NL2020878B1

NL2020878B1 - Device for dispensing a carbonated liquid

Info

Publication number: NL2020878B1
Application number: NL2020878A
Authority: NL
Inventors: Gerardus Antonius Schets Johannes
Original assignee: Quooker Int B V
Priority date: 2018-05-03
Filing date: 2018-05-03
Publication date: 2019-11-12
Also published as: DE202019102473U1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof, omvattende: 5 een behuizing, een inlaat in de behuizing voor het toevoeren van een vloeistof, een in de behuizing aangebrachte carbonisator ingericht voor het inbrengen van koolzuur in de vloeistof, een uitlaat in de behuizing voor het afgeven van de koolzuurhoudende vloeistof, 10 een uitwisselbare COZ-houder voor het houden van koolzuur, en een verbindingsslang voor het verbinden van de COZ-houder metde carbonisator, met het kenmerk, datde inrichting een haakelement omvat, dat is ingericht om de COZ-houder Iosneembaar op te hangen aan de behuizing. 15The invention relates to a device for dispensing a carbonated liquid, comprising: a housing, an inlet in the housing for supplying a liquid, a carbonizer arranged in the housing adapted for introducing carbonic acid into the liquid, a outlet in the housing for dispensing the carbonated liquid, an exchangeable CO2 container for holding carbon dioxide, and a connecting hose for connecting the CO2 container to the carbonizer, characterized in that the device comprises a hook element, which is arranged to releasably mount the COZ holder on the housing. 15

Description

B67D 1/00 (2018.01) B01F 13/00 (2019.01) B01F 3/04 (2019.01) B67D 1/04 (2019.01) B67D 1/08 (2019.01) (© Afsplitsing van aanvraag , ingediend @ Voorrang:B67D 1/00 (2018.01) B01F 13/00 (2019.01) B01F 3/04 (2019.01) B67D 1/04 (2019.01) B67D 1/08 (2019.01) (© Division of application, submitted @ Priority:

Aanvraag ingeschreven: 12 november 2019 (43) Aanvraag gepubliceerd:Application registered: November 12, 2019 (43) Application published:

47) Octrooi verleend:47) Patent granted:

november 2019 © Octrooischrift uitgegeven:November 2019 © Patent issued:

november 2019 © Octrooihouder(s):November 2019 © Patent holder (s):

Quooker International B.V. te RIDDERKERK © Uitvinder(s):Quooker International B.V. in KNIGHT CHURCH © Inventor (s):

Johannes Gerardus Antonius Schets te PRINSENBEEK © Gemachtigde:Johannes Gerardus Antonius Schets in PRINSENBEEK © Authorized representative:

Ir. J.C. Volmer c.s. te RijswijkIr. J.C. Volmer et al. In Rijswijk

54) Inrichting voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof54) Device for dispensing a carbonated liquid

5^ De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof, omvattende:The invention relates to a device for dispensing a carbonated liquid, comprising:

een behuizing, een inlaat in de behuizing voor het toevoeren van een vloeistof, een in de behuizing aangebrachte carbonisator ingericht voor het inbrengen van koolzuur in de vloeistof, een uitlaat in de behuizing voor het afgeven van de koolzuurhoudende vloeistof, een uitwisselbare CO2-houder voor het houden van koolzuur, en een verbindingsslang voor het verbinden van de CO2-houder met de carbonisator, met het kenmerk, dat de inrichting een haakelement omvat, dat is ingericht om de CO2-houder losneembaar op te hangen aan de behuizing.a housing, an inlet in the housing for supplying a liquid, a carbonizer arranged in the housing adapted for introducing carbon dioxide into the liquid, an outlet in the housing for discharging the carbonated liquid, an exchangeable CO2 container for keeping carbon dioxide, and a connecting hose for connecting the CO2 container to the carbonizer, characterized in that the device comprises a hook element which is adapted to detachably hang the CO2 container on the housing.

NL B1 2020878NL B1 2020878

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.This patent has been granted regardless of the attached result of the research into the state of the art and written opinion. The patent corresponds to the documents originally submitted.

P33566NL00/MVMP33566NL00 / MVM

Inrichting voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistofDevice for dispensing a carbonated liquid

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof, in het bijzonder koolzuurhoudend water.The invention relates to a device for dispensing a carbonated liquid, in particular carbonated water.

De inrichting is ingericht voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof voor consumptie, en daarom bijvoorbeeld geschikt voor huishoudelijk gebruik.The device is arranged for dispensing a carbonated liquid for consumption, and therefore suitable for domestic use, for example.

In een bekende uitvoeringsvorm van een dergelijke inrichting zijn de verschillende onderdelen van de inrichting in een behuizing voorzien. De inrichting omvat een uitwisselbare CC>2-houder waarin zich CO2 bevindt die in de vloeistof kan worden ingebracht. De CC>2-houder is in de behuizing geplaatst. De behuizing omvat veelal tevens een koelinrichting voor het af te geven koolzuurhoudende vloeistof. Om de CO2-houder uit te wisselen dient de behuizing te worden geopend door middel van een daarvoor voorziene klep in de behuizing. Deze klep kan zich aan de voorkant van de behuizing bevinden. Andere bekende uitvoeringsvormen van inrichtingen voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof, in het bijzonder koolzuurhoudend water zijn voorzien van CO2-houders die naast de behuizing staan en daarmee via een of andere vaste verbinding, bijvoorbeeld een beugel of klittenband, zijn verbonden. Ook zijn er inrichtingen waarbij de CO2-houder los staat van de behuizing en via een flexibele slang gekoppeld is met de inrichting.In a known embodiment of such a device, the various parts of the device are provided in a housing. The device comprises an exchangeable CC> 2 container in which there is CO2 that can be introduced into the liquid. The CC> 2 holder is placed in the housing. The housing often also comprises a cooling device for the carbonated liquid to be dispensed. To exchange the CO2 holder, the housing must be opened by means of a flap provided in the housing. This valve can be located on the front of the housing. Other known embodiments of devices for dispensing a carbonated liquid, in particular carbonated water, are provided with CO2 containers which are located next to the housing and are connected thereto via some fixed connection, for example a bracket or Velcro. There are also devices in which the CO2 holder is separate from the housing and is coupled to the device via a flexible hose.

De eerste twee uitvoeringsvormen, met een vaste positie van de CO2-houder ten opzichte van de behuizing, beperken de plaatsingsvrijheid van de inrichting in de veelal beperkte ruimte onder het aanrecht. Bovendien is de behuizing van de eerste uitvoeringsvorm groter omdat de CO2-houder in de behuizing is opgenomen. De variant met de losstaande CO2houder vertoont het nadeel dat de fles niet verankerd is, wat tot verschuiven en omvallen van de CO2-houder kan leiden.The first two embodiments, with a fixed position of the CO2 container relative to the housing, limit the freedom of placement of the device in the often limited space under the counter. Moreover, the housing of the first embodiment is larger because the CO2 container is included in the housing. The variant with the detached CO2 holder has the disadvantage that the bottle is not anchored, which can lead to the CO2 holder moving and falling over.

