NL8503178A - Inrichting voor het doseren van componenten van een vloeibare samenstelling, in het bijzonder verf. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het doseren van componenten van een vloeibare samenstelling/ in het bijzonder verf.

855073/Iem/cd

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het doseren van componenten van een vloeibare samenstelling/ in het bijzonder verf, omvattende een aantal in een kring opgestelde, naar het centrum van de kring verplaatsbare doseerkleppen 5 die elk verbonden zijn met een leiding voor het toevoeren van de betreffende component, verplaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van elk van de doseerkleppen vanuit de kring naar het centrum van de kring en terug, alsmede een ter plaatse van het centrum van de kring opgestelde bedieningsinrichting voor het 10 bedienen van een in het centrum geplaatste klep.

Een dergelijke inrichting is bekend. Bij deze bekende inrichting is elke doseerklep gemonteerd op een einde van een stijve toevoerpijp, die op afstand van de klep scharnierend is opgehangen in een ringvormige drager. Het andere einde van 15 de toevoerpijp is via een flexiebele toevoerleiding verbonden met een voorraadvat voor één van de componenten. Elke klep is gekoppeld met een zuiger-cilindercombinatie, die anderzijds verbonden is met het gestel van de drager, een en ander zodanig dat door middel van de zuiger-cilindercombinatie de klep 2Q vanuit de door de doseerkleppen gevormde kring, om het scharnierpunt van de stijve toevoerpijp draaiend, naar het centrum van de kring verplaatst kan worden en terug. Een in het centrum geplaatste klep kan door een bedieningsorgaan bedierü worden voor het afgeven van een bepaalde hoeveelheid van een van de 25 componenten.

De bekende inrichting heeft een aantal bezwaren. De inrichting is gecompliceerd en daardoor kostbaar doordat elke doseerklep afzonderlijk voorzien is van een verplaatsingsor-gaan in de vorm van een zuiger-cilindercombinatie. Bovendien 3Q zijn in de bekende inrichting geen voorzieningen aanwezig voor het machinaal reinigen van het uitwendige van de doseerklep. Alleen een handmatige reiniging is mogelijk, ofwel nadat de kleppen in situ daartoe toegankelijk zijn gemaakt door verwijdering van een onder de kleppen aangebrachte ringvormig druppel-35 opvangdeksel, ofwel nadat elke doseerklep afzonderlijk naar binnen is gezwenkt tot boven een centrale opening in het ring- .» » »» ·5 ·· * ** -2- 4 Λ» ι vormig druppelopvangdeksel.

De uitvinding heeft allereerst tot doel een doseerin-richting te verschaffen met een eenvoudige konstruktie, die volgens een tweede doel van de uitvinding doeltreffend en op 5 een eenvoudige wijze machinaal gereinigd kan worden.

Het eerstgenoemde doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een inrichting van het bovengenoemde type welke tot kenmerk heeft dat de doseerkleppen losneembaar op een vaste ringvormige houder zijn bevestigd en de verplaatsingsmiddelen 10 tenminste bestaan uit een binnen de vaste ringvormige houder, om een met de hartlijn van de ringvormige houder samenvallende as draaibare houder, waarop een beweegbaar verplaatsingsorgaan is aangebracht, waarmee de doseerklep vanaf de ringvormige houder naar het centrum van de ringvormige houder verplaatst 15 kan worden en terug.

Door deze konstruktie is slechts êén verplaatsingsorgaan nodig, dat door middel van de draaibare houder tegenover elk van de doseerkleppen geplaatst en daarmee in aangrijping gebracht kan worden. Bovendien kan de bevestiging van de doseer-20 kleppen op de ringvormige houder eenvoudig uitgevoerd zijn, zonder draaiende delen.

Bij voorkeur omvat de draaibare houder een zich radiaal tot nabij de vaste ringvormige houder uitstrekkende arm waarover het verplaatsingsorgaan in radiale richting beweegbaar 25 is, zodat de konstruktie van de verplaatsingsmiddelen zeer eenvoudig is.

