<Desc/Clms Page number 1>
Inbindmap.
Deze uitvinding heeft betrekking op een inbindmap, meer speciaal een map om losse bladen uitwisselbaar te bundelen.
Het is bekend dat om bladen uitwisselbaar te bundelen gebruik kan worden gemaakt van inbindelementen van het type die bestaan uit een rug en een aantal hiermee samenwerkende tanden. Door de tanden open te trekken, kunnen bladen welke voorzien zijn van de nodige perforaties, over de tanden worden geschoven, respektievelijk hiervan worden weggenomen.
Een nadeel van zulke inbindelementen bestaat erin dat de hierdoor, ingebonden bundels niet mooi naast elkaar kunnen worden geplaatst en dat de tanden van de inbindelementen van de naast elkaar geplaatste bundels in elkaar vasthaken.
Inbindinrichtingen waarbij dit nadeel in zekere mate is uitgesloten zijn bekend uit de documenten FR 834. 090,
FR 834. 827, US 4. 711. 469 en US 2. 112. 389. De hierin beschreven inrichtingen vertonen echter verschillende nadelen.
De inrichtingen die beschreven zijn in het FR 834. 090 en het FR 834. 827 maken gebruik van open bindringen en zijn niet geschikt om inbindelementen aan te brengen met kringvormig, bijvoorbeeld cirkelvormig, gesloten bindringen.
De inrichting die beschreven is in het US 4. 711. 469 maakt gebruik van een inbindmap die uit twee afzonderlijke delen bestaat. Het aanbrengen van zulke map is gekompliceerd en het hieruit verwijderen of hierin aanbrengen van bladen, zonder een van voornoemde gedeelten los te maken, is vrijwel onmogelijk.
<Desc/Clms Page number 2>
Het US 2. 112. 389 voorziet in een oplossing voor een boek, met andere woorden een permanent ingebonden geheel, doch biedt geen oplossing voor een inbindmap die toelaat losse bladen uitwisselbaar te bundelen.
De huidige uitvinding heeft een inbindmap als voorwerp waarbij de voornoemde nadelen worden uitgesloten.
Bovendien beoogt de uitvinding een inbindmap die toelaat dat de door middel van het inbindelement ingebonden bundel uit de inbindmap kan worden weggenomen, respektievelijk terug hierin kan worden geplaatst.
Hiertoe betreft de uitvinding een inbindmap, bestaande uit een voorblad, een achterblad en een rug, daardoor gekenmerkt dat zij aan haar binnenzijde ter plaatse van haar rug, aan slechts een rand van de rug, is voorzien van een deel met een vrij uiteinde, waarbij dit deel precies een rij perforaties vertoont die toelaten om hieraan een inbindelement met kringvormig gesloten bindringen te bevestigen, zodanig dat bladen uitwisselbaar kunnen gebundeld worden.
Volgens een eerste uitvoeringsvorm bestaat de rug van de inbindmap uit een soepel materiaal, dat al dan niet voorzien is van plooilijnen. De voornoemde rug kan eveneens uit een stijf of een relatief stijf materiaal vervaardigd zijn dat in dat geval bij voorkeur voorzien is van plooilijnen.
Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin :
<Desc/Clms Page number 3>
figuur 1 een inbindmap volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn II-II in figuur 1 ; figuur 3 de inbindmap uit figuur 1 weergeeft bij het gebruik ervan ; figuur 4 op een grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 3, voor de toestand waarbij de inbindmap is toegeslagen ; figuren 5 en 6 analoge zichten weergeven als dat van figuur 2, voor nog twee uitvoeringsvormen ;
figuur 7 een uitvoeringsvariante weergeeft van de inbindmap volgens figuur 1 ; figuur 8 op grotere schaal een doorsnede weergeeft volgens lijn VIII-VIII in figuur 7 ; figuur 9 een doorsnede weergeeft gelijkaardig aan deze van figuur 4, doch voor de toepassing van een map volgens figuur 7.