De uitvinding heeft als doel een inrichting voor het afgeven van koolzuurhoudende vloeistof te verschaffen die een of meer van de bovengenoemde nadelen wegneemt, of tenminste om een verbeterde inrichting te verschaffen.The invention has for its object to provide a device for dispensing carbonated liquid which overcomes one or more of the above-mentioned disadvantages, or at least to provide an improved device.

De uitvinding verschaft een inrichting voor het afgeven van koolzuurhoudende vloeistof, omvattende:The invention provides a device for dispensing carbonated liquid, comprising:

een behuizing, een inlaat in de behuizing voor het toevoeren van een vloeistof, een in de behuizing aangebrachte carbonisator ingericht voor het inbrengen van koolzuur in de vloeistof, een uitlaat in de behuizing voor het afgeven van de koolzuurhoudende vloeistof, een uitwisselbare CCk-houder voor het houden van koolzuur, en een verbindingsslang voor het verbinden van de CCb-houder met de carbonisator, met het kenmerk, dat de inrichting een haakelement omvat, dat is ingericht om de CCk-houder losneembaar op te hangen aan de behuizing.a housing, an inlet in the housing for supplying a liquid, a carbonizer arranged in the housing adapted for introducing carbon dioxide into the liquid, an outlet in the housing for dispensing the carbonated liquid, an exchangeable CCk container for keeping carbon dioxide, and a connecting hose for connecting the CCb holder to the carbonizer, characterized in that the device comprises a hook element which is adapted to releasably hang the CCk holder on the housing.

Volgens de uitvinding wordt de combinatie van CO2-houder en haakelement aan de behuizing opgehangen in plaats van in de behuizing geplaatst of daarmee vast verbonden. Een voordeel hiervan is dat de CCk-houder eenvoudig toegankelijk is voor het uitwisselen ervan door het haakelement met de hand in één beweging los te nemen van de behuizing. Bovendien kan de behuizing kleiner worden uitgevoerd omdat de CO2-houder niet meer in de behuizing is geplaatst, wat de plaatsingsmogelijkheden onder het aanrecht verruimt.According to the invention, the combination of CO2 holder and hook element is suspended from the housing instead of being placed in or fixedly connected to the housing. An advantage hereof is that the CCk holder is easily accessible for exchanging it by manually detaching the hook element from the housing in one movement. Moreover, the housing can be made smaller because the CO2 holder is no longer placed in the housing, which increases the placement options under the counter.

De CO2-houder is een fles of patroon die/dat is gevuld met CO2 onder hoge druk. Deze dient regelmatig verwisseld te worden. Door de inrichting volgens de uitvinding is dit nu makkelijker voor de gebruiker. Voor het uitwisselen kan de gebruiker het haakelement met de te verwisselen CC>2-houder van de behuizing afnemen om deze in een gewenste positie en oriëntatie te brengen voor het van het haakelement loskoppelen, bijvoorbeeld door afschroeven, van de CCk-houder en het plaatsen van een nieuwe CO2-houder, bijvoorbeeld door deze in het haakelement te schroeven. Nadat de CO2-houder aan het haakelement is gekoppeld kan deze worden opgehangen aan de behuizing.The CO2 container is a bottle or cartridge that is filled with CO2 under high pressure. This must be changed regularly. Due to the device according to the invention, this is now easier for the user. For exchange, the user can remove the hook element with the CC> 2 holder to be exchanged from the housing to bring it into a desired position and orientation for disconnecting the CCk holder, for example by unscrewing it, from the hook element and placing it of a new CO2 container, for example by screwing it into the hook element. After the CO2 holder is connected to the hook element, it can be hung on the housing.

De carbonisator kan elke inrichting zijn die geschikt is voor het inbrengen van koolzuur uit de CO2-houder in een vloeistof om een koolzuurhoudende vloeistof te verschaffen. De carbonisator kan bijvoorbeeld een vloeistofreservoir omvatten dat het mogelijk maakt de CO2 op te lossen in de vloeistof of een koolzuurinjector om de CO2 in de vloeistof te injecteren.The carbonator can be any device suitable for introducing carbonic acid from the CO2 container into a liquid to provide a carbonated liquid. The carbonator may, for example, comprise a liquid reservoir that makes it possible to dissolve the CO2 in the liquid or a carbonic acid injector to inject the CO2 into the liquid.

De inrichting is ingericht voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof voor consumptie, bijvoorbeeld koolzuurhoudend drinkwater. De inrichting kan bijvoorbeeld in een gootsteenkastje van een keuken worden geplaatst.The device is arranged for dispensing a carbonated liquid for consumption, for example carbonated drinking water. The device can, for example, be placed in a kitchen sink.

In een uitvoeringsvorm, heeft de behuizing meerdere ophanglocaties voor het ophangen van de CCL-houder. Door meerdere ophanglocaties te voorzien kan de gebruiker zelf kiezen waar hij het haakelement ophangt aan de behuizing. Dit geeft de gebruiker meer vrijheid in het plaatsen van de behuizing en de CCb-houder. Dit is in het bijzonder van voordeel in bijvoorbeeld een gootsteenkastje waar in het algemeen een beperkte ruimte beschikbaar is voor het plaatsen van dergelijke inrichtingen.In one embodiment, the housing has multiple suspension locations for suspending the CCL holder. By providing several suspension locations, the user can choose where he hangs the hook element on the housing. This gives the user more freedom in placing the housing and the CCb holder. This is particularly advantageous in, for example, a sink cupboard where there is generally limited space available for placing such devices.

In een uitvoeringsvorm, heeft de behuizing een voorkant, een achterkant en twee zijkanten, waarbij elk van de voorkant en de twee zijkanten ten minste een ophanglocatie heeft voor het ophangen van de CC>2-houder. Door zowel aan de voorkant en de twee zijkanten ten minste een ophanglocatie voor de combinatie van CO2-houder en haakelement te voorzien is de gebruiker vrijer om de behuizing op een gewenste plek in bijvoorbeeld een gootsteenkastje te plaatsen, bijvoorbeeld met een willekeurige zijkant tegen een zijwand.In one embodiment, the housing has a front, a rear, and two sides, each of the front and the two sides having at least one suspension location for suspending the CC> 2 container. By providing at least one suspension location for the combination of CO2 holder and hook element on both the front and the two sides, the user is freer to place the housing at a desired location in, for example, a sink cabinet, for example with a random side against a side wall .

In een uitvoeringsvorm, heeft de behuizing een opstaande rand, waarbij het haakelement is vormgegeven om te worden opgehangen aan de opstaande rand. De opstaande rand strekt zich bij voorkeur ten minste langs een bovenrand van de voorkant en elke zijkant van de behuizing uit. Het haakelement omvat bij voorkeur een haak die vormsluitend om de opstaande rand van de behuizing kan worden geplaatst. De opstaande rand kan bijvoorbeeld worden gevormd door een integrale rand van het deksel van de behuizing.In one embodiment, the housing has a raised edge, the hook element being shaped to be suspended from the raised edge. The raised edge preferably extends at least along an upper edge of the front and each side of the housing. The hook element preferably comprises a hook which can be placed form-fittingly around the upright edge of the housing. The raised edge can for instance be formed by an integral edge of the housing cover.

