarige leeftyd in Utrecht aan serebrale bloeding en word begrawe in die Eerste Algemene Begraafplaats Soestbergen. (Sy graf is in 2016 opgeknap en op 10 September dieselfde jaar "onthul".) Die Willem Pompe-instituut, die strafregtelike afdeling van die Fakulteit Regsgeleerdheid, Ekonomie, Administrasie en Organisasie van die Utrecht-universiteit, is in sy huis aan Boothstraat no. 6 (naby die Jans-kerkhof) geleë.
In 1962 is die Hildebrand-monument van die beeldhouer, professor Jan Bronner, in Haarlemmerhout onthul. Nadat die monument verskeie kere erg beskadig is as gevolg van vandalisme is die oorspronklike beelde verwyder. Dit word nou in die beeldetuin van die Museum De Fundatie, kasteel 't Nijenhuis, Heino (Ov.) gehuisves. In 2014 is daar na herstelwerk bronsreplikas in die plek daarvan staan gemaak; die fontein en die omliggende park is ook herstel; en die monument op 13 September 2014 (Beets se 200ste verjaardag) volledig herstel.
Net soos ander predikantsdigters, is Beets ook deur Cornelis Paradijs (Frederik van Eeden) geparodieer in die bundel Grassprietjes of Liederen op het gebied van Deugd, Godsvrucht en Vaderland:
"Maar van allen toch de baas.
Is de groote Nicolaas; -
Wat heeft hij niet saâmgedicht!
Hoeveel harten niet gesticht
Goethe met Homerus samen
Kunnen nooit zijn roem beschamen:
Want hij heeft wat hun ontbrak:
Echte vroomheid ... door zijn vak."
Bron: fragment uit die Predikantelied (hulde aan onzen geestelijken stand) in: Grassprietjes, W. Versluys uitgewery, Amsterdam (1916)
Bibliografie
[wysig | wysig bron]Publikasies met Beets as outeur
[wysig | wysig bron]- 1832 - Het leven is geen kunst, (handgeskrewe) gedigte gedateer 31 Julie 1832. Geen opdrag, aan John Ingram Lockhart? Nie in die versamelde gedigte nie.
- 1834 - Jose. Een Spaansch verhaal
- 1835 - De Masquerade (9 Februari 1835). Een gedicht
- 1836 - Kuser. Een verhaal
- 1837 - Guy de Vlaming. Een verhaal[2]
- 1838 - Spreken. Iets ten voordeel van het Groningsch Instituut voor doof-stommen
- 1838 - N. Anslijn, Nz. Een woord aan allen die den Braven Hendrik gelezen hebben
- 1838 - Gedichten
- 1839 - Rijmbijbel
- 1839 - De Aenea Silvio, qui postea Pius papa secundus, morum mentisque mutationis rationibus (akademiese proefskrif)
- 1839 - Camera Obscura[3]
- 1839 - Aan de Bruid van den Erfprins
- 1840 - Proza en poëzy. Verzameling van verspreide opstellen en verzen
- 1840 - Ada van Holland. Een gedicht
- 1840 - Aan mijn vader , gedicht ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van Beets' vader (in verwerkte vorm in die versamelde gedigte)
- 1842 - Leven en karakter van J.H. van der Palm
- 1843 - De Kruiswoorden. Zeven lijdenspreêken
- 1845 - Een Paaschgezang
- 1845 - Twaalf Preêken
- 1845 - Troost der armen. Een lied in hunne woning op Kersavond 1845
- 1846 - De Christen bij en op het ziekbed. Woorden van bestuur en vermaning in onze dagen
- 1846 - Aan den heer Mr. Isaäc da Costa, op den 25sten verjaardag zijner Echtvereeniging. 11 Juli 1846. Nie in die handel nie.
- 1847 - De herstelde kranke. Woorden van bestuur en vermaning
- 1847 - Christelijke lesjes voor jonge kinderen
- 1847 - Een oud randschrift voor de nieuwe munt
- 1847 - Chronologische kaart voor de geschiedenis van het volk van Israël tot op de verwoesting van Jeruzalem, ten gebruike bij de historische kanonieke en apokrieve Bijbelboeken. Naar de nieuwste Schrijvers opgemaakt
- 1848 - Des Christens schuld aan den Heidens Redevoering uitgesproken te Zeist, in de Broedergemeente
- 1848-1851 - Stichtelijke uren
- 1849 - Achttien Junij 1849. Een woord op den jongsten dank- en bededag, gesproken door een Evangeliedienaar
- 1849 - Herinneringen en indrukken van een kleine uitstap naar Londen in Mei 1847. Brieven aan een vriend
- 1849 - Houdt dat gij hebt. Leerreden over Openbaringen III:11b
- 1850 - Des Heidens loon aan den Christen. Met belangrijke aanteekeningen en bijvoegsels
- 1851 - Het Oranjewater; 11 November 1851
- 1851-1853 - Paulus in de gewichtigste oogenblikken van zijn leven en werkzaamheid voorgesteld
- 1852 - Fantasie en werkelijkheid met betrekking tot het openbaar onderwijs. Openlijk schrijvend aan Dr. H.J. Spijker
- 1854 - Korenbloemen, Nieuwe gedichten
- 1854 - De blijvende Heiland. Afscheidsrede gehouden te Heemstede, op den 25 Mei 1854
- 1854 - Een leeuw op de straten. Zendingsrede, gehouden te Haarlem, 16 Februarij 1854
- 1856 - De bevrijding der slaven. Redevoering, gehouden in de openbare vergadering van de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering van de afschaffing der slaven
- 1856 - Lijden dienstbaar aan eeuwig heil. Vroegpreek, enz.
