Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijVI. Keulsche Oorlog.Ten deezen tyde, werden de Staaten der Vereenigde Nederlanden, te over belaaden met den oorlog tegen den Spanjaard, nog aangezogt, om zig te steeken, in eenen uitheemschen kryg. Gebhard Truchses, Aartsbisschop van Keulen, verliefd geworden op Agnes, Dogter des Graaven Joan George van Mansfeld, hadt haar, in den aanvang des jaars 1583, ter vrouwe genomen, en sedert gepoogd, zyne waardigheid, onaangezien zyn Huwelyk, te behouden, en den Onroomschen Godsdienst, in zyn Aartsbisdom, in te voeren. Doch 't Kapittel kantte zig hiertegen, en wist, door Parma ondersteund, Ernst, Zoon des Hertogs van Beyeren, tot Aartsbisschop te doen verheffen, dien men, sedert, ook hielp aan de Bisdommen van Luik, Munster en Hildesheim. Midlerwyl, hadt Truchses de wapenen opgevatGa naar voetnoot(s), en den Hertoge Joan Kazimir en den algemeenen Staaten om onderstand aangezogt. Ook werden hem, van wege de Staaten, eenige penningen, manschap en krygsbehoeften beloofd, zo dra Kazimir een Leger te velde gebragt zou hebbenGa naar voetnoot(t). Doch de onderneemingen van den gewezen Aartsbisschop slaagden zo kwalyk, dat hy zig genoodzaakt | |
[pagina 26]
| |
zag, de wyk te neemen naar Holland. De Staaten namen, daarna, een gedeelte van zyn volk in dienstGa naar voetnoot(u). Hy hieldt zyn verblyf te Delft, daar men hem, na, of veelligt al voor de dood des Prinsen van Oranje, de eer deedt van 't wagtwoord by hem te laaten haalen. Ook schynt hy 'er vrydom van eenige lasten te hebben gehad. Daarenboven, leenden de Staaten van Holland, in Hooimaand, hem geld en geloof, om eenige mondbehoeften te koopen en af te zenden naar Rynberk en Urdingen, welke Steden nog voor hem hieldenGa naar voetnoot(v). Vervolgens, liet men zig nog verder met hem in, gelyk wy, hierna, staan te melden. Ga naar margenoot+ De Wethouders van eenige Steden en de Staaten van Holland zelven hadden, in deezen jaare, wederom eenige moeilykheid, met sommige Predikanten. Jan Pieterszoon, Predikant in den Haage, hadt, eenigen tyd herwaards, met zynen amptgenoot, Hieronimus Hortensius, Zoon van Lambert, voorheen Rektor te Naarden, over hoop gelegen. Hortensius stelde, naar 't oordeel van Pieterszoon, de waarde der goede werken te hoog, en zou geleerd hebben, dat God eenen, die voortging in 't zondigen, het eeuwig leeven niet geeven kon, al wilde hy schoon. Elk hadt zynen aanhang, en de twist liep zo hoog, dat men 'er geen slissen aan wist, dan door het plaatsen van Pieterszoon te Kastrikom, en van Hortensius te Wassenaar, waar- | |
[pagina 27]
| |
na men andere Leeraars, in hunne stede, beriepGa naar voetnoot(w). Te Medenblik, was ook een hevige Kerktwist ontstaan. De Predikant Juriaan Henrikszoon, voor zwaarer onheil bedugt, hadt zyn afscheid genomen van de Gemeente. Sonoi zondt toen eenen anderen Leeraar derwaards, die te Heerentals gestaan hadt. Doch de Magistraat weigerde hem te ontvangen, en verwierf, dat der Gemeente Petrus Hakkius van Leiden, voor den tyd van vier maanden, geleend werdt. Een stout Prediker was deeze, hebbende hy zig niet ontzien, tegen het laatste Huwelyk van den overleeden' Prinse, uit te vaaren, en