In een uitvoeringsvorm, steekt de opstaande rand tenminste in horizontale richting uit vanaf de behuizing, waarbij het haakelement een borgdeel heeft dat zich in opgehangen toestand van het haakelement tenminste gedeeltelijk onder de opstaande rand bevindt. Een dergelijk borgdeel voorkomt dat het haakelement onbedoeld in verticale richting van de behuizing kan worden gehaald, bijvoorbeeld door onbedoeld ertegenaan te stoten. Door het borgdeel dient het haakelement met de CÜ2-houder eerst te worden gekanteld ten opzichte van de opstaande rand zodat het borgdeel niet meer uitsteekt onder de opstaande rand. Pas na dit kantelen kan het haakelement met een verticaal opwaartse beweging van de opstaande rand af worden gehaald.In one embodiment, the upright edge protrudes at least in the horizontal direction from the housing, the hook element having a securing part which, in the suspended state of the hook element, is at least partially below the upright edge. Such a locking part prevents the hook element from being unintentionally pulled into the vertical direction of the housing, for example by accidentally bumping against it. Due to the securing part, the hook element with the CO2 holder must first be tilted relative to the raised edge so that the securing part no longer protrudes below the raised edge. Only after this tilting can the hook element be removed from the raised edge with a vertical upward movement.

Bij voorkeur rust, in opgehangen toestand van het haakelement, het borgdeel tegen een zich onder de opstaande rand bevindende zijwand van de behuizing. De ophanging van het haakelement en aangesloten CO2-houder is dan meer stabiel omdat de horizontale kracht waarmee het borgdeel van het haakelement tegen de zijwand rust een tegengestelde kracht opwekt die aan de bovenkant het haakelement tegen een binnenkant van de wand aantrekt. Daarmee is de verticale positie van het element meer gedefinieerd. De CO2-houder hangt in die stabiele positie bij voorkeur vrij van de zijwand. De zijwand kan bijvoorbeeld aan de voorkant of de zijkant van de behuizing liggen.Preferably, in the suspended state of the hook element, the securing part rests against a side wall of the housing located below the raised edge. The suspension of the hook element and connected CO2 container is then more stable because the horizontal force with which the securing part of the hook element rests against the side wall generates an opposing force which at the top pulls the hook element against an inside of the wall. This makes the vertical position of the element more defined. The CO2 holder in that stable position preferably hangs free from the side wall. The side wall may, for example, lie at the front or the side of the housing.

In een uitvoeringsvorm, omvat het haakelement een schroefopening voor het daarin vastschroeven van de CCb-houder.In one embodiment, the hook element comprises a screw opening for screwing the CCb holder therein.

In een uitvoeringsvorm, omvat het haakelement een aansluiting voor het aansluiten de verbindingsslang. Deze aansluiting is bij voorkeur roteerbaar ten opzichte van het haakelement, zodat de aansluitrichting van de aansluiting naar behoefte kan worden aangepast, bijvoorbeeld afhankelijk van de zijkant van de behuizing waaraan de CO2-houder met het haakelement wordt opgehangen. Hiermee wordt het mogelijk om de verbindingsslang de kortste weg, en zonder krappe bochten, naar een CO2-aansluiting op de behuizing, bijvoorbeeld aangebracht op de achterkant ervan, te laten innemen.In one embodiment, the hook element comprises a connection for connecting the connecting hose. This connection is preferably rotatable relative to the hook element, so that the connection direction of the connection can be adjusted as required, for example depending on the side of the housing on which the CO2 holder with the hook element is suspended. This makes it possible to have the connecting hose take the shortest route, and without tight bends, to a CO2 connection on the housing, for example fitted on the rear side thereof.

In een uitvoeringsvorm, omvat het haakelement een reduceerventiel en/of een overdrukventiel. De druk in de CC>2-houder is doorgaans aanzienlijk hoger dan de druk die gewenst is voor de CO2 in de inrichting. Door middel van een reduceerventiel wordt de druk verlaagd tot het gewenste niveau. Een overdrukventiel is gewenst om een te hoge druk in de inrichting te voorkomen, bijvoorbeeld bij een niet goed functionerend of niet goed ingesteld reduceerventiel.In one embodiment, the hook element comprises a pressure reducing valve and / or a pressure relief valve. The pressure in the CC> 2 container is usually considerably higher than the pressure that is desired for the CO2 in the device. The pressure is reduced to the desired level by means of a pressure reducing valve. A pressure relief valve is desirable to prevent excessive pressure in the device, for example in the case of a malfunctioning or incorrectly adjusted pressure reducing valve.

In een uitvoeringsvorm, omvat de inrichting een koelinrichting voor het koelen van vloeistof, waarbij de koelinrichting in de behuizing is aangebracht. Het is van voordeel om, indien nodig, de vloeistof te koelen tot een voor het opnemen van voldoende koolzuur geschikte temperatuur. De gekoelde vloeistof, in het bijzonder gekoeld water, heeft bij voorkeur een temperatuur tussen 4 en 12 graden Celsius, bij verdere voorkeur tussen 6 en 9 graden Celsius, bijvoorbeeld 7 of 8 graden Celsius. Daarnaast kan de inrichting zijn ingericht om gekoelde vloeistof, in het bijzonder gekoeld water af te geven zonder dat er koolzuur in de vloeistof is ingebracht.In one embodiment, the device comprises a cooling device for cooling liquid, the cooling device being arranged in the housing. It is advantageous, if necessary, to cool the liquid to a temperature suitable for taking up sufficient carbonic acid. The cooled liquid, in particular cooled water, preferably has a temperature between 4 and 12 degrees Celsius, more preferably between 6 and 9 degrees Celsius, for example 7 or 8 degrees Celsius. In addition, the device can be adapted to dispense cooled liquid, in particular cooled water, without carbon dioxide being introduced into the liquid.

In een uitvoeringsvorm, omvat de carbonisator een vloeistofreservoir voor het houden van vloeistof, waarbij het koolzuur in het vloeistofreservoir wordt ingebracht in de vloeistof. In dit vloeistofreservoir wordt CO2 uit de CC>2-houder boven het niveau van de gekoelde vloeistof ingelaten. De overdruk van bijvoorbeeld 3-5 bar van het gasvormige CO2 boven de vloeistof zorgt daarbij voor het oplossen van CO2 in de vloeistof. Het vloeistofreservoir kan bijvoorbeeld voor ongeveer 75% gevuld zijn met vloeistof. Daarnaast zorgt de gasdruk in het vloeistofreservoir er voor dat de koolzuurhoudende vloeistof uit het reservoir naar de uitlaat kan stromen.In one embodiment, the carbonator comprises a liquid reservoir for holding liquid, wherein the carbonic acid in the liquid reservoir is introduced into the liquid. In this liquid reservoir, CO2 from the CC> 2 container is introduced above the level of the cooled liquid. The overpressure of for example 3-5 bar of the gaseous CO2 above the liquid causes the CO2 to dissolve in the liquid. The liquid reservoir can for instance be filled for about 75% with liquid. In addition, the gas pressure in the liquid reservoir ensures that the carbonated liquid can flow from the reservoir to the outlet.

