Jan Tinbergen werd op 12 april 1903 geboren in Den Haag, waar hij zijn jeugd doorbracht. Hij volgt er de HBS, waar hij zijn latere vrouw Tine de Wit ontmoette. In 1921 ging hij wis- en natuurkunde studeren aan de Universiteit van Leiden;  Paul Ehrenfest werd zijn mentor. Tinbergen schreef later veel gehad te hebben aan discussies met Ehrenfest, Kamerlingh Onnes, Lorentz, Zeeman en Einstein: ‘als je als student in handen bent van zulke leermeesters mag je je gelukkig prijzen’.

In 1925 studeerde Tinbergen af. Hij vervulde zijn vervangende dienstplicht op de administratie van de gevangenis in Rotterdam en op het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Den Haag. In 1929 promoveerde hij in de natuurkunde op een proefschrift getiteld Minimumproblemen in de natuurkunde en ekonomie. De titel maakt al duidelijk dat zijn interesse niet meer alleen bij de natuurkunde lag.

Tinbergen ging werken als hoofd van de nieuwe afdeling Conjunctuuronderzoek en wiskundige statistiek van het CBS. Hier hield hij zich bezig met het onderzoek naar wiskundige en statistische methoden in het maken van conjunctuurmodellen. Daarnaast was hij vanaf 1931 werkzaam als docent statistiek aan de Universiteit van Amsterdam; in 1933 volgde een aanstelling als buitengewoon hoogleraar in de statistiek en hogere wiskunde aan de Nederlandsche Handels-hoogeschool.

Tinbergen was in 1931 medeoprichter van de Econometric Society, samen met Ragnar Frisch en enkele anderen. De vereniging had tot doel economische problemen te bestuderen met behulp van statistische methoden. Voor Tinbergen was de econometrie nooit een doel op zich, maar een hulpmiddel om de economische werkelijkheid in kaart te brengen. In 1934 werkte hij mee aan het Plan van de Arbeid van de SDAP, waarvan hij sinds 1923 lid was. De bedoeling van dit plan was het bestrijden van de crisis door grootscheeps te investeren in de industrie,de handelsvloot, stadsvernieuwing en openbare werken zoals verbetering van het wegennet. Het plan werd echter afgewezen door de andere partijen.

Enkele jaren later werkte Tinbergen tijdelijk als adviseur voor het Economic Intelligence Service van de Volkenbond. In 1936 publiceerde hij het eerste macro-economische model van Nederland. Tijdens de oorlogsjaren hield hij zich met enkele Leidse hoogleraren bezig met de vraag hoe Nederland er na de oorlog uit moest gaan zien. Hij werd de eerste directeur van het in 1945 opgerichte Centraal Planbureau.

Tien jaar later verliet hij het CBS om zich weer op het onderwijs te richten. Eerst was hij een jaar gasthoogleraar aan Harvard University; na terugkomst in Nederland keerde hij terug naar de Nederlandsche Economische Hogeschool (de opvolger van de Nederlandsche Handels-hoogeschool). Daar doceerde hij ontwikkelingseconomie. Bovendien werd hij steeds vaker gevraagd als adviseur, bijvoorbeeld door de regeringen van Indonesië en Suriname.

Van 1966 tot 1972 was Tinbergen verbonden aan een commissie van de Verenigde Naties die een internationale ontwikkelingsstrategie moest opstellen. In het plan dat door de commissie geformuleerd werd, stond onder andere dat werkgelegenheid gecreëerd moest worden in de landbouw en bouw, dat ontwikkelingslanden meer moesten samenwerken en dat rijke landen één procent van hun bruto nationaal produkt aan ontwikkelingshulp moesten spenderen. Het voorstel werd weggestemd. Voor de Club van Rome schreef hij mee aan een rapport over een rechtvaardiger wereldorde. Die nieuwe orde zou gebaseerd moeten zijn op samenwerking, en het plan voorzag in de oprichting van een wereldregering.

In 1969 ontving Tinbergen, samen met Ragnar Frisch, de eerste Nobelprijs voor economie voor zijn onderzoek naar en ontwikkeling van kwantitatieve modellen in de economie. Hij overleed in 1994.

Literatuur

Jan Tinbergen: de eerste Nobelprijswinnaar economie / E. van Rompuy. - Antwerpen, Utrecht: De Nederlandsche boekhandel, 1974. - 95 p.  

Een wereld van verschil: het leven en werk van de econoom Jan Tinbergen / J.M.M. Duyf (samenst.). - [Rotterdam: Tinbergen instituut], 1993. – 33 p., ill.

Een wereld van verschil: het leven en werk van de econoom Jan Tinbergen / J.M.M. Duyf. - Rotterdam: Tinbergen Instituut, 1993. – 33 p., ill. 

‘Het verwerkelijken van wereldsolidariteit’: de theorie van het optimale beslissingsniveau / Jan Tinbergen. Met commentaar van dr. Michiel A. Keyzer. - Utrecht: Universiteit Utrecht, 1991. – 25 p. (Mei-lezing 1991)