- 1856 - Verpoozingen op letterkundig gebied
- 1857 - Nieuwe gedichten
- 1858 - Nicolaas Beets,’s Heilands goedkeuring op de Christelijke Zending. Redevoering uitgesproken te Rotterdam 21 Julij 1858, ter gelegenheid der algemeene Vergadering van het Nederlandsch Zendelingen Genootschap
- 1858 - Het volmaakte werk der lijdzaamheid
- 1858-1873 - Verscheidenheden meest op letterkundig gebied. Een tijdschrift op onbepaalde tijden
- 1859 - Kleine verzameling uit de Stichtelijke uren
- 1860 - God ons betrouwen. Woorden gesproken in den Utrechtschen dank- en bedestond van Zondagavond. 25 November 1860
- 1861 - Gesprek met Vondel, naar aanleiding van ’t hem toegedacht standbeeld. Eene voorlezing in de maand Februarij 1861 gehouden
- 1861 - Iona. Overgedrukt uit „de Vereeniging. Christelijke Stemmen.”
- 1863 - Twaalf leerredenen
- 1863 - Verstrooide gedichten uit vroeger en later tijd (1831-1861)
- 1863 - Voor henlieden geen plaats. Leerrede gehouden op den eersten Kerstdag
- 1865 - Aan mijne landgenooten op den 18en Juni 1865
- 1865 - De wandel met God. Leerrede gehouden den zondag na het overlijden van den eerwaarde Jorissen, emeritus predikant te Utrecht
- 1865 - Gods woord waarheid. Leerrede
- 1865 - Laat ons het goede doende niet vertragen. Redevoering uitgesproken te Zeist in de kerk der Evangelistische Broedergemeente, den 27 Julij 1865, den dag der algemeene vergadering der Broedersociëteit tot uitbreiding van het Evangelie onder de heidenen.
- 1867 - De martelaren. Vaderlandsche herinnering aan de hervormde gemeente bij de viering van den gedenkdag der hervorming
- 1867 - Ten dage van den feestelijken optogt van H.H. studenten der Utrechtsche hoogeschool ter viering van haar XLVIe lustrum, 25 Junij 1867. Welkomstgroet enz.
- 1867 - Waakt en bidt. Leerrede over Mattheüs 26:41, ter bevestiging van lidmaten
- 1868 - Een vaderlandsch lied op het veld bij Heiligerlee, vorst en volk toegezongen
- 1868 - Kort begrip der christelijke heilsleer. Leidraad bij de catechisatiën
- 1869 - Feestcantate voor den dag der onthulling van het Nationaal Gedenkteeken voor 1813, 17 november 1869. Tekst van Nicolaas Beets bij muziek van W.F.G. Nicolai (1829 - 1896)
- 1869 - Madelieven. Nieuwe dichtbundel
- 1870 - De kerk op den Vluchtheuvel ingewijd (19 Juni 1870). Een gedicht
- 1870 - Kerkredenen onder den indruk der tijdsomstandigheden uitgesproken
- 1871 - De reizangen in Vondel’s treurspelen, benevens andere opstellen
- 1871 - Een lied op het jaarfeest der Utrechtsche Zendingsvereeniging in April 1871. Uitgegeven ten voordeele der Utrechtsche Zendingsvereeniging
- 1872 - Geschenk aan jonge lidmaten der gemeente van Christus
- 1872 - Lijden op de weg tot heerlijkheid. Kerkrede gehouden op den 2en Paaschdag 1872 voor de hervormde gemeente in de Nicolaï-kerk te Utrecht
- 1873 - Op den dag der bevestiging. Aan jonge lidmaten der gemeente
- 1873 - De onthulling van het monument te Heiligerlee, in tegenwoordigheid van Z.M. den Koning den 23 Mei 1873. Dichtregelen uitgesproken te Winschoten
- 1873-1900 - Dichtwerken. Compleet in chronologische volgorde verzameld
- Hieruit los verschenen:
- Nog eens najaarsbladen. Gemengde gedichten 1880-1884
- Winterloof. Late gedichten. 1884-1887