Een andere inrichting voor het inbrengen, bijvoorbeeld door middel van injecteren van koolzuur in de vloeistof, kan eveneens worden toegepast.Another device for introducing, for example by injecting carbonic acid into the liquid, can also be used.

Daarbij kan een koelinrichting zijn voorzien die is ingericht om de zich in het vloeistofreservoir bevindende vloeistof te koelen teneinde de opname van de gewenste hoeveelheid CO2 te bevorderen. De koelinrichting kan elke geschikte koelinrichting zijn voor het koelen van de zich in het vloeistofreservoir bevindende vloeistof, bijvoorbeeld een koelcircuit met een verdamper, compressor, condenser en expansieventiel.A cooling device may be provided for this purpose, which device is adapted to cool the liquid contained in the liquid reservoir in order to promote the absorption of the desired amount of CO2. The cooling device can be any suitable cooling device for cooling the liquid contained in the liquid reservoir, for example a cooling circuit with an evaporator, compressor, condenser and expansion valve.

In een uitvoeringsvorm omvat het vloeistofreservoir een koelleiding waarmee nietkoolzuurhoudend vloeistof kan worden gekoeld. In een uitvoeringsvorm, omvat de inrichting een pomp voor het verpompen van de vloeistof, in het bijzonder voor het pompen van de vloeistof naar een vloeistofreservoir van de carbonisator. Deze pomp is nodig om de koolzuurhoudende vloeistof tegen de gasdruk in in het vloeistofreservoir te laten stromen, omdat de waterleidingdruk van bijvoorbeeld 2-3 bar overdruk daarvoor over het algemeen niet toereikend is.In one embodiment, the liquid reservoir comprises a cooling line with which non-carbonated liquid can be cooled. In one embodiment, the device comprises a pump for pumping the liquid, in particular for pumping the liquid to a liquid reservoir of the carbonator. This pump is required to allow the carbonated liquid to flow into the liquid reservoir against the gas pressure, because the water pipe pressure of, for example, 2-3 bar excess pressure is generally not sufficient for this.

In een uitvoeringsvorm, omvat de inrichting een aanstuurinrichting, waarbij een gebruiker bij voorkeur via de aanstuurinrichting het afgeven van gekoelde vloeistof en/of koolzuurhoudende vloeistof kan aansturen.In one embodiment, the device comprises a control device, wherein a user can preferably control the dispensing of cooled liquid and / or carbonated liquid via the control device.

In een uitvoeringsvorm, omvat de inrichting een inmenginrichting voor het inmengen van een additionele vloeistof in de vloeistof. Het kan gewenst zijn om additioneel aan het koolzuur, of in plaats van het koolzuur een additionele vloeistof in de vloeistof in te mengen, bijvoorbeeld een kleurstof en/of een smaakstof. Om een dergelijke additionele vloeistof in te mengen in de vloeistof kan een inmenginrichting zijn voorzien.In one embodiment, the device comprises a mixing device for mixing in an additional liquid in the liquid. It may be desirable to add an additional liquid to the liquid additionally to the carbonic acid, or instead of the carbonic acid, for example a colorant and / or a flavoring agent. To mix such an additional liquid into the liquid, an mixing device may be provided.

In een uitvoeringsvorm, omvat de inrichting een kraan die is verbonden met de uitlaat van de behuizing. Om de koolzuurhoudende vloeistof af te geven kan de uitlaat van de behuizing zijn verbonden met een kraan. De behuizing van de inrichting is in het bijzonder geschikt om in een gootsteenkastje of dergelijke te worden geplaatst, d.w.z. in een tenminste deels afgesloten ruimte onder een werkblad, terwijl de kraan boven het werkblad uitsteekt. De kraan kan dan zijn voorzien van bedieningsmiddelen voor het bedienen van de inrichting. De bedieningsmiddelen kunnen hiertoe zijn verbonden met de aanstuurinrichting van de inrichting. Bij activatie van de bedieningsmiddelen kan de koolzuurhoudende vloeistof bij een uitloop van de kraan worden afgegeven.In one embodiment, the device comprises a tap connected to the outlet of the housing. To discharge the carbonated liquid, the outlet of the housing can be connected to a tap. The housing of the device is particularly suitable for being placed in a sink cabinet or the like, i.e. in an at least partially enclosed space under a worktop, while the tap protrudes above the worktop. The crane can then be provided with operating means for operating the device. To this end, the operating means can be connected to the control device of the device. Upon activation of the operating means, the carbonated liquid can be released at a tap outlet.

In een uitvoeringsvorm, is de kraan een multifunctionele kraan die is ingericht voor het, naar keuze, tenminste afgeven van kokend water, gekoeld water en gekoeld koolzuurhoudend water. De multifunctionele kraan is dan tevens aangesloten op een kokend-waterreservoir waarin water op een temperatuur boven 100 graden Celsius wordt gehouden. De kraan kan dan een kokendwaterleiding omvatten die op een uitlaat van het kokend-waterreservoir is aangesloten en een afzonderlijke leiding voor koolzuurhoudend water die op de uitlaat van de behuizing is aangesloten.In one embodiment, the faucet is a multi-function faucet that is adapted to at least deliver boiling water, chilled water, and chilled carbonated water, as desired. The multifunctional tap is then also connected to a boiling water reservoir in which water is kept at a temperature above 100 degrees Celsius. The tap can then include a boiling water pipe connected to an outlet of the boiling water reservoir and a separate carbonated water pipe connected to the outlet of the housing.

In een alternatieve uitvoeringsvorm omvat de inrichting een klep die zowel op de uitlaat van het kokend-waterreservoir als op de uitlaat van de behuizing is aangesloten, zodat het kokende water en het koolzuurhoudende water door een enkele waterleiding van de kraan door een enkele uitloop kunnen worden afgegeven.In an alternative embodiment the device comprises a valve which is connected to both the outlet of the boiling water reservoir and the outlet of the housing, so that the boiling water and the carbonated water can be passed through a single water pipe from the tap through a single outlet handed in.

De multifunctionele kraan kan verder zijn ingericht voor het afgeven van warm en/of koud water door het afgeven van koud water uit de koudwaterleiding, waarbij eventueel kokend water is bijgemengd voor het verschaffen van lauw of warm water.The multifunctional tap can further be adapted for dispensing hot and / or cold water by dispensing cold water from the cold water pipe, wherein possibly boiling water is mixed in to provide lukewarm or warm water.

