NL1018306C2 - Dobbelmachine. - Google Patents

Description

DOBBELMACHINE

5

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor bepaling van een winstsymbool volgens de aanhef van conclusie 1.

Uit publicatie BE-1010469-A is een inrichting 10 bekend, welke een holle cilinder omvat, waardoorheen een luchtstroom vloeit, waarbij in de holle cilinder een dobbelsteen is aangebracht. In het gebied voor toevoer van lucht van de holle cilinder is een om een verticale as draaibaar geplaatste bodem aangebracht, waarmee verhinderd dient te 15 worden, dat de dobbelsteen tot stilstand komt, terwijl deze op een hoek staat.

Aan de onderhavige uitvinding ligt het doel ten grondslag een inrichting te verschaffen, waarbij het voorwerp met symbolen vrij beweeglijk is binnen een begrensd bereik 20 van het holle lichaam. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door de kenmerkende eigenschappen van conclusie 1.

Verdere gunstige uitvoeringsvormen zijn herkenbaar in de afhankelijke conclusies.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding 25 vertoont het voordeel, dat het voor het holle lichaam vereiste lucht in een gesloten kringloop wordt geleid. Door deze maatregel wordt voorkomen, dat het transparante holle lichaam in verregaande mate vuil wordt. Door middel van een in de richting van de luchtstroom buiten het holle lichaam gelegen 30 elektrostatisch filter worden verontreinigingen uit de stroom lucht gefilterd. Verder vertoont de inrichting volgens de onderhavige uitvinding het voordeel, dat de door de luchtstroom gedragen dobbelsteen in het bovenste gedeelte van het holle lichaam vrij om zijn as kan roteren, en niet slechts 35 daar zweeft.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld, dat in de tekening is weergegeven .

1018306 2

In de tekening zijn de voor de uitvinding wezenlijke onderdelen van een met munten in werking te stellen ver-tiermachine 1 weergegeven. De met munten in werking te stellen vertiermachine 1 omvat een als soort speltafel vormgege-5 ven vlak 2, waarop bedieningselementen 3 zijn aangebracht. Op het als soort speltafel vormgegeven vlak 2 is een niet nader weergegeven munteenheid, zoals een besturingseenheid 4, aangebracht. Aansluitend op het als soort speltafel vormgegeven vlak 2 is een zich in verticale richting uitstrekkende 10 kastvormige vitrine 5 geplaatst.

De met munten in werking te stellen vertiermachine 1 omvat een behuizing, welke een in hoofdzaak uit een speltafel· 2 met een daarop zonder overgang aansluitende kastvormige vitrine 5 voor opname hierin van een spelinrichting 6 be- 15 staat. In de kastvormige speltafel 2 is de besturingseenheid 4 aangebracht, welke een microprocessor omvat. Op de speltafel 2 bevinden zich de bedieningselementen 3, die met de besturingseenheid 4 zijn verbonden. Verder omvat de speltafel 2 een ruimte 7 voor omleiding van lucht met openingen 8 aan 20 de zijden van de wanden. De vitrine 5 sluit direct aan op de ruimte 7 voor omleiding van lucht. De vitrine 5 omvat, behalve de speltafel 2, een transparante voorplaat 9. Achter de voorplaat 9 is een holle ruimte 10 gelegen, welke als transparante holle cilinder is vormgegeven. Tussen het holle 25 lichaam 10 en een achterwand 11 van de vitrine is een scheidingswand 12 aangebracht. De scheidingswand 12 omvat openingen 13. Tussen de scheidingswand 12 en de achterwand 11 is een luchtgeleidingskanaal 14 gevormd. In het luchtgeleidingska-naal 14 is een luchtfilter 15 aangebracht. Onder het holle 30 lichaam bevindt zich een luchtpomp 16 in de vitrine 5. De luchtpomp 16 is met de besturingseenheid 4 verbonden, waarbij tussen de besturingseenheid 4 en de luchtpomp 16 een vermo-genseenheid is aangebracht. In het als holle cilinder vormgegeven transparante lichaam 10 bevindt zich een dobbelsteen 35 17, die neer kan vallen op een roostervormig bodemvlak. Het holle lichaam 10 omvat in het bovenste gedeelte hiervan in het omtreksoppervlak hiervan rondom aangebrachte openingen 18 voor uitstoot van lucht, welke zijn aangebracht onder inacht- 1n 1 as 06 . · 3 neming van een afstand, die overeenkomt met de afstand tussen diagonale hoeken van de dobbelsteen. Het tegenover de zijde, waar lucht binnenkomt, gelegen uiteinde van het holle lichaam 10 wordt met een huls 19 afgesloten. De huls 19 is losmaak-5 baar aan het holle lichaam 10 aangebracht.