Doelmatig is op de draaibare houder tevens een reini-gingsorgaan voor de doseerklep aangebracht. Hierdoor is ook slechts een reinigingsorgaan nodig dat achtereenvolgens langs 30 alle doseerkleppen geleid kan worden om na een bepaalde periode alle kleppen te reinigen, waarbij het niet nodig is om de inrichting gedeeltelijk te demonteren of de kleppen te verplaatsen.

Het reinigingsorgaan is bij voorkeur in vertikale rich-35 ting beweegbaar ten opzichte van de draaibare houder en kan tegen de onderzijde van een te reinigen doseerklep verplaatst worden, zodat een reiniging beperkt kan worden tot die plaatsen waar een reiniging noodzakelijk is.

Daarbij is doelmatig de vorm van de bovenzijde van het $ ~f« 1 1 7 8

'A

-3- reinigingsorgaan aangepast aan de vorm van de onderzijde van de doseerkleppen.

In een praktische uitvoeringsvorm omvat het reinigings-orgaan een tegen de onderzijde van de doseerkleppen te plaat-5 sen opvangtrechter waarin tenminste één omhoog gerichte spuitkop is aangebracht, waarbij elke spuitkop is aangesloten op een leiding voor het toevoeren van een vloeibaar reinigingsmiddel al af niet samen met druklucht, en de opvangtrechter is voorzien van een afvoeropening.

10 Om het reinigingsorgaan min of meer onafhankelijk te kunnen laten werken, is het reinigingsorgaan gezien in het vlak van rotatie van de draaibare houder, in tangentiele richting onder een hoek ten opzichte van het verplaatsingsorgaan geplaatst.

15 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening, waarin: figuur 1 een vereenvoudigde weergave is van de doseer-inrichting volgens de uitvinding, en 20 figuur 2 een weergave op vergrote schaal is van detail II van figuur 1.

De in figuur 1 weergegeven doseerinrichting omvat een gestel 1 waaraan een ringvormige houder 2 voor een aantal do-seerkleppen^is gemonteerd. De ringvormige houder 2 is vast 25 opgesteld. De doseerkleppen 3 zijn losneembaar op de vaste houder 2 bevestigd en staan in een kring opgesteld. Elke do-seerklep 3 is aangesloten op een flexi-bele leiding 4 voor het toevoeren van de te doseren component. De leiding bestaat in dit geval uit twee flexi-bele slangen die zijn aangesloten op 3Q een niet weergegeven pomp.

Binnen de ringvormige vaste houder 2 is een ten opzichte van het gestel 1 draaibare houder 5 opgesteld. De draaiïngs-as van de draaibare houder 5 valt samen met de hartlijn van de vaste houder 2. De draaibare houder 5 is bevestigd op een 35 holle aandrijfas 7 die draaibaar in het gestel 1 is gemonteerd door middel van een lager 8 en die kan worden aangedreven door een motor 9 via een overbrenging 10.

De draaibare houder 5 omvat een zich radiaal tot nabij de vaste ringvormige houder 2 uitstrekkende arm 11 waarover een 40 in radiale richting beweegbaar verplaatsingsorgaan 12 is aange- J* -' * a*· i -*! -** i m -4- l v bracht. Dit verplaatsingsorgaan.. 12 kan tegenover een doseer- , deze klep geplaatst worden, doseerklep vastgrijpen en naar het centrum van de ringvormige houder 2 verplaatsen. Het verplaat-singsorgaan 12 is daartoe uitgerust met een grijporgaan 13 dat 5 de doseerklep 3 kan vastgrijpen en dat bediend wordt door bijvoorbeeld een hydraulische of pneumatische cilinder 14.