De uitvinding zal hiernavolgend verder worden toegelicht aan de hand van een nietbeperkende beschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van een inrichting voor het afgeven van koolzuurhoudende vloeistof, waarbij wordt verwezen naar de volgende figuren.The invention will be explained in more detail below with reference to a non-limiting description of a possible embodiment of a device for dispensing carbonated liquid, with reference to the following figures.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het afgeven van een koolzuurhoudende vloeistof volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;Figure 1 shows a perspective view of a device for dispensing a carbonated liquid according to an embodiment of the invention;

Figuur 2 toont een perspectivisch achteraanzicht van de inrichting van Figuur 1;Figure 2 shows a rear perspective view of the device of Figure 1;

Figuur 3 toont een functioneel schema van de onderdelen van de inrichting volgens Figuur 1;Figure 3 shows a functional diagram of the components of the device according to Figure 1;

Figuren 4 en 5 tonen de inrichting van Figuur 1 met de CC>2-houder op alternatieve ophanglocaties;Figures 4 and 5 show the device of Figure 1 with the CC> 2 holder at alternative suspension locations;

Figuur 6 toont een zijaanzicht van het haakelement van de inrichting van Figuur 1;Figure 6 shows a side view of the hook element of the device of Figure 1;

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van het haakelement van de inrichting van Figuur 1;Figure 7 shows a cross section of the hook element of the device of Figure 1;

Figuur 8 toont een onderaanzicht van het haakelement van de inrichting van Figuur 1; enFigure 8 shows a bottom view of the hook element of the device of Figure 1; and

Figuur 9 toont de inrichting van Figuur 1 in combinatie met een kraan.Figure 9 shows the device of Figure 1 in combination with a tap.

Figuur 1 toont een inrichting voor het afgeven van koolzuurhoudende vloeistof, in het bijzonder koolzuurhoudend water, in het algeheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1.Figure 1 shows a device for dispensing carbonated liquid, in particular carbonated water, generally indicated by reference numeral 1.

De inrichting 1 is in het bijzonder geschikt voor huishoudelijk gebruik. De inrichting 1 omvat een behuizing 2 en een uitwisselbare CCY-houder 3 die door middel van een haakelement 4 losneembaar is opgehangen aan een opstaande rand 5 van de behuizing 2. De behuizing 2 omvat een voorkant 6, twee zijkanten 7 en een achterkant 8.The device 1 is particularly suitable for domestic use. The device 1 comprises a housing 2 and an exchangeable CCY holder 3 which is detachably suspended by means of a hook element 4 from an upright edge 5 of the housing 2. The housing 2 comprises a front side 6, two sides 7 and a rear side 8.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van de achterkant 8 van de behuizing. Aan de achterkant 8 is een inlaat 9 en een uitlaat 10 van de behuizing 2 voorzien. Aan de achterkant 8 is verder een CO2-aansluiting 11 voorzien, waarmee de CO2-houder 3 via een slang 12 (niet getoond in Figuur 1) is aangesloten op de behuizing 2.Figure 2 shows a perspective view of the rear side 8 of the housing. At the rear 8 an inlet 9 and an outlet 10 of the housing 2 are provided. A CO2 connection 11 is furthermore provided on the rear side 8, with which the CO2 holder 3 is connected to the housing 2 via a hose 12 (not shown in Figure 1).

Figuur 3 toont schematisch de werking van de inrichting 1. In de behuizing 2 is een carbonisator 13 aangebracht voor het in de vloeistof inbrengen van koolzuur. Het koolzuur wordt aangevoerd vanuit de COa-houder 3 via de op de CO2-aansluiting 11 aangesloten slangFigure 3 shows schematically the operation of the device 1. A carbonizer 13 is arranged in the housing 2 for introducing carbon dioxide into the liquid. The carbon dioxide is supplied from the COa container 3 via the hose connected to the CO2 connection 11

12. De carbonisator 13 omvat een in de behuizing 2 aangebracht vloeistofreservoir 14 voor het houden van een hoeveelheid vloeistof. Het vloeistofreservoir 14 is verbonden met de inlaat 9 zodat het vloeistofreservoir 14 via de inlaat 9 kan worden gevuld met vloeistof, bijvoorbeeld met water. Hiertoe is de inlaat 9 aansluitbaar op een koudwaterleiding of andere bron van vloeistof. Omdat de druk in het vloeistofreservoir 14 door de aangevoerde CO2 hoger zal zijn dan de waterleidingdruk is een pomp 15 voorzien voor het in het vloeistofreservoir 13 pompen van de vloeistof. Het vloeistofreservoir 14 is bijvoorbeeld voor 75% gevuld met vloeistof.12. The carbonator 13 comprises a liquid reservoir 14 arranged in the housing 2 for holding a quantity of liquid. The liquid reservoir 14 is connected to the inlet 9 so that the liquid reservoir 14 can be filled via the inlet 9 with liquid, for example with water. To this end, the inlet 9 can be connected to a cold water pipe or other source of liquid. Because the pressure in the liquid reservoir 14 will be higher than the water supply pressure due to the CO2 supplied, a pump 15 is provided for pumping the liquid into the liquid reservoir 13. The liquid reservoir 14 is, for example, 75% filled with liquid.

Verder is het vloeistofreservoir verbonden met een CC>2-leiding die via slang 12 is aangesloten op de CCh-houder. Bij of in het vloeistofreservoir 14 is een koelinrichting 16 voorzien voor het koelen van de vloeistof die zich in het vloeistofreservoir 14 bevindt. De koelinrichting 16 kan bijvoorbeeld een bekend koelcircuit zijn met een verdamper, compressor, condenser en expansieventiel.Furthermore, the liquid reservoir is connected to a CC> 2 line which is connected to the CCh container via hose 12. A cooling device 16 is provided at or in the liquid reservoir 14 for cooling the liquid contained in the liquid reservoir 14. The cooling device 16 may, for example, be a known cooling circuit with an evaporator, compressor, condenser and expansion valve.

De koelinrichting 16 is ingesteld om de vloeistof op een temperatuur te houden tussen 5 en 12 graden Celsius, bij voorkeur tussen 6 en 9 graden Celsius. Dit is een gunstige temperatuur voor het inbrengen van koolzuurgas in de vloeistof, bijvoorbeeld water. Daarnaast is dit een gewenste temperatuur voor het afgeven van gekoeld water voor consumptie.The cooling device 16 is adapted to keep the liquid at a temperature between 5 and 12 degrees Celsius, preferably between 6 and 9 degrees Celsius. This is a favorable temperature for introducing carbon dioxide into the liquid, for example water. In addition, this is a desired temperature for dispensing cooled water for consumption.

Wanneer gewenst, wordt de koolzuurhoudende vloeistof uit het vloeistofreservoir 16 afgegeven aan de uitlaat 10.If desired, the carbonated fluid is delivered from the fluid reservoir 16 to the outlet 10.