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 bestaat de inbindmap 1 volgens de uitvinding uit een voorblad 2, een achterblad 3 en een rug 4. Het bijzondere van de uitvinding bestaat erin dat deze inbindmap 1 ter plaatse van haar rug 4 aan haar binnenzijde 5, aan slechts een rand van de rug 4, is voorzien van een deel 6 met een vrij uiteinde 7, waarbij dit deel 6 langs het vrije uiteinde 7 precies een rij perforaties 8 vertoont die toelaten om hieraan een inbindelement 9 met kringvormig gesloten bindringen te bevestigen.
Zoals weergegeven in de figuren 3 en 4 zijn de perforaties 8 zodanig opgevat dat hieraan een inbindelement 9 kan worden bevestigd, een en ander zodanig dat dit inbindelement 9 zieh ter plaatse van de rug 4 bevindt.
<Desc/Clms Page number 4>
Het inbindelement 9 bestaat zoals bekend uit een rugdeel 10 dat is voorzien van elastisch verbuigbare tanden 11, welke kringvormig gesloten bindringen vormen. Door de verbuiging van de tanden 11 kunnen geperforeerde bladen 12 aan het inbindelement 9 worden bevestigd. Op analoge wijze kan het inbindelement 9, samen met de gebundelde bladen 12 in de inbindmap 1 worden aangebracht.
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2 bestaat het voornoemde deel 6 bij voorkeur uit een uitstekende flap of flens in de vorm van een strook die tegenoverliggend aan het uiteinde 7 bevestigd is aan de map, ofwel een geheel hiermee vormt.
Ten einde te bekomen dat de bundel bladen 12 niet los in de map zitten, wordt de breedte B van het vrije gedeelte van het deel 6 bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden. In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is de breedte B kleiner dan 1 cm. Meer speciaal nog geniet het de voorkeur dat de perforaties 8 zieh onmiddellijk naast de overgang tussen het deel 6 en de eigenlijke map bevinden.
Zoals weergegeven in de uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 2 kunnen het voorblad 2, het achterblad 3 en de rug 4 bestaan uit afzonderlijke delen die aan elkaar bevestigd zijn, bijvoorbeeld aan elkaar vastgelast of vastgelijmd zijn. De rug 4 vertoont in deze uitvoering bij voorkeur een grotere soepelheid dan het voorblad 2 en het achterblad 3.
Zoals nog is weergegeven in de figuren 1 en 2 kunnen het achterblad 3 en het voornoemde deel 6 uit een blad worden gevormd. Het deel 6 wordt hierbij gevormd doordat de rug 4 op een afstand B van het uiteinde 7 aan het voornoemde blad is bevestigd. Deze wijze van samenstellen biedt het
<Desc/Clms Page number 5>
voordeel dat geen afzonderlijke delen 6 dienen te worden gefabriceerd en dienen te worden aangehecht.
Zoals weergegeven in figuur 5 kan het deel 6 ook bestaan uit een strook die tegen de binnenzijde van de inbindmap 1 is bevestigd. De bevestiging kan van willekeurige aard zijn. Zoals weergegeven in figuur 5 kan hiertoe worden gebruik gemaakt van lijm 13.
Enkele andere mogelijkheden bestaan erin dat het deel 6 door middel van dubbelzijdig klevende kleefband aan de inbindmap 1 wordt bevestigd, dat het deel 6 aan de inbindmap 1 wordt vastgelast of dat in een bevestiging door middel van mechanische hulpmiddelen, bijvoorbeeld nietjes, wordt voorzien.
In figuur 6 wordt een variante weergegeven waarbij het deel 6 gevormd is uit een dubbelgevouwen deel van de inbindmap 1, waarbij de dubbelgevouwen gedeelten 14 en 15 bij voorkeur tegen elkaar zijn bevestigd, bijvoorbeeld door middel van lijm 16 of volgens een van de voornoemde bevestigingswijzen.
Het voornoemde deel 6 kan zowel aan het voorblad 2, het achterblad 3 als de rug 4 worden voorzien. In de voornoemde voorbeelden van figuren 2 en 5 is het deel 6 aan het achterblad 3 bevestigd. In het voornoemde voorbeeld van het figuur 6 maakt dit deel 6 deel uit van de rug 4.
Bij voorkeur bestaat het deel 6 uit een relatief stijf materiaal. Hierdoor ontstaat het voordeel dat het inbindelement 9 zieh weinig of niet kan verplaatsen in de inbindmap 1.