- Dichtwerken. Deel 4 (1874-1884)
- Nog eens winterloof. Nieuwste gedichten 1887-1892
- Dennennaalden. Laatste gedichten 1892-1900. Met des schrijvers laatste portret en een eigenhandig geschreven gedicht
- Hieruit los verschenen:
- 1873 - Een woord der Schrift over de rijken en armen
- 1873 - Gesprek over letterdieverij, navolging en oorspronkelijkheid en andere opstellen
- 1873 - Eenige opmerkingen met betrekkingen tot de denkbeelden van de dag in de richting van de emancipatie der vrouw
- 1873 - Kerstzegen
- 1873 - Navolgingen van Lord Byron
- 1873 - Te Alkmaar, 8 October 1873. Reevoering ter gelegenheid van de plechtige steenlegging door Z.M. de Koning tot het op te richten gedenkteeken van Alkmaars ontzet 8 October 1873 uitgesproken
- 1874 - Paaschvreugde
- 1874 - Tabitha. Leerrede gesproken te Utrecht, des Zondags na de begrafenis van Mejonkvrouwe Anne Henriëtte Swellengrebel,[4] overleden 30 Mei 1874
- 1875 - De wijsheid, die van boven is. Leerrede over Jacobus III, vers 17. Gehouden te Utrecht in de Domkerk ter opening van het academiejaar 1875-1876
- 1875 - Karakter. Karakterschaarschte, karaktervorming. Redevoering aan de Utrechtsche Hoogeschool, uitgesproken den 16 Maart 1875
- 1875 - Toespraak gehouden den 14en Junij 1875 voor oud-studenten en studenten der Leidsche hoogeschool
- 1875 - Zelfverheerlijking. Leerrede van 28 November 1875. Utrechts gedenkdag van Nederlands verlossing van de Fransche heerschappij. Uitgesproken in de Domkerk
- 1876 - Ter nagedachtenis aan Otto Gerhard Heldring. Uitgegeven ten voordeel der Heldring-Stichtingen te Zetten
- 1877 - Houdt dat gij hebt. Kerkrede op den gedenkdag der Hervorming
- 1878 - Groote mannen en ware grootheid. Redevoering op den gedenkdag der stichting van de Utrechtsche Hoogeschool, 26 Maart 1878
- 1879 - Lectuur voor het ziekvertrek, bijeengebracht uit de „Stichtelijke Uren” en andere geschriften
- 1880 - Uit Nicolaas Beets’ dichtwerken. Een bloemlezing. Naar aanwijzing van den dichter
- 1881 - Dichtwerken. 4e deel. 1e st. (Najaarsbladen, Gemengde gedichten 1874-1880)
- 1882 - Sparsa. Verzameling van verstrooide opstellen en kleine geschriften
- 1882 - Wie moet veranderen?
- 1883 - Orgelinwijding op Paaschmorgen in de Buurkerk (24 maart 1883)
- 1885 - Gedenkboek
- 1885-1902 - Nieuwe verscheidenheden meest op letterkundig gebied
- Hieruit los verschenen:
- Everhardus Johannes Potgieter. Persoonlijke herinneringen
- Hieruit los verschenen:
- 1887 - Hildebrand, Na vijftig jaar. Noodige en overbodige opheldering van de "Camera obscura"
- 1891 - Brokkelvoer van rijmspreuken, oud en jong, ontleend en eigen. Uitgegeven ten behoeve van den bouw eener protestantsche kerk te Valkenburg (L.)
- 1891 - De man van Smarten, de Heer der Heerlijkheid. Door den schrijver van de »Stichtelijke uren.”
- 1900 - Dennenaalden". Laatste dichtbundel, 1892-1900. Genummerde editie met door Beets handgeschreven gedicht.
- 1903-1906 - Al de leerreden. Opnieuw uitgegeven naar de eerste drukken en naar tijdsorde gerangschikt
- 1903 - Verjaardag-album
- 1906 - Gedenkboek. Nieuwe uitgave
- 1906 - Verscheidenheden: De paradijsgeschiedenis en de Nederlandsche dichters. Vondel’s reizangen. Vondel en Rembrandt.
- 1939 - Hildebrand, De familie Kegge.