De koelinrichting 16 kan tevens gebruikt worden om de vloeistof te koelen die via inlaat 9 instroomt. Deze vloeistof kan bijvoorbeeld gekoeld worden door deze vloeistof te leiden door een spiraalvormige koelleiding 40 die in het vloeistofreservoir 14 is opgenomen. Deze vloeistof wordt aldus indirect gekoeld door de de leiding 40 omringende koolzuurhoudende vloeistof in het vloeistofreservoir 14, die gekoeld is door de koelinrichting 16.The cooling device 16 can also be used to cool the liquid that flows in via inlet 9. This liquid can be cooled, for example, by passing this liquid through a spiral cooling conduit 40 which is received in the liquid reservoir 14. This liquid is thus indirectly cooled by the carbonated liquid surrounding line 40 in the liquid reservoir 14, which is cooled by the cooling device 16.

In de behuizing 2 is verder een inmenginrichting 17 voorzien voor het inmengen van een additionele vloeistof in de vloeistof. Het kan gewenst zijn dat er een additionele vloeistof in de vloeistof wordt ingemengd, bijvoorbeeld een kleur- en/of smaakstof. De inmengrichting 17 is ingericht om een dergelijke additionele vloeistof in de vloeistof in te mengen. De inmenginrichting 17 kan een reservoir voor de additionele vloeistof omvatten of een aansluiting voor een additionele houder met de additionele vloeistof, bijvoorbeeld in de vorm van een zakje. De additionele houder is in de behuizing 2 aangebracht, bij voorkeur op een eenvoudig bereikbare plek, bijvoorbeeld achter een klep, zodat de additionele houder eenvoudig kan verwisseld. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de additionele houder buiten de behuizing 2 zijn voorzien. In een uitvoeringsvorm is het ook mogelijk dat de inmenginrichting 17 voor additionele vloeistof niet is voorzien.A housing device 17 is further provided in the housing 2 for mixing in an additional liquid in the liquid. It may be desirable for an additional liquid to be mixed into the liquid, for example a color and / or flavor. The mixing device 17 is adapted to mix such an additional liquid into the liquid. The mixing device 17 may comprise a reservoir for the additional liquid or a connection for an additional container with the additional liquid, for example in the form of a bag. The additional container is arranged in the housing 2, preferably in an easily accessible location, for example behind a valve, so that the additional container can easily be exchanged. In an alternative embodiment, the additional holder can be provided outside the housing 2. In one embodiment, it is also possible that the mixing device 17 for additional liquid is not provided.

De verschillende onderdelen van de inrichting kunnen door een aanstuurinrichting 18 worden aangestuurd. De aanstuurinrichting 18 kan zijn verbonden met bedieningsmiddelen, bijvoorbeeld een of meer bedieningsknoppen die op een kraan zijn aangebracht, voor het bedienen van de inrichting 1. De aanstuurinrichting 18 is bijvoorbeeld ingericht voor het bedienen van een klep 19 die afhankelijk van de positie van de klep 19 ofwel de koolzuurhoudende vloeistof uit het vloeistofreservoir 14, ofwel de vloeistof afkomstig van de koelleiding 40 in het vloeistofreservoir 14 doorlaat. Op deze wijze kan ook gekoeld water zonder toegevoegd koolzuur worden afgegeven aan de uitlaat 10. Daarbij zorgt de waterleidingdruk voor het de afgifte van het water.The various components of the device can be controlled by a control device 18. The control device 18 can be connected to operating means, for example one or more control buttons arranged on a tap, for operating the device 1. The driving device 18 is, for example, adapted to operate a valve 19 which, depending on the position of the valve 19 either passes the carbonated liquid from the liquid reservoir 14 or the liquid from the cooling line 40 into the liquid reservoir 14. In this way, cooled water without added carbonic acid can also be delivered to the outlet 10. The water supply pressure causes the water to be released.

De CO2-houder 3 is een fles of patroon gevuld met CO2 onder hoge druk. De CO2houder 3 is bevestigd aan het haakelement 4. Het haakelement 4 en de opstaande rand 5 van de behuizing 2 zijn zodanig ontworpen dat het haakelement 4 eenvoudig van de behuizing 2 kan worden afgenomen, en daarop kan worden geplaatst. Daarbij kan het haakelement 4 naar wens worden aangebracht op de opstaande rand 5 aan zowel de voorkant 6 als aan de beide zijkanten 7 van de behuizing 2. Dit heeft het voordeel dat de behuizing eenvoudig in een gootsteenkastje of dergelijke kan worden geplaatst zonder dat daarbij rekening moet worden gehouden met de exacte plaatsing van de CO2-houder 3. Na plaatsing van de behuizing 2 op een geschikte locatie, kan de CO2-houder 3 vervolgens op een geschikte ophanglocatie aan de opstaande rand 5 van de behuizing 2 worden opgehangen, d.w.z. aan de voorkant 6 of een van de zijkanten 7 van de behuizing 2.The CO2 container 3 is a bottle or cartridge filled with CO2 under high pressure. The CO2 container 3 is attached to the hook element 4. The hook element 4 and the raised edge 5 of the housing 2 are designed such that the hook element 4 can be easily removed from the housing 2 and placed on it. The hook element 4 can herein be arranged as desired on the raised edge 5 on both the front side 6 and on both sides 7 of the housing 2. This has the advantage that the housing can easily be placed in a sink cabinet or the like without taking into account must be taken into account with the exact placement of the CO2 container 3. After placement of the housing 2 at a suitable location, the CO2 container 3 can then be suspended at a suitable suspension location on the upright edge 5 of the housing 2, ie on the front 6 or one of the sides 7 of the housing 2.

In Figuren 4 en 5 is getoond hoe de CC>2-houder 3 met het haakelement 4 aan een van de beide zijkanten 7 van de behuizing 2 is opgehangen aan de opstaande rand 5. Het zal duidelijk zijn dat in de getoonde uitvoeringsvorm de gehele opstaande rand 5 aan de voorkant 6 en de beide zijkanten van de behuizing 2 kan worden gebruikt als een ophanglocatie voor het ophangen van het haakelement 4 en de CO2-houder 3. In alternatieve uitvoeringsvormen zijn er specifieke ophanglocaties aan de behuizing 2 voorzien, bijvoorbeeld twee aan de voorkant 6 en twee aan elke zijkant 7. Het is ook mogelijk dat er alleen ophanglocaties aan de voorkant 6 of alleen aan de zijkanten 7 zijn voorzien. Ook kan een uitvoeringsvorm zijn voorzien met ophanglocaties aan de achterkant van de behuizing 2, alhoewel dit in de praktijk minder praktisch is, omdat de CO2-houder 3 dan minder goed bereikbaar is, in het bijzonder wanneer deze in een gootsteenkastje wordt geplaatst.Figures 4 and 5 show how the CC> 2 holder 3 with the hook element 4 is suspended from one of the two sides 7 of the housing 2 on the upright edge 5. It will be clear that in the embodiment shown the entire upright edge 5 on the front 6 and both sides of the housing 2 can be used as a suspension location for suspending the hook element 4 and the CO2 holder 3. In alternative embodiments, specific suspension locations are provided on the housing 2, for example two on the front 6 and two on each side 7. It is also possible that only suspension locations are provided on the front 6 or only on the sides 7. An embodiment can also be provided with suspension locations at the rear of the housing 2, although this is less practical in practice, because the CO2 holder 3 is then less easily accessible, in particular when it is placed in a sink cabinet.