Ter plaatse van het centrum van de vaste houder 2 is een bedieningsinrichting 16 voor het bedienen van een in het centrum geplaatste doseerklep aangebracht. Deze inrichting die bijvoor-10 beeld wordt aangedreven door een op het gestel 1 gemonteerde hydraulische of pneumatische cilinder 17, opent en sluit de doseerklep-voor het afgeven van een bepaalde hoeveelheid van een component van de samenstelling aan een onder de doseerklep geplaatst vat 18. Het vat 18 . staat in figuur 1 op een weeg-15 schaal 19.

De werking van het geheel is in het kort als volgt. Wanneer een bepaalde component van de samenstelling gedoseerd moet worden, wordt het verplaatsingsorgaan door middel van. de draaibare houder 5 tegenover de betreffende doseerklep 3 ge-2Q plaatst. Het verplaatsingsorgaan 12 grijpt de doseerklep vast en brengt deze naar het centrum van de ringvormige houder tot onder de bedieningsinrichting 16 en boven het vat-18. De klep wordt vervolgens door de bedieningsinrichting geopend en gesloten, zodat een bepaalde hoeveelheid van de component in het 25 vat 18 wordt gebracht, waarna de doseerklep weer naar zijn positie op de vaste houder 2 wordt gebracht. Daarna kan het verplaatsingsorgaan 12 naar een volgende doseerklep gedraaid worden voor het doseren van de volgende component.

Uit het bovenstaande blijkt dat de verplaatsingsmiddelen 30 voor het verplaatsen van de doseerkleppen vanaf de vaste houder naar het centrum van de houder en terug betrekkelijk eenvoudig zijn en slechts ëën verplaatsingsorgaan omvatten, dat voor alle doseerkleppen gebruikt kan worden.

Tijdens het bedrijf van de inrichting is het noodzakelijk 35 dat de onderzijde van de doseerkleppen regelmatig gereinigd wordt,

Op de draaibare houder 5 is daartoe naast het verplaatsingsorgaan 12 tevens een reinigingsorgaan 20 gemonteerd voor het reinigen van de buitenzijde, in het bijzonder de onderzijde 40 van de doseerkleppen 3. Dit reinigingsorgaan kan eveneens tegen- .-, .¾ ** .3 —f /·*, " - c i / <5 .......

-5- » ...........

over elk van de doseerkleppen 3 geplaatst worden voor de reiniging ervan,

Het reinigingsorgaan dat in figuur 2 op vergrote schaal is weergegeven, omvat een opvangtrechter 21 die is verbonden 5 met een arm 22. Deze arm 22 is ter plaatse van een scharnierpunt 23 scharnierend met een tweede arm 24 van de draaibare houder 5 verbonden, waardoor de arm 22 zwenkbaar is in een vertikaal vlak. De vertikale zwenkbeweging kan worden bewerkstelligd door een eveneens op de arm 24 van de draaibare houder 105 gemonteerde bedieningscilinder 25, waarvan de zuigerstang ter plaatse van het scharnierpunt 26, scharnierend met de arm 22 is verbonden.

De vorm van de bovenzijde van de opvangtrechter is zodanig dat in de werkstand van het reinigingsorgaan 20 (in 15 figuur 2 aangegeven met getrokken lijnen) de opvangtrechter aansluit op de onderzijde van een te reinigen doseerklep 3.

In de opvangtrechter 21 zijn een of meer spuitkoppen 27 aangebracht die omhoog gericht staan en in de werkstand van het reinigingsorgaan tegenover de uitstroomtuit of uitstroom-20 tuiten 28 van de doseerklep 3 liggen. De spuitkoppen 27 zijn aangesloten op een toevoerleiding 29 voor het toevoeren van . een vloeibaar reinigingsmiddel, bijvoorbeeld watei; al of niet samen met druklucht.

Tijdens het reinigen wordt het reinigingsmiddel met kracht tegen de onderzijde van de doseerklep 3 gespoten, waar-25 door een grondige reiniging plaatsvindt.

