Naar inhoud springen

overheersen

Uit WikiWoordenboek
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
overheersen overheersend
overheersing overheerst


  • over·heer·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overheersen
overheerste
overheerst
zwak -t volledig

overheersen

  1. overgankelijk de macht uitoefenen over een ander volk
    • Spanje is zeven eeuwen overheerst door de Moren. 
     Soms werd Nicolaas door zoveel duivelse Pieten gevolgd, dat die de heilige totaal overheersten.[1]
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 14
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be