<Desc/Clms Page number 6>
Alle samenstellende delen kunnen bestaan uit kunststof, bijvoorbeeld PVC. Dat het deel 6 uit kunststof bestaat biedt het voordeel dat de perforaties niet vlug doorscheuren.
Het is duidelijk dat de uitvinding betrekking heeft op inbindmappen 1 die al of niet van een inbindelement 9 zijn voorzien.
In de figuren 7 tot 9 is een uitvoeringsvariante weergegeven die slechts verschilt van de vorige uitvoeringen doordat de rug 4, die in een soepel, een relatief stijf of stijf materiaal is uitgevoerd, voorzien is van minstens twee plooilijnen 17-18 die toelaten dat na de inbinding een vlak ruggedeelte wordt bekomen waardoor het aanbrengen van aantekeningen of dergelijke eenvoudiger wordt.
In het geval van een stijf materiaal zal bijvoorkeur nog een plooilijn 19 voorzien worden om het aanbrengen van het inbindelement 9 te vergemakkelijken. De plooilijn 19 bevindt zieh op zulke plaats dat de rug 4 gemakkelijk van het deel 6 kan worden weg bewogen, dus bij voorkeur op het einde van de rug. Zulke plooilijn 19 kan in elk van de voornoemde uitvoeringsvormen worden toegepast.
De plooilijnen kunnen op iedere wijze bekomen worden zoals door het aanbrengen van indrukken, het voorzien van verzwakte lijnen, enz.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeelden beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke inbindmap kan in verschillende vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Binding folder.
This invention relates to a binding folder, more specifically a folder for interchangeably bundling loose sheets.
It is known that for bundling sheets interchangeably use can be made of binding elements of the type consisting of a back and a number of teeth co-acting therewith. By pulling open the teeth, blades provided with the necessary perforations can be slid over the teeth or removed from them.
A drawback of such binding elements is that the bundles bundled in this way cannot be placed nicely next to each other and that the teeth of the binding elements of the juxtaposed bundles hook together.
Binding devices from which this drawback is to some extent excluded are known from documents FR 834, 090,
FR 834,827, US 4,711,469 and US 2,112,389. However, the devices described herein have several drawbacks.
The devices described in FR 834,090 and FR 834,827 use open binding rings and are not suitable for applying binding elements with circular, for example circular, closed binding rings.
The device described in US 4,711,469 uses a binding folder consisting of two separate parts. The provision of such a folder is complicated, and removing or inserting sheets therefrom without detaching any of the aforementioned portions is virtually impossible.
<Desc / Clms Page number 2>
US 2,112,389 provides a solution for a book, in other words a permanently bound whole, but does not offer a solution for a binding folder that allows loose sheets to be interchangeably bundled.
The present invention has an object binding folder that excludes the aforementioned drawbacks.
In addition, the invention contemplates a binding folder which allows the bundle bound by means of the binding element to be removed from the binding folder or to be placed back therein.
To this end, the invention relates to a binding folder, consisting of a front cover, a back cover and a spine, characterized in that it is provided on its inside at the location of its spine, at only one edge of the spine, with a part with a free end, wherein this part has exactly a row of perforations which make it possible to attach a binding element to it with circular closed binding rings, such that sheets can be bundled interchangeably.
According to a first embodiment, the spine of the binding folder consists of a flexible material, which may or may not be provided with fold lines. The aforementioned back can also be manufactured from a rigid or a relatively rigid material, in which case it is preferably provided with fold lines.
With the insight to better demonstrate the features of the invention, some preferred embodiments are described below as examples without any limitation, with reference to the accompanying drawings, in which:
<Desc / Clms Page number 3>
figure 1 shows a binding folder according to the invention; figure 2 shows on a larger scale a section according to line II-II in figure 1; figure 3 shows the binding folder of figure 1 when using it; figure 4 shows on a larger scale a section according to line IV-IV in figure 3, for the condition in which the binding folder has struck; Figures 5 and 6 represent analog views like that of Figure 2, for two more embodiments;
figure 7 shows an embodiment variant of the binding folder according to figure 1; figure 8 is a larger-scale section according to line VIII-VIII in figure 7; figure 9 represents a section similar to that of figure 4, but for the application of a folder according to figure 7.