De opstaande rand 5 is aan de bovenkant van de behuizing 2 voorzien en wordt gevormd door een deel van een deksel van de behuizing 2. De opstaande rand 5 mag ook door elk ander geschikt onderdeel van de behuizing worden gevormd, bijvoorbeeld als afzonderlijk onderdeel dat op de behuizing is bevestigd.The raised edge 5 is provided at the top of the housing 2 and is formed by a part of a cover of the housing 2. The raised edge 5 may also be formed by any other suitable part of the housing, for example as a separate part which the housing is attached.

Figuur 6 toont een zijaanzicht van het haakelement 4 aangebracht op de opstaande rand 5. Het haakelement 4 heeft een haak 20 en een borgdeel 21. Wanneer het haakelement 4 is opgehangen aan de opstaande rand 5 is de haak 20 over de opstaande rand 5 geplaatst. Het borgdeel 21 steekt in deze opgehangen toestand van de CCb-houder onder een tenminste in horizontale richting van de behuizing 2 uitstekend deel van de opstaande rand 5 zodat het haakelement 4 op de opstaande rand 5 geborgd is. D.w.z. het haakelement 4 kan niet met een verticale opwaartse beweging van de opstaande rand 5 worden weggenomen.Figure 6 shows a side view of the hook element 4 arranged on the raised edge 5. The hook element 4 has a hook 20 and a securing part 21. When the hook element 4 is suspended from the raised edge 5, the hook 20 is placed over the raised edge 5. In this suspended state of the CCb holder, the securing part 21 projects under a part of the upright edge 5 protruding at least in the horizontal direction of the housing 2, so that the hook element 4 is secured on the upright edge 5. I.e. the hook element 4 cannot be removed from the upright edge 5 with a vertical upward movement.

In deze positie rust het borgdeel 21 tegen een zijwand 2a van de behuizing 2.In this position the locking part 21 rests against a side wall 2a of the housing 2.

Afhankelijk van de positie van het haakelement 4 op de behuizing 2 is dit de zijwand 2a van de voorkant 6 of een van de zijkanten 7 van de behuizing 2. De horizontale kracht waarmee borgdeel 21 tegen een zijwand rust wekt een tegengestelde horizontale reactiekracht die de haak 20 tegen de binnenkant van de bovenzijde van rand 5 aantrekt. Bijgevolg bevindt het haakelement 4 zich na het ophangen in een stabiele en gedefinieerde positie. Het borgdeel 21 vereist dat het haakelement 4 eerst wordt gekanteld ten opzichte van de opstaande rand 5 zodat het borgdeel 21 niet meer uitsteekt onder de opstaande rand 5 voordat de haak 20 van de opstaande rand 5 kan worden verwijderd door een verticaal opwaartse beweging. Door het borgdeel 21 wordt de kans op een onbedoeld afnemen van het haakelement 4 van de opstaande rand 5, bijvoorbeeld door stoten, aanzienlijk verminderd. Figuur 6 toont verder een aansluiting 22 voor het aansluiten van de slang 12 tussen het haakelement 4 en de CO2aansluiting 11 op de behuizing 2. De aansluiting 22 is voorzien aan de binnenzijde van de haak 20.Depending on the position of the hook element 4 on the housing 2, this is the side wall 2a of the front side 6 or one of the sides 7 of the housing 2. The horizontal force with which the securing part 21 rests against a side wall generates an opposite horizontal reaction force which the hook 20 against the inside of the top of edge 5. Consequently, the hook element 4 is in a stable and defined position after hanging. The securing part 21 requires that the hook element 4 is first tilted with respect to the raised edge 5 so that the securing part 21 no longer protrudes below the raised edge 5 before the hook 20 can be removed from the raised edge 5 by a vertical upward movement. The securing part 21 considerably reduces the chance of an unintentional removal of the hook element 4 from the upright edge 5, for example by impact. Figure 6 further shows a connection 22 for connecting the hose 12 between the hook element 4 and the CO2 connection 11 to the housing 2. The connection 22 is provided on the inside of the hook 20.

Figuur 7 toont een dwarsdoorsnede van het haakelement 4 en figuur 8 een onderaanzicht van het haakelement 4. Het haakelement 4 volgens de getoonde uitvoeringsvorm van de uitvinding combineert de functie van flexibel plaatsingselement voor de CC>2-houder met die van het reduceren van de hoge druk van CO2 in de houder naar de voor carboniseren geschikte werkdruk van het gas.Figure 7 shows a cross section of the hook element 4 and Figure 8 a bottom view of the hook element 4. The hook element 4 according to the shown embodiment of the invention combines the function of flexible placement element for the CC> 2 container with that of reducing the high pressure of CO2 in the container to the working pressure of the gas suitable for carbonization.

Het haakelement 4 omvat een schroefopening 23 voor het daarin vastschroeven van de CO-houder 3. De schroefopening 23 omvat een inwendige schroefdraad die complementair is aan een uitwendige schroefdraad van de CCb-houder 3. In de schroefopening 23 is een doorn 24 voorzien voor het openen van een afsluiter in de CO-houder 3. Wanneer de CC>2-houder in de schroefopening 23 wordt geschroefd zal een afsluiter in de uitstroomopening van de CO2houder door deze doorn 24 worden geopend zodat de CO2 uit de CC>2-houder en in haakelement 4 kan stromen. In het haakelement 4 is een reduceerventiel 25 voorzien die is ingericht om de druk van de CO2 in de CCb-houder 3 te verlagen tot een voor de inrichting 1 geschikte druk. De druk in de CCb-houder ligt bijvoorbeeld in een gebied van 40 - 60 bar en het reduceerventiel 25 is ingericht om deze druk te verlagen tot een druk in een gebied van 3 - 5 bar.The hook element 4 comprises a screw opening 23 for screwing the CO holder 3 therein. The screw opening 23 comprises an internal screw thread which is complementary to an external screw thread of the CCb holder 3. In the screw opening 23 a mandrel 24 is provided for opening a valve in the CO container 3. When the CC> 2 container is screwed into the screw opening 23, a valve in the outflow opening of the CO2 container will be opened by this mandrel 24 so that the CO2 from the CC> 2 container and can flow into hook element 4. In the hook element 4 a reducing valve 25 is provided which is adapted to reduce the pressure of the CO2 in the CCb container 3 to a pressure suitable for the device 1. The pressure in the CCb container is, for example, in a range of 40 - 60 bar and the pressure reducing valve 25 is adapted to reduce this pressure to a pressure in a range of 3 - 5 bar.

