chloraal
Uiterlijk
- chlo·raal
- uit het Frans[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | chloraal | chloralen |
verkleinwoord |
het chloraal o
- IUPAC-naam: 2,2,2-trichloorethanal. C2HCl3O
- chlooraalhydraat dat men kan gebruiken als slaapmiddel
- ▸ Aanstaand biograaf Lucien Custers schrijft over de tragedie van 1904: na een conflict op het Doetinchems Gymnasium (dat de landelijke pers haalde) neemt Dèr Mouw een flesje chloraal in, een sterke slaapdrank, in de hoop dat hij het niet overleeft.[2]
1. IUPAC-naam: 2,2,2-trichloorethanal. C2HCl3O
- Het woord chloraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "chloraal" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Dèr Mouw was twee keer bijna dood” (10 december 2011), de Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be