deszelfs ongelukkigen dood aan te merken, als eene Hemelsche straf over de praal, vertoond ter gelegenheid van den plegtigen Doop zyns jongsten ZoonsGa naar voetnoot(x). Men bragt hem egter op stoel te Medenblik, tegen den zin des Kerkenraads en van Sonoi, die den Hopman der bezettinge last gaf, om Hakkius te doen weeren. De onlust, die hieruit ontstondt, werdt niet gestild, voor dat Sonoi, op bevel van Graave Maurits en den Raad van Staate, honderd knegten in Medenblik bragt, die den Leeraar aanpakten, en vertrekken deeden. De Slotvoogd, Ryswyk, en de Burgemeesters vielen toen den Staaten klagtig, over 't schenden hunner agtbaarheid. Doch de Staaten hielden, in dit geval, Sonoi de hand boven 't hoofd. Men vindt egter niet aangetekend, hoe de twist | |
[pagina 28]
| |
bygelegd werdtGa naar voetnoot(y). Petrus Dathenus en nogGa naar margenoot+ een Leeraar, na 't overgaan van Gend, herwaards geweeken zynde, hadden zig verstout, de eerste buiten Gouda, de andere te Leiden, te prediken tegen den handel met Frankryk, en tot lof van den Prinse van Parma. De Staaten, dit vernomen hebbende, schreeven den Wethouderen der Steden ernstelyk aan, dat zy geene Predikanten, uit Gend of Brugge komende, zouden hebben te ontvangen, dan met bewilliging der Staaten. Voorts, gaven zy den Advokaat Fiskaal bevel, om Dathenus van Gouda naar den Haage te brengen. Doch deeze, hiervan, naar 't schynt, de lugt gekreegen hebbende, was geweeken naar Viane, meenende, veelligt, aldaar veilig te zullen zyn. Hy werdt 'er egter aangevatGa naar voetnoot(z), en, by handtasting, ontslaagen zynde, andermaal gegreepen, te Vreeswyk aan de Vaart. Men bragt hem, eerlang, naar Utrecht, daar hy, eenigen tyd, op Haazenberg zat; doch in Wintermaand onder borgtogt geslaakt werdt. Sedert, niet beschuldigd wordende, ontsloeg het Geregt van Utrecht hem van den borgtogt: waarop, hy, deeze Landen verlaatende, met der woon vertrok naar Elbing, daar hy overleeden isGa naar voetnoot(a). Men bedient zig nog van zyne beryming der Psalmen, in de Hervormde Kerken deezer Landen. | |
[pagina 29]
| |
Ten deezen tyde, raakten ook eenige Priesters in hegtenis, om het prediken enGa naar margenoot+ oefenen van den Roomschen Godsdienst. Onder anderen werdt, te Haarlem, gevat Meester Henrik Talesius, en, op uitdruklyken last der Staaten, gebragt op de Voorpoorte van den Hove in den Haage. De Wethouders van Haarlem, dugtende, dat dit vervoeren strekken mogt tot krenking van de Privilegien der Stede, begeerden, dat de gevangen te rug gezonden werdt, om voor Schepenen gevonnist te worden. Doch de Staaten begreepen, dat die Privilegien alleenlyk zagen op geschillen, welken de burgers onderling hadden, niet op zaaken, die, gelyk deeze, den gemeenen Landstand betroffen. Talesius werdt egter geslaakt, na eenige maanden zittens; doch kreeg bevel, om zig buiten Haarlem te houden, en de Plakaaten, op 't stuk van den Godsdienst gemaakt, naar te komen. Ook moest hy de kosten der gevangenisse voldoen. Zyn Vonnis was door de Gekommitteerde Raaden geveldGa naar voetnoot(b). Doch daarna werdt hy, mids den eed van getrouwheid en gehoorzaamheid doende, wederom in Haarlem toegelaatenGa naar voetnoot(c). |
|