Aan de lage-drukzijde van het reduceerventiel 25 is een overdrukventiel 26 aangebracht om te voorkomen dat de druk in het haakelement 4 onbedoeld hoger is dan gewenst, bijvoorbeeld bij een niet goed werkend of niet goed ingesteld reduceerventiel 25. De aansluiting 22 voor slang 12 bevindt zich ook aan de lage-drukzijde van het reduceerventiel 25. De aansluiting 22 is roteerbaar om een as 27 aangebracht op een rotatieonderdeel 28. Hierdoor kan de slang 12 die op de aansluiting 22 is aangesloten, naar wens aan een van twee zijdes uit het haakelement 4 lopen.On the low pressure side of the pressure reducing valve 25 a pressure relief valve 26 is arranged to prevent the pressure in the hook element 4 from being inadvertently higher than desired, for example with a malfunctioning or incorrectly adjusted pressure reducing valve 25. The connection 22 for hose 12 is located also on the low pressure side of the pressure reducing valve 25. The connection 22 is rotatably arranged about a shaft 27 on a rotation part 28. As a result, the hose 12 which is connected to the connection 22 can be removed from the hook element on one of two sides as desired. 4 walk.

In Figuur 8 is de aansluiting 22 in een richting geplaatst, waarbij de slang 12, in figuur 8 van boven, kan worden aangesloten. Door het roteren van de aansluiting 22 om de as 27 kan de slang 12 ook vanaf de andere zijde naar het haakelement 4 lopen, d.w.z. in Figuur 8 vanaf onder.In Figure 8, the connection 22 is placed in a direction in which the hose 12, in Figure 8 from above, can be connected. By rotating the connection 22 about the shaft 27, the hose 12 can also run from the other side to the hook element 4, i.e. in Figure 8 from below.

Het voordeel van deze roteerbare aansluiting 22 is dat de slang vanaf het haakelement 4 direct naar de achterkant 8 van de behuizing kan lopen onafhankelijk of het haakelement 4 is aangebracht op de opstaande rand 5 van de behuizing 2 aan de ene zijkant 7 van de behuizing 2 of aan de tegenover gelegen zijkant 7. Bij het verplaatsen van de combinatie van CC>2-houder en het haakelement 4 van de ene zijkant 7 naar de tegenoverliggende zijkant 7 kan de slang 12 in de meest gewenste positie worden gebracht door de aansluiting 22 te roteren om de as 27.The advantage of this rotatable connection 22 is that the hose can run directly from the hook element 4 to the rear side 8 of the housing regardless of whether the hook element 4 is arranged on the upright edge 5 of the housing 2 on one side 7 of the housing 2 or on the opposite side 7. When moving the combination of CC> 2 holder and the hook element 4 from one side 7 to the opposite side 7, the hose 12 can be brought into the most desired position by moving the connection 22 rotate about the axis 27.

Figuur 9 toont de inrichting 1 met een kraan 30. Tijdens gebruik wordt de behuizing 2 met de daaraan opgehangen combinatie van CCb-houder 3 en haakelement 4 geplaatst in een gootsteenkastje of andere tenminste deels afgesloten ruimte, terwijl de kraan 30 boven een aanrechtblad of dergelijke uitsteekt. De kraan 30 is met een leiding 31 aangesloten op de uitlaat 10 van de behuizing 2. De kraan 30 is voorzien van bedieningsmiddelen 32 voor het bedienen van de inrichting 1. De bedieningsmiddelen 32 zijn verbonden met de in de behuizing 2 aangebrachte aanstuurinrichting 18. De bedieningsmiddelen kunnen zijn ingericht om de inrichting 1 aan te sturen om een hoeveelheid gekoeld koolzuurhoudend water af te geven. Daarbij kunnen ze ook zijn gericht om gekoeld water af te geven zonder door de carbonisator 13 ingebracht koolzuur.Figure 9 shows the device 1 with a tap 30. During use, the housing 2 with the combination of CCb holder 3 and hook element 4 suspended thereon is placed in a sink cabinet or other at least partially enclosed space, while the tap 30 is above a counter top or the like. protruding. The valve 30 is connected with a conduit 31 to the outlet 10 of the housing 2. The valve 30 is provided with operating means 32 for operating the device 1. The operating means 32 are connected to the control device 18 arranged in the housing 2. The operating means can be adapted to control the device 1 to dispense a quantity of cooled carbonated water. In addition, they may also be directed to dispense chilled water without carbon dioxide introduced through the carbonator 13.

Claims

CONCLUSIONS

A device for dispensing a carbonated liquid, comprising:

a housing, an inlet in the housing for supplying a liquid, a carbonizer arranged in the housing adapted for introducing carbon dioxide into the liquid, an outlet in the housing for dispensing the carbonated liquid, an exchangeable CCb container for keeping carbon dioxide, and a connecting hose for connecting the CO2 container to the carbonizer, characterized in that the device comprises a hook element which is adapted to detachably hang the CO2 container on the housing.

Device as claimed in claim 1, wherein the housing comprises several suspension locations for suspending the CO2 container.

The device of claim 2, wherein the housing comprises a front, a rear, and two sides, and wherein each of the front and the two sides has at least one suspension location for suspending the CO2 container.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the housing comprises a raised edge, and wherein the hook element is designed to be form-fittingly suspended from the raised edge.

The device of claim 4, wherein the raised edge extends at least along an upper edge of the front and each side of the housing.

Device as claimed in claim 4 or 5, wherein the upright edge protrudes at least in the horizontal direction from the housing, wherein the hook element has a securing part which, in the suspended state of the hook element, is at least partially below the upright edge, the securing part preferably supporting against a side wall of the housing located below the raised edge.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hook element comprises a screw opening for screwing the CO2 container therein.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hook element comprises a connection for connecting the connecting hose.

Device as claimed in claim 8, wherein the connection is rotatable relative to the hook element.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hook element comprises a pressure reducing valve and / or a pressure relief valve.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device comprises a cooling device for cooling liquid, wherein the cooling device is arranged in the housing.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the carbonator comprises a liquid reservoir for holding liquid, wherein the carbonic acid in the liquid reservoir is introduced into the liquid.

Device as claimed in claims 11 and 12, wherein the cooling device is adapted to cool the liquid contained in the liquid reservoir.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device comprises a pump for pumping the liquid, in particular for pumping the liquid into a liquid reservoir of the carbonator.

Device as claimed in claim 13, wherein the liquid reservoir is provided with a cooling line through which a non-carbonated liquid can be passed.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device comprises a control device, wherein a user can preferably select to dispense cooled liquid and / or carbonated liquid with the control device.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device comprises an mixing device for mixing in an additional liquid in the liquid.

Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the device is a tap

5 which is connected to the outlet of the housing.

Device as claimed in claim 18, wherein the tap is a multifunctional tap that is adapted for, at choice, delivering at least boiling water, cooled water and cooled carbonated water.

Figure 1

Figure 2

Figure 3

Figure 4

Figure 6

Figure 7

Figure 8

9