As shown in Figures 1 and 2, the binding folder 1 according to the invention consists of a front cover 2, a back cover 3 and a back 4. The special feature of the invention consists in that this binding folder 1 is located on its inside 5 at the location of its back 4, at only one edge of the back 4 is provided a part 6 with a free end 7, this part 6 having exactly a row of perforations 8 along the free end 7 which allow to attach a binding element 9 with circular closed rings to this.
As shown in Figures 3 and 4, the perforations 8 are designed such that a binding element 9 can be attached thereto, all this such that this binding element 9 is located at the location of the back 4.
<Desc / Clms Page number 4>
As is known, the binding element 9 consists of a back part 10 which is provided with elastically bendable teeth 11, which form circularly closed binding rings. Perforated blades 12 can be attached to the binding element 9 by the bending of the teeth 11. Analogously, the binding element 9, together with the bundled sheets 12, can be placed in the binding folder 1.
As shown in Figures 1 and 2, the aforementioned part 6 preferably consists of a projecting flap or flange in the form of a strip which is attached to the folder opposite to the end 7 or which forms a whole therewith.
In order to ensure that the bundle of blades 12 are not loose in the folder, the width B of the free part of the part 6 is preferably kept as small as possible. In the most preferred embodiment, the width B is less than 1 cm. More specifically, it is preferred that the perforations 8 be immediately adjacent to the transition between the part 6 and the actual folder.
As shown in the embodiment of Figures 1 and 2, the front sheet 2, the back sheet 3 and the back 4 may consist of separate parts which are attached to each other, for example welded or glued together. In this embodiment, the back 4 preferably has a greater flexibility than the front sheet 2 and the back sheet 3.
As is still shown in Figures 1 and 2, the back sheet 3 and the aforementioned part 6 can be formed from a sheet. The part 6 is formed in that the back 4 is attached to the aforementioned sheet at a distance B from the end 7. It offers this method of assembly
<Desc / Clms Page number 5>
the advantage that no separate parts 6 have to be manufactured and attached.
As shown in figure 5, the part 6 can also consist of a strip which is fixed against the inside of the binding folder 1. The confirmation can be of any nature. As shown in figure 5, glue 13 can be used for this.
Some other possibilities exist that the part 6 is attached to the binding folder 1 by means of double-sided adhesive tape, that the part 6 is welded to the binding folder 1 or that an attachment is provided by means of mechanical aids, for instance staples.
Figure 6 shows a variant in which the part 6 is formed from a double-folded part of the binding folder 1, the double-folded parts 14 and 15 preferably being fastened together, for instance by means of glue 16 or according to one of the aforementioned fixing methods.
The aforementioned part 6 can be provided on the front sheet 2, the back sheet 3 and the back 4. In the aforementioned examples of figures 2 and 5, the part 6 is attached to the back sheet 3. In the aforementioned example of figure 6, this part 6 forms part of the back 4.
The part 6 preferably consists of a relatively rigid material. This gives the advantage that the binding element 9 can move little or not in the binding folder 1.
<Desc / Clms Page number 6>
All component parts can consist of plastic, for example PVC. The fact that part 6 consists of plastic offers the advantage that the perforations do not tear quickly.
It is clear that the invention relates to binding folders 1 which may or may not be provided with a binding element 9.
Figures 7 to 9 show an embodiment variant which differs only from the previous embodiments in that the back 4, which is made of a flexible, a relatively stiff or rigid material, is provided with at least two fold lines 17-18 which allow that after the a flat back section is obtained which makes it easier to make notes or the like.
In the case of a rigid material, preferably a fold line 19 will be provided to facilitate the provision of the binding element 9. The fold line 19 is located in such a place that the back 4 can be easily moved away from the part 6, i.e. preferably at the end of the back. Such pleat line 19 can be used in any of the aforementioned embodiments.
The fold lines can be obtained in any way, such as by applying impressions, providing weakened lines, etc.
The present invention is by no means limited to the embodiments described as examples and shown in the figures, but such a binding folder can be realized in different shapes and sizes without departing from the scope of the invention.