- 1961 - Hildebrand, Een oude kennis van Teun de Jager. Bezorgd door A.A. Boudens
- 1988 - Hildebrand, De Leydse peuëraar
- 1999 - Hildebrand, Koppermaandag
- 2000 - Hildebrand, Een onaangenaam mensch in den Haarlemmerhout. Ingeleid en toegelicht door Dick Welsink
Publikasies met Beets as vertaler
[wysig | wysig bron]- 1837 - Byron, Parisina en andere gedichten. Uit Engels vertaal deur N. Beets
- 1843 - F. Strauss, Helon’s bedevaart naar Jeruzalem. Uit Hoogduits deur A. Kleyn, gebore Ockerse met 'n voorrede van J.H. van der Palm, en opgehelderde aantekeninge deur J. Clarisse. 2de uitgawe. Die vertaling hersien deur N. Beets
- 1844 - J.A. James, Geschenk van een Christelijken vader aan zijne opwassende kinderen. Na aanleiding van die 14de druk van die Engelse werk vir die Hollandse leser bewerk deur N. Beets
- 1849 - A. Rochat, De Christelijke moeder in den omgang met hare kinderen geschetst. Uit die Frans vertaal met 'n voorwoord oor die skrywer, deur N. Beets
- 1849 - De roem der dagen. Uit die Engels vertaal deur N. Beets
- 1855 - J.A. James, De Christelijke belijder, vertaal deur N. Beets
- 1863 - F. Strauss, De doop in de Jordaan. Een tafereel uit de tweede eeuw der Christelijke kerk. Uit die Hoogduits, deur A. Klein, gebore Ockerse. Die vertaling is hersien deur Nicolaas Beets
- 1867 - Is. Watts, Godsdienstige en zedelijke zangen voor kinderen (na die Engels) deur Nicolaas Beets
Publikasies met Beets as redakteur of samesteller
[wysig | wysig bron]- 1838 - L.(Lieuwe) Schipper, Gedichtjes voor kinderen. Beets redigeer die teks op versoek van die uitgewer (Erven F. Bohn), die brief wat hy aan die outeur geskryf het is as voorwoord in die boek opgeneem.
- 1839 - N. Anslijn: 'Viertal verhandelingen nagelaten door N. Anslijn, Nz., uitgegee deur N. Beets'. Alkmaar, H.J. van Vloten, 1839, VIII , 100p. Inhoud: 1. Elk heeft zijn popje; 2. De gedichtjes van Van Alphen als een zedelijk handboekje voor de jeugd beschouwd; 3. Middelen om den mensch ongelukkig te maken; 4. De natuurlijke historie als een voortreffelijk hulpmiddel bij de opvoeding der jeugd beschouwd. Anslijn, bekend door zijn 'Brave Hendrik', was enige tijd huisonderwijzer in het gezin Beets in Haarlem.
- 1859 - Het huisaltaar. Handboek vir godsdienstige huisgesinne. Saamgestel en uitgegee ten behoewe van die Asyl Steenbeek deur Nicolaas Beets […]
- 1862 - A.C.W. Staring, Gedichten. Ter 3e uitgave nogmaals door wijlen den dichter herzien en met eene inleiding door N. Beets.
- 1870 - Bijbel bevattende al de Canonieke boeken van het Oude&Nieuwe Testament volgens de staten-overzetting, met tweehonderd platen van Gustav Doré, voorzien van een voorbericht en uitgegeven onder toezicht van Nicolaas Beets. Opgedragen aan H.M. de koningin der Nederlanden
- 1870 - Geka [mejuffrouw G. Knutzen], Gezangen. In het licht gegeven door Nicolaas Beets
- 1881-1882 - Constantijn Huygens, Volledige dichtwerken, met aanteekeningen van P. Leendertz Wz. Uitgegeven door de Hollandsche maatschappij van Fraaije Kunsten en Wetenschappen en onder toezicht van N. Beets.
- 1881 - Anna Roemers Visscher, Al de gedichten vroeger bekend en gedrukt of eerst onlangs in handschrift ontdekt naar tijdsorde en in verband met hare levensbijzonderheden, uitgegeven en toegelicht door Nicolaas Beets. Met portretten, plaat en facsimiles.
- 1885 - Tekst- en spreukkalender voor 1886
- 1885-1887 - Beets scheurkalender voor 1885-1887
- 1888 - Spreuk- en tekstkalender voor 1889
- 1904-1907 - Nicolaas Beets scheurkalender 1905-1908
Bronne
[wysig | wysig bron]- Brinkmans Catalogus van Boeken
- Nicolaas Beetsschool
Verwysings
[wysig | wysig bron]- ↑ Overlijdensakte Burgerlijke Stand Utrecht 1903, aktenummer 420
- ↑ Guy de Vlaming by DBNL
- ↑ Camera Obscura by DBNL
- ↑ Eerste besturende zuster van de Diaconessen-inrichting in Utrecht.
Eksterne skakels
[wysig | wysig bron]Wikimedia Commons bevat media in verband met Nicolaas Beets. |
- Leidse tentoonstelling oor Beets
- Profiel by die Universiteit Utrecht
- Afbeelding in die databank van die Nederlandse Taal
- Librivox luisterboek en e-boek Camera Obscura
Hierdie artikel is in sy geheel of gedeeltelik vanuit die Nederlandse Wikipedia vertaal. |