De opvangtrechter is aan de onderzijde voorzien van een afvoeropening 30 voor het afvoeren van vervuild reinigingsmiddel. Het reinigingsmiddel kan verder worden afgevoerd via een in de beschermkap 31 van de doseerinrichting gevormde goot 32 3Q of via een op de aanvoeropening aangesloten afvoerslang.

Het reinigingsorgaan 2Q kan door het draaien van de draaibare houder 5 onder alle doseerkleppen geplaatst worden, zodat ook slechts ëén reinigingsorgaan nodig is.

Het reinigingsorgaan 20 kan, gezien in het rotatievlak 35 van de draaibare houder 5, in tangentiële richting onder een hoek ten opzichte van het verplaatsingsorgaan zijn aangebracht.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is deze hoek 180°, zodat het reinigingsorgaan 20 en het verplaatsingsorgaan 12 diametraal tegenover elkaar op de draaibare houder 5 zijn ge-40 legen. - Conclusies - -1 2 -r*

Claims (10)

1. Inrichting voor het doseren van componenten van een vloeibare samenstelling, in het bijzonder verf, omvattende een aantal in een kring opgestelde naar het centrum van de kring verplaatsbare doseerkleppendie elk verbonden zijn met een 5 leiding voor het toevoeren van de betreffende component, ver-plaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van elk van de doseer-kleppen vanuit de kring naar het centrum van de kring en terug, alsmede een ter plaatse van het centrum van de kring opgestelde bedieningsinrichting voor het bedienen van een in het 10 centrum geplaatste klep, met het kenmerk, dat de doseerkleppen (3) losneembaar op een vaste ringvormige houder (2) zijn bevestigd en de verplaatsingsmiddelen tenminste bestaan uit een binnen de vaste ringvormige houder (2), om een met de hartlijn (6) van de ringvormige houder (2) samenvallende as draaibare 15 houder (5), waarop een beweegbaar verplaatsingsorgaan (12) is aangebracht, waarmee de doseerklep (3) vanaf de ringvormige houder (2) naar het centrum van de ringvormige houder verplaatst kan worden en terug.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 20 de draaibare houder (5)een zich radiaal tot nabij de vaste ringvormige houder (2) uitstrekkende arm omvat waarover het verplaatsingsorgaan (12).. in radiale richting beweegbaar is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke doseerklep (3) is aangesloten op een flexi-.bele 25 leiding (4) voor de toevoer van de te doseren component.

4. Inrichting volgens êén der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat op de draaibare houder (5) tevens een reini-gingsorgaan (20) voor de doseerklep is aangebracht,

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat 30 het reinigingsorgaan (20) in vertikale richting beweegbaar is ten opzichte van de draaibare houder en tegen de onderzijde van elk van de doseerkleppen geplaatst kan worden.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de vorm van de bovenzijde van het reinigingsorgaan (20). is 35 aangepast aan de vorm van de onderzijde van de doseerkleppen ..-<· ·· λ .· - 0 , r ^ ................... ίΛ;±,: · * -7- (3).

7. Inrichting volgens één der conclusies 2 tot 6, met het kenmerk, dat het reinigingsorgaan (20) een tegen de onderzijde van de doseerkleppen (3) te plaatsen opvangtrechter (21) omvat en tenminste één daarin aangebracht, omhooggerichte 5 spuitkop (27).

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elke spuitkop is aangesloten op een leiding (29) voor het toevoeren ·een vloeibaar reinigingsmiddel al of niet samen met druklucht.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het ken-lOmerk, dat de onderzijde van de opvangtrechter (21) is voorzien van een afvoeropening (30).

10. Inrichting volgens ëën der conclusies 4 tot 9, met het kenmerk, dat het reinigingsorgaan (201 gezien in het vlak van rotatie van de draaibare houder (5) in tangentiële rich- 15 ting onder een hoek ten opzichte van het verplaatsingsorgaan -(12) is geplaatst. • ' '7 3