Naar inhoud springen

Staatloosheid

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Looi (overleg | bijdragen) op 17 jan 2007 om 19:36. (Pagina aangemaakt: "'''Stateloos''' (ook wel foutief gespeld als '''statenloos''') is de toestand van het ontbreken van een nationaliteit. De definitie die de [[Conventie die Betrekki...")
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Stateloos (ook wel foutief gespeld als statenloos) is de toestand van het ontbreken van een nationaliteit. De definitie die de Conventie die Betrekking heeft op de Status van Stateloze Personen geeft is een stateloos persoon die door geen enkele staat als staatsburger wordt beschouwd.

De Verenigde Naties besloot in verband met de onwenselijkheid van stateloze niet-vluchtelingen in 1954 de Conventie die Betrekking heeft op de Status van Stateloze Personen op te stellen. 42 Staten, waaronder Nederland en België, proberen statelozen zoveel mogelijk rechten en vrijheden te verlenen die mensen met een nationaliteit ook hebben. In 1961 volgde de Conventie voor het Verminderen van Stateloosheid, waarbij bijvoorbeeld kinderen van statelozen het recht kregen op de nationaliteit van het land van geboorte. Nederland en 16 andere staten hebben dit verdrag geratificeerd. In artikel 11 van deze Conventie wordt gesteld dat vluchtelingenorganisatie UNHCR een instantie moet oprichten dat statelozen helpt bij het bewijzen van hun stateloosheid, een instantie die overigens nooit is opgericht. Beide verdragen bepalen dat statelozen opgevangen dienen te worden.

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens stelt in artikel 15:

  1. Een ieder heeft het recht op een nationaliteit.
  2. Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen.

Nederland

Na de politionele acties en de erkenning van de onafhankelijk van Indonesië in 1949 kreeg Nederland te maken met een grote groep Molukkers die stateloos waren. Doordat zij in de KNIL gediend hadden aan de zijde van de Nederlanders, konden zij niet in Indonesië blijven. In Nederland echter wilden zij de Nederlandse nationaliteit niet aannemen, omdat zij wilden vasthouden aan een terugkeer naar een onafhankelijk Molukken. In 1976 werd door middel van een speciale wet geregeld dat de Molukkers recht hadden op een Nederlands paspoort, maar zij hun statenloosheid niet hoefden op te geven.

In 2000 telde de IND 765 statelozen in Nederland.

In 2006 kwam de stateloosheid in het nieuws door de paspoortaffaire omtrent Ayaan Hirsi Ali. Doordat minister Verdonk de Nederlandse nationaliteit wilde ontnemen van Ali, zou Ali hiermee stateloos kunnen zijn geworden.