Bij een met munten in werking te stellen vertierin-richting 1 wordt de aandrijving van de luchtpomp 16 van de zijde van de besturingseenheid 4 in werking gesteld. De in de ruimte 7 voor omleiding van lucht aanwezige lucht wordt door 10 de luchtpomp 16 het holle lichaam 10 ingestuurd. De dobbelsteen 17, die zich in het holle lichaam 10 bevindt, wordt door de luchtstroom opgetild. De opgestuwde lucht komt via de openingen 18 voor uitstoot van de luchtstroom, welke in het buitenoppervlak 20 zijn aangebracht, uit het holle lichaam 15 10, waarbij de dobbelsteen 17 met de resterende luchtstroom boven de onderste openingen 18 voor uitstoot van de luchtstroom wordt gehouden en waarbij deze roteert. Door de rotatie van de dobbelsteen 17 ontstaat een turbulente stroming. Hierdoor zwenkt een klep 19 op gezette tijden uit, hetgeen 20 ertoe leidt, dat de dobbelsteen 17 in hogere mate in een ongelijkmatige rotatie wordt gebracht.

Door de besturingseenheid 4 wordt het vermogen van de luchtpomp 16, na verloop van een op voorhand bepaalde tijdsduur, geleidelijk verminderd. De dobbelsteen 17 zakt 25 hierbij langzaam terug naar het bodemoppervlak. Als gevolg van de doorlopende veranderingen in de volumestroom wordt gewaarborgd, dat de dobbelsteen 17 niet op een hoek op het grondvlak tot stilstand komt, maar telkens vlak neerkomt.

De uit de openingen 18 voor uitstoot van lucht van 30 het holle lichaam 10 en de uit de klep 19 vloeiende luchtstroom, wordt door de openingen 13 in de scheidingswand 12 geleid naar het kanaal 14 voor luchtgeleiding. Aan de onderzijde van de vitrine 5 is in de opening 8 een elektrostatisch filter 15 aangebracht. Aldus worden ook de kleinste zwevende 35 deeltjes gefilterd uit de luchtstroom, zodat vervuiling van het transparante holle lichaam 10 in verregaande mate wordt verminderd.

1018306

Claims (7)

1. Inrichting voor weergave van een winstsymbool met een achter een transparante plaat aangebrachte drager van symbolen, die om meer dan één van de assen hiervan draaibaar is en in een langgerekt hol lichaam is geplaatst, waardoorheen een luchtstroom vloeit, en waarbij in het gebied van de 10 onderzijde van het holle lichaam een herkenningsinrichting is aangebracht voor herkenning van symbolen op de drager van symbolen, die met een besturingseenheid is verbonden, welke het verloop van de voortgang controleert, en waardoor een luchtpomp selectief in werking wordt gesteld, met het ken-15 merk, dat in het oppervlak om de omtrek (20) van het holle lichaam (10) ten minste twee openingen (18) voor uitstoot van lucht zijn aangebracht op afstand van elkaar in de lengterichting van het holle lichaam.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat een aantal openingen (18) voor uitstoot van lucht radiaal verlopend in het buitenoppervlak (20) zijn aangebracht.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het holle lichaam (10) aan de zijde van uitstroom van lucht een klep (19) omvat.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de klep (19) draaibaar is aangebracht in het holle lichaam (10).

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door het holle lichaam (10) vloeiende luchtstroom in 30 een gesloten kringloop van de luchtpomp (16) wordt geleid.

6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in de richting van de luchtstroom buiten het holle lichaam (10) ten minste één luchtfilter (15) is aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 35 dat de luchtpomp (16) continu veranderbaar wordt aangestuurd om de hierdoor gegenereerde volumestroom te variëren. 1018306